Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Nota overgewicht

Nota overgewicht

Kamerstuk, 19 maart 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP/ADT 2918362

19 maart 2009

Geachte voorzitter,

Hierbij bieden wij u de Nota Overgewicht Uit balans: de last van overgewicht aan.

De Nota Overgewicht geeft een nadere invulling van de kabinetsvisie op gezondheid en preventie, waarover u bent bericht door middel van de brief met kenmerk PG 2798399, d.d. 24 september 2007.

Hoogachtend,

de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

de Minister voor Jeugd en Gezin,

mr. A. Rouvoet

de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker


* Nota overgewichtNota | 19 maart 2009 | pdf, 80 pag., 790 kB


1 SAMENVATTING
Ernst en omvang van het probleem
De snelle ontwikkeling van overgewicht en obesitas zijn zowel op wereldschaal als in Nederland een toenemende bedreiging van de volksgezondheid. De maatschappelijke gevolgen van met name obesitas worden in steeds meer sectoren merkbaar, denk alleen al aan verminderde productiviteit, uitval en verzuim. Overgewicht leidt vaak na verloop van tijd tot obesitas, een chronische ziekte waar je bijna niet meer vanaf komt als je deze eenmaal hebt. Preventie van (verdere) gewichtstoename is eigenlijk de enige remedie. De groei van overgewicht en obesitas onder kinderen is bijzonder verontrustend. Ook groepen met een lage sociaaleconomische status en bepaalde groepen allochtonen vertonen relatief veel overgewicht. De overheid zet stevig in op extra maatregelen voor kinderen en hun ouders. Dat heeft verschillende achtergronden. Allereerst zijn kinderen gevoeliger voor de gevolgen van obesitas. Verder zijn ze zelf nog niet verantwoordelijk voor hun leefstijl. En effectieve preventie van overgewicht is op jonge leeftijd goed mogelijk, waarbij de effecten ook op latere leeftijd nog doorwerken. Afbakening van de nota
Het ontstaan van overgewicht wordt door veel factoren veroorzaakt. Het probleem hangt sterk samen met de inrichting van onze moderne maatschappij. De landelijke overheid kan en wil dit niet alleen oplossen. Met de Nota Overgewicht pretendeert de rijksoverheid niet om definitief af te rekenen met het overgewichtprobleem, maar wel om de volgende stap te zetten in een gezamenlijke aanpak.

Veel maatschappelijke organisaties en lokale overheden zijn betrokken bij de overgewichtproblematiek, en worden erdoor geraakt in hun belangen. Door een toenemende actiebereidheid laten zij merken dat ze zich dit realiseren. De huidige inspanningen van de diverse partijen zijn echter nog onvoldoende. De rijksoverheid wil met deze nota maatschappelijke actoren en lokale overheden laten zien hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van overgewicht, en roept hen op om dit ook te doen. De Nota Overgewicht beschrijft diverse maatregelen om hen daarbij te faciliteren. Daarnaast gaat de nota dieper in op de aanpak van overgewicht en obesitas vanuit het volksgezondheidsdomein en het domein van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin. Omdat de gevolgen van overgewicht in veel sectoren merkbaar zijn en veel partijen betrokken zijn bij effectieve preventie van overgewicht, wil de rijksoverheid een politieke en maatschappelijke dialoog op gang brengen over de optimale aanpak van overgewicht. Partijen als het Convenant overgewicht, het Partnerschap Overgewicht Nederland en het Kenniscentrum Overgewicht zullen daarbij een rol spelen. De invulling van deze dialoog zal mede naar aanleiding van politieke besluitvorming verder vorm krijgen in het communicatietraject bij de implementatie van deze nota. Individuele verantwoordelijkheid
Slank zijn is het schoonheidsideaal in een groot deel van de moderne westerse samenleving. Toch wordt juist dit ideaal voor steeds meer mensen onbereikbaar, ondanks alle afslankdiëten, tips om te lijnen of cursussen om het gewicht onder controle te krijgen en te houden. De meeste mensen beginnen daar ook pas aan als ze al duidelijk te zwaar zijn. Het is heel moeilijk om dan blijvend weer op een goed gewicht te komen. Zeker wanneer men al van jongs af aan gewend is aan een eet- en beweegpatroon dat leidt tot een dagelijkse calorie-inname die ruim uit gaat boven wat het lichaam nodig heeft.

keuze gemakkelijker door etikettering en logo's en de overheid stelt daarvoor randvoorwaarden. Zo krijgt de burger betrouwbare informatie die hem of haar in staat stelt te kiezen voor een gezonde leefstijl met verantwoorde voeding en voldoende beweging. De keuzes, het gedrag en de leefstijl van mensen worden echter slechts ten dele bepaald door kennis en informatie. Vanuit de psychologie is bekend dat motieven als geld, genot, gemak en gewoonten sterke drijfveren zijn. Ook psychosociale drijfveren (identiteit, uiterlijk, groepsdruk) en emoties spelen een grote rol. De eigen gezondheid in de (verre) toekomst is in dit hele scala aan drijfveren meestal van ondergeschikt belang. Ook al begrijpen en beseffen mensen vaak heel goed dat hun leefstijl onverstandig is, emotioneel blijven ze gehecht aan hun vertrouwde voedingspatroon en de smaken die ze gewend zijn. Daarin worden ze meestal gesterkt door de sociale omgeving, te beginnen met de leden van het eigen huishouden met wie ze die smaak delen. Wie al jong geleerd heeft ongezond te eten en onvoldoende te bewegen, zal op latere leeftijd niet gemakkelijk kunnen overstappen naar een gezondere leefstijl. Het is daarom belangrijk dat kinderen en hun ouders al vroeg leren hun energiebalans in de gaten te houden. Voor volwassenen zal de keuze voor gezond gedrag vooral gemakkelijker moeten worden gemaakt. Dat kan door voorlichting, productinformatie en aanpassing van het productaanbod. Voor zowel volwassenen als kinderen is de wens om te beantwoorden aan de idealen van slankheid, jeugdigheid en fitheid een belangrijk motief om te kiezen voor een gezonde leefstijl. Sociaal gezien wordt het begrip gezondheid vooral in die termen uitgedrukt. Preventie en een gezondere omgeving
De inrichting van onze moderne maatschappij draagt bij aan het ontstaan van overgewicht. Door het gebruik van moderne hulpmiddelen als auto's en computers is de noodzaak voor fysieke inspanning afgenomen. Ook is het voedingsaanbod overvloedig. Een preventieve aanpak op lokaal niveau die de omgeving gezonder maakt, is essentieel voor succes. De directe omgeving bepaalt immers de bandbreedte van de mogelijke keuzes voor mensen. Ook bepaalt de inrichting van de omgeving hoe gemakkelijk die keuzes zijn. De sleutel voor een duurzame oplossing ligt dan ook bij gezamenlijke actie van maatschappelijke partijen om de leefomgeving weer gezonder te maken. Het gaat dan om de fysieke aspecten, bijvoorbeeld een gezond aanbod aan voedsel en een omgeving die bewegen stimuleert en mogelijk maakt. Maar ook om de sociale leefomgeving, zoals gewoonten binnen het gezin en bijvoorbeeld op scholen of op het werk. Het Convenant overgewicht heeft hiervoor een belangrijke aanzet gegeven. Ook na afloop van het convenant in 2010 zal VWS blijven investeren in het bijeenbrengen en stimuleren van maatschappelijke partners op het thema overgewicht. De gemeente speelt bij dit alles een belangrijke rol. De rijksoverheid ondersteunt gemeenten om hun regierol op het terrein van preventie waar te maken, onder andere door de krachtwijkenaanpak, en het beschikbaar stellen van middelen voor sport en bewegen en voor een adequate openbare gezondheidszorg. Daarbij hoort de ontwikkeling en uitrol van effectieve interventies, en praktische ondersteuning van gemeenten, bijvoorbeeld door het Centrum Gezond Leven en ZonMw. Maar uiteindelijk is de preventie van overgewicht in het belang van veel meer maatschappelijke partijen dan de lokale en landelijke overheid. Al deze partijen moeten de aanpak gezamenlijk gestalte geven. Preventie en zorg
In samenspraak met het zorgveld wordt een zorgstandaard obesitas ontwikkeld die zal leiden tot adequate ketenzorg voor mensen met obesitas. Van de zorgstandaard, waarin de patiënt Nota Overgewicht Uit balans:de last van overgewicht 5 centraal staat, maken zowel preventie- als zorgactiviteiten deel uit. De zorgstandaard omvat een beschrijving van de noodzakelijke onderdelen van deze zorg. Basis voor de zorgstandaard,is de multidisciplinaire richtlijn 'Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen' die het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO in november 2008 heeft gepubliceerd. Preventie is een belangrijk doel voor de gezondheidszorg als het om overgewicht en obesitas gaat. Preventie en zorg zullen op een aantal manieren steviger met elkaar worden verbonden. Een concreet voorbeeld is de zogeheten BeweegKuur, een leefstijlinterventie vanuit de zorg, die mensen aan het bewegen zet. Het ministerie van VWS onderzoekt of en hoe vergoeding van de BeweegKuur in het basispakket kan worden gebracht. Een andere maatregel is burgers te stimuleren tot een gezonde leefstijl en deelname aan preventieactiviteiten, door verzekeraars de mogelijkheid te geven om hun verzekerden het eigen risico kwijt te schelden bij aantoonbare deelname aan een preventieprogramma (zie paragraaf 4.3.4). Diverse initiatieven stimuleren de eerste lijn in haar rol bij lokale preventieactiviteiten en het voorlichten over een gezonde leefstijl. Kinderen
Het kabinet acht marketing van ongezonde voedingsmiddelen gericht op kinderen jonger dan twaalf jaar onwenselijk. Het kabinet gaat ervan uit dat deze beperking door zelfregulering haalbaar is, bijvoorbeeld via een aanscherping van de Reclamecode voor voedingmiddelen. De uit Frankrijk afkomstige EPODE-systematiek ('Ensemble Prévenons l'Obesité Des Enfants') laat zien hoe initiatieven van een invloedrijke persoon (in Frankrijk gaat het om de burgemeester) kunnen leiden tot samenwerking op lokaal niveau, waarbij partijen zich kunnen profileren. Op de plaatsen waar EPODE al langer loopt, blijkt deze aanpak zeer effectief te zijn. Via ZonMw wordt budget beschikbaar gesteld om een aan de Nederlandse omstandigheden aangepaste aanpak op basis van deze systematiek uit te rollen. Ook zal een ambassadeur worden benoemd voor een integrale en samenhangende lokale aanpak van overgewicht bij kinderen. Daarnaast zijn er effectieve interventies beschikbaar voor preventie van overgewicht bij kinderen die werken via een gezonde schoolomgeving, zoals JUMP-in, Lekker fit! en De Gezonde Schoolkantine. Bovendien worden gemeenten ondersteund bij de bevordering van bewegen en sportdeelname door de jeugd. Onderzoek
Onderzoek vindt plaats op verschillende terreinen. Monitoringonderzoek is essentieel voor het volgen en eventueel bijsturen van de aanpak van overgewicht. Goede monitoring wordt geborgd en verbonden met de aanpak op lokaal niveau. Basaal onderzoek vindt plaats naar fysiologische, genetische en gedragsfactoren. Dit gebeurt op meerdere plaatsen in Nederland. Dit onderzoek zal verder op elkaar worden afgestemd in zogeheten kennisarena's. Gezondheid en calorie-inhoud zijn belangrijke aandachtspunten bij het onderzoek van het bedrijfsleven naar innovatie van voedingsproducten. In het kader van de Food & Nutrition Delta wordt hier een aanzienlijke inspanning geleverd. Ten aanzien van kennislacunes, onder meer op het gebied van eetstoornissen bij heel jonge kinderen, zijn twee adviesaanvragen neergelegd bij de Gezondheidsraad. Onderzoek naar effectieve manieren van gezondheidsbevordering loopt al decennia en heeft inmiddels een schat aan inzichten en kennis opgeleverd. Om deze kennis beter te delen en toe te passen, is het Centrum Gezond Leven bij het RIVM opgericht en heeft ZonMw een aparte aanwijzing gekregen in het kader van het Programma Preventie.