Partij voor de Vrijheid (PVV)
Debat Publieke Omroep
vrijdag 20 maart 2009
Vergadering: Plenair debat Publieke Omroep
Woordvoerder: Martin Bosma
Datum: 19 maart 2009
Eerste Termijn
Voorzitter,
Toen Fidel Castro in 1955 terechtstond voor zijn aandeel in de overval
op de Moncada Kazerne, eindigde hij zijn toespraak, die uren duurde,
met de woorden: de geschiedenis zal mij vrijspreken. Dat is ook het
thema van mijn betoog van vandaag.
De Erkenningswet is een aanpassing van delen van de Mediawet. Hij is
juridisch gezien het sluitstuk van de Mediawet. De PVV heeft scherpe
en principiële bezwaren tegen de Mediawet. De PVV is tegenstander van
een brede publieke omroep, tegenstander van het opheffen van het
verschil tussen hoofd- en nevenactiviteiten, tegenstander van het
commerciële karakter van de staatsomroep, in het bijzonder van
Nederland 1, tegenstander van de omroepverenigingen als bouwsteen van
de publieke omroep, tegenstander van de 39f-omroepen, tegenwoordig
24.2-omroepen en tegenstander van het linkse eindproduct dat onder
andere het gevolg is van de Mediawet. Voor de rest geen klachten.
Helaas biedt de Erkenningswet niet meer dan een doekje voor het
bloeden. De drama's van Hilversum worden niet beëindigd, maar juist in
stand gehouden. Ik noem de glijdende schaal. Het weghalen van de
B-omroepstatus komt vooral de krimpende omroepen ten goede. De NCRV en
de VPRO dreigen bijvoorbeeld onder de 300.000 leden te komen.
Dat kan deze organisaties veel geld schelen. Het maakt het verschil
tussen bijvoorbeeld 27 mln. en 5 mln. Het invoeren van de glijdende
schaal komt hen tegemoet en zorgt als het ware voor een zachte
landing. Raar is de verandering van de bovengrens die helaas op
verzoek van de Kamer wordt voorgesteld. Als de legitimatie van de
omroep het ledental is, waarom tellen dan straks de gemiddeld 70.000
leden die EO, TROS en KRO hebben boven de 400.000 leden niet meer mee?
Het verschil in subsidie bestaat straks dan tussen 200.000 en 200.001
leden, maar straks is er geen verschil meer tussen 400.000 en 500.000
leden. Dat is vreemd, want leden vormen toch de legitimatie?
Het is leuk dat nieuwe omroepen tegen het licht worden gehouden, maar
zou dat ook niet eens moeten gebeuren met bestaande omroepen? Ik ben
nog steeds op zoek naar dat ene katholieke radio- of tv-programma van
de Katholieke Radio Omroep dat zou kunnen bewijzen dat de KRO een
stroming vertegenwoordigt. Dat men succesvol van American Freemantle
het programma Boer zoekt vrouw weet aan te kopen, is geen katholiek
succes. Ik wil zeker niet roomser dan de paus zijn, maar het voorbeeld
van de KRO is toepasbaar op bijna elke omroepvereniging, behalve
natuurlijk de expliciet linkse clubs. Maar dat zegt niets, want
Hilversum is door de bank genomen overwegend links.
Is de minister ook bereid om een zogenaamde nulmeting -- zo noem ik
het maar even -- te verrichten naar de bestaande omroepverenigingen om
te kijken naar hun toegevoegde waarde? Als de nieuwkomers door de
hoepel moeten springen, waarom dan de veteranen niet? Het zou toch
goed zijn als de clubjes van anno 1925 nu eens goed tegen het licht
worden gehouden, na bijna 85 jaar mag dat wel eens. Ik overweeg met
een motie hierover te komen.
Dit wetsvoorstel symboliseert de innerlijke tegenstrijdigheden van de
publieke omroep. Omroepen moeten samenwerken maar tegelijkertijd
concurreren om nieuwe leden. Aan de ene kant worden hun vleugeltjes
geknipt, aan de andere kant moeten zij juist harder vliegen. De eigen
actualiteitenrubrieken zijn opgeheven en weggenivelleerd richting drie
keer per dag de Volkskrant. Hoe kunnen omroepverenigingen zich nu
profileren als zij zo klem zitten in het zogenaamde programmeermodel?
De TROS wil bijvoorbeeld graag TROS Aktua maken, maar dat kan niet
omdat het vastzit aan het keurslijf op basis van de Mediawet. Als wij
dan een model hebben met omroepverenigingen, wees dan consequent en
laat die omroepen weer hun eigen actualiteitenrubrieken maken. Huur
Wibo van der Linden weer in, laat iemand mr. G.J.B. Hilterman imiteren
en ga rammen en beuken op de heilige huisjes van de linkse kerk.
Collega Atsma kwam gisteren met een soortgelijk voorstel. Onmiddellijk
stond Hilversum op haar achterste benen. Dat voorstel levert
natuurlijk enorme planningsproblemen op; dat begrijp ik wel.
U kent de Partij voor de Vrijheid echter als een oplossingsgerichte
partij. Laten wij er daarom voor zorgen dat er wat meer ruimte
ontstaat in de Hilversumse schema's. Het is van de zotte dat de
socialistische en multiculturalistische omroepen zo dik in de prijzen
zijn gevallen bij het mogen uitzenden van informatieve
televisieprogramma's. De VARA en de NPS zijn makers van onder andere:
Dicht bij Nederland, Zembla, Premtime, De Wereld Draait Door, NOVA,
Paul en Witteman en Buitenhof. Dat is toch een enorme scheefgroei? Zou
het niet fantastisch zijn als de minister -- die ook oog heeft voor
het weinig pluriforme karakter van de publieke omroep -- daar eens een
woordje aan wijdt, bijvoorbeeld met het doel dat in de volgende
concessieperiode andere omroepen op dit vlak aan de beurt zijn? Daarop
krijg ik graag een reactie van de minister.
De innerlijke tegenstrijdigheid die ik net noemde, geldt ook voor het
Nederlandstalig repertoire, dat node wordt gemist in Hilversum. Het
zou de minister voor cultuur toch een doorn in het oog moeten zijn dat
zijn collega voor media er niet voor zorgt dat er vaker wordt gezongen
in onze dierbare Nederlandse taal. Dit komt natuurlijk in de eerste
plaats omdat die omroepen het Nederlandse lied helemaal geen warm hart
toedragen. Dat heeft echter ook weer te maken met het programmeermodel
en het gebrek aan ruimte in de schema's van Hilversum. Ook dat is een
paradox, want op die manier kunnen omroepen die graag het
Nederlandstalige lied zouden willen laten horen, zich daarmee niet
profileren.
Soms lijkt men in Hilversum wel eens te vergeten dat men werkt met
belastinggeld. Om de directeur van NOVA te citeren: "Het STER-geld
klotst hier tegen de plinten." Wie naar nieuwe omroepen en toelating
kijkt, moet ook de financiën in ogenschouw nemen. Het kan toch niet zo
zijn dat een omroep als Llink uitstel van betaling heeft gevraagd
nadat het belastinggeld met bakken tegelijk heeft uitgegeven en dat
Floortje Dessing dertig maal de wereld heeft rondgevlogen, uiteraard
voor een beter milieu en minder broeikas? Het kan toch niet zo zijn
dat Jan en Alleman reisjes mag maken voor die club, dat Llink allerlei
begrotingen heeft overschreden en dat een aspirant-omroep een echte
omroep wordt?
Wie staat er in deze zaak aan de kant van de belastingbetalers? Niet
de SP'ers die bij bosjes de ledenraad van LLiNK bevolken. Je zou
verwachten dat Krista van Velzen en haar drie partijgenoten op ons
belastinggeld zouden letten, maar nee. Daarom moet de minister op dit
vlak harder zijn. Het is toch van de zotte dat omroepen die met geld
smijten toch worden bevorderd tot heerlijkheid, om het op z'n rooms te
zeggen? Ik citeer de minister "De regering wil niet dat omroepen met
schulden toetreden tot het publieke bestel". Daar ben ik het helemaal
mee eens, maar trek dat lijntje dan door en zorg ervoor dat omroepen
die van aspirantomroep overgaan in gewone omroepen dat doen wanneer
zij financieel gezond zijn!
Hetzelfde geldt voor de 39f-omroepen, tegenwoordig 2.42-omroepen, de
omroepen op levensbeschouwelijke basis. "As we speak" houdt de FIOD
invallen bij de Nederlandse Moslim Omroep. Ook daar is geld weg. Ook
daar geldt blijkbaar dat de controle niet goed is.
Wat voegt overigens een one-issueclub als LLiNK toe? Het Jeugdjournaal
vertelt onze jeugd al jarenlang dat er sprake is van een
klimaatprobleem. Het NOS Journaal stuurde vorig jaar zelfs
verslaggever Marieke de Vries naar de Noordpool om daar verslag te
doen van het smelten van de ijskap. Die expeditie moest helaas worden
afgeblazen omdat er te veel ijs lag. Waarom nog meer groen en nog meer
links? Hilversum is daarvan al vergeven.
Een van de redenen waarom de PVV ongelukkig is met de Erkenningswet is
de uitwerking van het multimediale karakter van de Mediawet. Daarmee
is het hek definitief van de dam. Wij mochten daarover zojuist praten
met Eurocommissaris Kroes. De staatsomroep wordt omgevormd tot een
multimediabedrijf. Daarmee concurreert de omroep rechtstreeks met
ongesubsidieerde multimediabedrijven zoals die van de Volkskrant en De
Telegraaf. Daarmee maakt de overheid met belastinggeld het particulier
initiatief lastig. Het maakt het moeilijker voor krantenbedrijven om
zich om te vormen van krantenbedrijven tot multimediabedrijven. Daar
ligt nou net hun toekomst. Er is toch geen enkel marktfalen op
internet dat moet worden rechtgezet door de overheid?
Een van de uitgangspunten van de Erkenningswet is het tegengaan van,
ik citeer, "onwerkbare versnippering". Tja, als dat een argument is,
dan zouden wij heel snel die 39f-omroepjes moeten opruimen. Dat zou
flink schelen in het aantal kikkers in de Hilversumse kruiwagen. Maar
dat lijkt een aanloop tot het beperken van de toegankelijkheid van het
bestel.
Bij de besluitvorming inzake nieuwkomers ging het tot voor kort om
vormgeving, toon en stijl, zo schrijft de minister in de memorie van
toelichting. Er komen nu drie criteria die samen vormgeven aan het
begrip toegevoegde waarde. Dat is stroming, genre en inhoud en
doelgroep. Criteria voor nieuwkomers zijn uiteraard niet nieuw. Die
dateren al uit 1978. Deze wet echter vergroot de mogelijkheid tot
afwijzen, zeker omdat de minister in de antwoorden op de vragen van de
PvdA-fractie het begrip stroming niet definieert. De Raad van State
ziet dit opvallend genoeg als het belangrijkste criterium. Dit element
is veel nieuwer dan de andere zaken in de wet, zoals bijvoorbeeld de
glijdende schaal. Is hier iets toegevoegd aan de wet, wellicht
inspelend op actuele mediagebeurtenissen? Verklaart dat waarom collega
Van Dam ineens op de prodedurevergadering van deze commissie
verschijnt? Ik had hem daar nog nooit gezien. Hij stelde voor om deze
wet van zijn partijgenoot snel te behandelen. Daarom staan wij nu
hier.
Misschien ben ik achterdochtig, maar ik kan maar één reden voor die
haast verzinnen. Ik vrees dat het decor wordt neergezet voor de
afwijzing van Wakker Nederland. Ik voorzie een herhaling van de
gebeurtenissen in 1990. Er waren toen twee aanvragen voor commerciële
televisie -- toegegeven, dat was iets anders -- namelijk het
TV10-project van Joop van der Ende samen met Peter Jelgersma. Ik zie
de Posters in Amsterdam nog hangen: Het Sterrennet komt eraan.
Daarnaast was er ook een veel minder solide project van RTL Veronique
dat nog niets voor elkaar had behalve een presentatie in Escape. De
keuze viel toen zeer verrassend op RTL Veronique en Joop van den Ende
kon inpakken. Ik vrees voor een herhaling.
Ik denk dat PowNed van GeenStijl het wel redt. De commerciële belangen
van de publieke omroep spelen dan wellicht een rol. PowNed wordt door
Eric van Stade, de topman van SBS, aangeduid als -- ik citeer -- "de
natte droom van de STER". De toelichting hierbij is dat als één
categorie mensen niet naar de publieke omroep kijkt het wel de
categorie van jonge, hoog opgeleide mannen is. Die wordt nu door
GeenStijl bereikt, en wellicht straks door PowNed. Het zou mij niets
verbazen wanneer Wakker Nederland daarentegen geweigerd gaat worden.
Die omroep lijkt zich op te stellen als het paard van Troje dat van
binnenuit de staatsomroep gaat aanpakken. Het zou mij niets verbazen
als deze nieuwe erkenningswet daartoe de opmaat is.
Voorzitter. Ten slotte. Er wordt op dit moment hard gewerkt in het
Catshuis. Een stukje solidariteit is op zijn plaats. Laten wij, nu wij
toch wat tijd over hebben, snel een gebaar maken naar onze regering en
haar even snel 45 mln. op een presenteerblaadje aanbieden. De
Wereldomroep, opgericht vlak na de oorlog, voorzag toen in een
behoefte om landverhuizers en onze jongens in de West te bedienen,
maar het "hallo Bandoeng" is inmiddels vervangen door internet met
miljoenen websites die voorzien in de informatiebehoefte van
Nederlanders over de grenzen. Daarom het mes erin. Ik zal met een
motie komen om de Wereldomroep te beëindigen.