Ministerie van Economische Zaken


Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA 's-GRAVENHAGE

Datum 20 maart 2009

Betreft Handelsdefensieve maatregelen biodiesel VS
Pagina 1 van 2


Ons kenmerk
BEB/HPG/9054996

Directoraat-Generaal
Buitenlandse Economische
Betrekkingen


Behandeld door
E.W. Kluijtmans


Naar aanleiding van een vraag van het lid Spies aan de minister VROM (tijdens
het Algemeen Overleg Milieuraad d.d. 24 februari 2009), deel ik u mede dat de
Europese Commissie inderdaad recent heeft besloten om handelsdefensieve
maatregelen te treffen tegen biodiesel uit de VS. Deze voorlopige maatregelen
zijn op 13 maart 2009 in werking getreden. Het besluit of deze maatregelen ook
definitief zullen worden opgelegd, wordt in juli 2009 genomen. Door de Raad voor
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen, die bevoegd is op het vlak van de
handelspolitiek.

Daarmee is deze zaak in het eindstadium beland van de procedure die in 2008 op
initiatief van de European Biodiesel Board (EBB) in Brussel is gestart. De
aanleiding hiervoor vormde een klacht van Europese - ook Nederlandse -
biodieselproducenten over subsidies, die in de Verenigde Staten worden verleend
om de productie en het gebruik van milieuvriendelijke brandstoffen (i.c. biodiesel)
te stimuleren.
Inmiddels is duidelijk dat hier geen sprake is van een exportsubsidie. Deze zijn -
althans voor industriële producten - door de WTO verboden vanwege de evident
handelsverstorende werking. Handelsverstorende effecten kunnen evenwel ook bij
andere vormen van subsidies optreden. Zoals in deze zaak omdat door
de subsidie als het ware de kostprijs van Amerikaanse biodiesel kunstmatig wordt
verlaagd en dit voordeel doorwerkt in de verkoopprijs. Dit heeft tot gevolg dat de
(gesubsidieerde) biodiesel goedkoper dan - onder normale marktomstandigheden
het geval zou zijn geweest - op de wereldmarkt kan worden gebracht.

Pagina 2 van 2
Directoraat-Generaal
Buitenlandse Economische
Betrekkingen
Directie Handelspolitiek en
Globalisering

Ons Kenmerk
BEB/HPG/9054996

Verlaging van de exportprijs is weliswaar niet het primaire doel (zoals bij een
verboden exportsubsidie), maar in de praktijk heeft de verstrekte subsidie wel dit
effect. Daarom zijn ook voor dit soort situaties multilaterale disciplines
overeengekomen. Deze hebben niet de vorm van een verbod, maar bieden de
mogelijkheid om met handelsdefensieve maatregelen (anti-subsidie, antidumping)
op te treden. Mits voldaan aan de geldende WTO-regels kan op deze
wijze het "level playing field" worden hersteld.
Bij deze zaak gaat het primair om anti-subsidiemaatregelen. Daarmee wordt de
handelsverstoring in kwestie bij de bron aangepakt, aangezien de Europese markt
in relatief korte tijd met gesubsidieerde biodiesel uit de VS werd overspoeld. Dit
heeft ertoe geleid dat de biodieselindustrie in Europa min of meer in de
opstartfase is blijven hangen en productie in Europa is stilgelegd omdat onder
deze omstandigheden niet tegen Amerikaanse biodiesel geconcurreerd kon
worden. Welke definitieve maatregelen uiteindelijk zullen worden genomen, is van
een aantal factoren afhankelijk. Zo is het - net als bij anti-dumping-maatregelen -
noodzakelijk dat ook rekening wordt gehouden met mogelijke negatieve effecten,
bijvoorbeeld voor de transportsector en de consument. In dit stadium zijn deze
nadelen nog onvoldoende in kaart gebracht, terwijl het van belang is deze in het
eindstadium gedegen mee te kunnen wegen. Daarnaast moeten we - in deze tijd
van toenemend protectionisme - er tevens voor waken dat tegenmaatregelen niet
verder gaan dan absoluut noodzakelijk is. Anders geven we vanuit de Europese
Unie een verkeerd signaal af aan onze handelspartners.

(w.g.) drs. F. Heemskerk
Staatssecretaris van Economische Zaken