Provincie Overijssel

Provincies investeren met extra inkomsten

euros.jpg (77 Kb)

Het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) over de provinciale financiën roept de suggestie op dat nog eens EUR 600 miljoen op de provinciale budgetten kan worden bezuinigd. Dat is een misvatting, aldus het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Voor Overijssel zou de korting op het provinciefonds neerkomen op ruim 50 miljoen euro. Dat is ruim een halvering van de inkomsten die normaal gesproken uit het provinciefonds wordt ontvangen.

Opcenten
Het klopt dat provincies hogere inkomsten hebben dan verwacht uit de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting en uit dividenden. Met dat extra geld investeren provincies op grote schaal extra in de regio. Dat gebeurt op verzoek van het kabinet en in nauwe samenspraak met maatschappelijke organisaties.

Evenwichtiger verdeling
De Raad brengt het advies uit op verzoek van de fondsbeheerders: de ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken en het advies dient als basis voor nader overleg met het Kabinet over de financiële verhouding tussen rijk en provincies. Het advies geeft volgens het IPO echter geen antwoord op de adviesvraag naar de juiste omvang van de provinciale middelen en een evenwichtiger verdeling van de gelden voor de provincies.

Onhelder
Het rapport legt een veel te zwaar accent op de inkomsten, waarvan de stijging deels macro-economisch beïnvloed is. De Raad gaat in zijn advies in zijn geheel voorbij aan het feit dat de provincies met de extra gelden de regionale economie stimuleren. In zijn uitgavenanalyse maakt de Raad onvoldoende zichtbaar in welke mate extra provinciale uitgaven tot het provinciale takenpakket kunnen worden gerekend. Daardoor blijft onhelder welke taken van het rijk in feite door de provincies worden betaald.

Geen schulden
Bij de beoordeling van de financiële vermogenspositie van provincies moet rekening worden gehouden met het feit dat provincies - in tegenstelling tot het rijk - geen schulden mogen maken en moeten eerst sparen om grote uitgaven te kunnen doen. De provincies dragen in deze kabinetsperiode al vier maal 200 miljoen bij aan de rijksbegroting. Een extra greep uit de provinciale middelen maakt dat projecten voor wegen en waterwegen, ruimtelijke ordening, landelijk gebied en regionale economie onmiddellijk gevaar lopen.

Contra-expertise
De provincies zullen zelf op korte termijn een contra-expertise laten uitvoeren en vervolgens daarmee met het kabinet om tafel gaan. Dat rapport moet er eind april al zijn. `Wij gaan ervan uit dat het kabinet zich houdt aan de afspraken die met de provincies in het bestuursakkoord zijn gemaakt om te investeren in de regio. Deze afspraken zijn des te belangrijker in deze tijd van economische crisis', aldus Jan Franssen, voorzitter van het IPO.