European Union



7880/09

CONCL 1

BEGELEIDENDE NOTA
van:
het voorzitterschap
aan:
de delegaties
Betreft:
EUROPESE RAAD VAN BRUSSEL
19/20 MAART 2009
CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (19/20 maart 2009).


---

De Europese Raad sprak zijn vertrouwen uit in het vermogen van de EU om de financiële en economische crisis het hoofd te bieden. Bij het beschouwen van de aanzienlijke budgettaire stimulans waarmee de EU-economie nu wordt ondersteund (meer dan 400 miljard euro) onderstreepte hij dat gezamenlijk optreden en coördinatie een wezenlijk onderdeel van de Europese herstelstrategie zijn en benadrukte hij dat Europa al het nodige zal doen om de groei te herstellen. Tevens wees hij erop dat de interne markt cruciaal is om de duur en de diepte van de recessie in Europa te beperken. Hij wees erop dat de kredietstroom naar het bedrijfsleven en de huishoudens opnieuw op gang moet komen en kwam overeen dat in hoger tempo naar een akkoord over de hangende wetgevingsvoorstellen betreffende de financiële sector moet worden toegewerkt. De Europese Raad zal in juni de eerste besluiten nemen om de regulering van en het toezicht op de financiële sector in de EU te versterken op basis van Commissievoorstellen, na uitvoerige besprekingen in de Raad over het verslag de Larosière. Uitgaande van de eigen ervaring van de EU en haar wens om een significante rol te spelen in de vormgeving van de toekomstige internationale governance van de financiële sector, heeft hij het standpunt van de Unie met het oog op de G20-top in Londen op 2 april bepaald.

Voorts heeft de Europese Raad zich opnieuw over de energiezekerheid gebogen. Er is specifiek overeenstemming bereikt over uitgangspunten voor het opzetten van een crisismechanisme waarmee voorzieningsverstoringen moeten worden aangepakt. De Europese Raad heeft verder gewerkt aan de voorbereiding van de Conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering. Tot slot is overeenstemming bereikt over een verklaring tot instelling van het oostelijk partnerschap.

o
o o

De bijeenkomst van de Europese Raad werd voorafgegaan door een uiteenzetting van de heer Hans-Gert Pöttering, voorzitter van het Europees Parlement, na afloop waarvan een gedachtewisseling plaatsvond.

o
o o


1. Economische, financiële en sociale situatie

Het bestrijden van de wereldwijde economische en financiële crisis is een van de grootste uitdagingen waarvoor de EU zich ooit geplaatst heeft gezien. Door gezamenlijke actie kan de EU haar financiële sector gezond maken, de kredietstroom naar de reële economie op gang brengen en haar burgers beschermen tegen de ergste gevolgen van de crisis. De herstelondersteunende maatregelen kunnen ook zo worden vormgegeven dat zij bijdragen tot een sterkere EU-economie voor de toekomst. Vertrouwen scheppen en financiële stabiliteit bevorderen
1. De Europese Unie zet zich in voor vertrouwensherstel en opnieuw goed functionerende financiële markten, wat een absolute voorwaarde is om uit de huidige financiële en economische crisis te geraken, en bouwt daarbij voort op het resultaat van de top van Berlijn van 22 februari 2009 en de ministeriële bijeenkomst van de G20 van 14 maart 2009.


1. De door de lidstaten in het kader van gemeenschappelijke beginselen getroffen maatregelen inzake garantieverlening en vroegtijdige herkapitalisatie hebben een totale ineenstorting van het financiële stelsel afgewend. Verdere maatregelen kunnen echter geboden zijn om de kredietmarkten weer te doen functioneren en de kredietstroom naar de reële economie te faciliteren, met name door een oplossing voor probleemactiva te vinden op grond van volledige informatieverstrekking aan de toezichthoudende autoriteiten. De Europese Raad roept de lidstaten ertoe op in onderlinge coördinatie op te treden, in overeenstemming met de in de Commissiemededeling van 25 februari 2009 vervatte richtsnoeren en met volledige eerbiediging van de mededingingsregels. De Raad wordt verzocht de doeltreffendheid van de genomen maatregelen en de algemene situatie inzake de stabiliteit en de werking van de financiële markten te beoordelen en de Europese Raad in juni 2009 daarvan verslag te doen. Met betrekking tot de banksector mag de steun voor moederbanken niet inhouden dat beperkingen worden opgelegd aan de activiteiten van dochterondernemingen in de lidstaten van ontvangst.


1. De omvang en de diepere oorzaken van de wereldwijd heersende financiële en economische crisis tonen aan dat het mondiale macro-economisch beheer en het reguleringskader voor de financiële markten moeten worden bijgesteld. De prudentiële regels, de regelingen inzake crisisbeheer en het toezichtskader moeten op nationaal, Europees en mondiaal niveau worden versterkt. Financiële regulering dient conjunctuurcycli eerder te temperen dan te versterken. De Europese Raad dringt er bij het FSF, het Bazels Comité voor het bankentoezicht en de Commissie op aan om hun werktempo op te voeren en spoedig met passende aanbevelingen te komen. Dit moet worden aangevuld met een sterk EU-initiatief wat betreft het evalueren van de internationale standaarden voor jaarrekeningen.


1. In dit verband roept de Europese Raad de Raad en het Europees Parlement ertoe op snel tot overeenstemming te komen over de wetgevingsbesluiten betreffende kredietratingbureaus, solvabiliteit van verzekeringsondernemingen, kapitaalvereisten voor banken, grensoverschrijdende betalingen en elektronisch geld, zodat deze besluiten nog vóór het reces van het Europees Parlement kunnen worden aangenomen.

2. De Europese Raad is het erover eens dat de regulering van en het toezicht op de financiële instellingen in de EU moeten worden verbeterd en dat maatregelen gebaseerd moeten zijn op het verslag van de door Jacques de Larosière voorgezeten groep op hoog niveau financieel toezicht. De Raad krijgt de opdracht zich te buigen over dit verslag en de voorstellen van de Commissie betreffende het versterken van de regulering van en het toezicht op de financiële sector in de EU met het oog op eerste besluiten tijdens de Europese Raad van juni 2009. Gedetailleerder wetsvoorstellen zullen volgen in het najaar. Voorts moeten de aangekondigde Commissievoorstellen inzake hedgefondsen en private equity, bezoldigingen van bestuurders en verdere versterking van de kapitaalvereisten voortvarend ter hand worden genomen.

De reële economie weer op de rails zetten

1. De Europese Raad spreekt zijn vertrouwen uit in de perspectieven op middellange en lange termijn van de EU-economie en zal resoluut al het nodige doen om werkgelegenheid en groei te herstellen. Door gecoördineerd en in het kader van de interne markt en de EMU te blijven optreden, zal de EU de crisis overwinnen en er sterker uit komen.


1. Bij de uitvoering van het in december vorig jaar aangenomen Europees economisch herstelplan zijn al goede vorderingen gemaakt. Hoewel het tijd zal kosten voordat de positieve effecten zichtbaar worden in de economie, zullen de omvangrijke begrotingsmaatregelen (ten belope van circa 3,3% van het EU-bbp, ruim 400 miljard euro) nieuwe investeringen genereren, de vraag stimuleren, banen scheppen en de EU helpen zich te ontwikkelen tot een koolstofarme economie.


1. De Europese Raad heeft een akkoord^ bereikt over het communautaire onderdeel van het Europees economisch herstelplan, ter ondersteuning van projecten op energiegebied, breedbandinternet en maatregelen in verband met de check-up van het GLB. De Europese Raad verzoekt het voorzitterschap het tempo van het overleg met het Europees Parlement op te voeren, opdat de Raad en het Europees Parlement nog voor het parlementaire reces overeenstemming bereiken.

2. In totaal wordt ongeveer 30 miljard euro uit EU-bronnen beschikbaar gesteld. De Europese Raad verwelkomt in het bijzonder de vooruitgang ten aanzien van het uitkeren van voorschotten uit de structuurfondsen en het cohesiefonds, het akkoord over de vrijwillige toepassing van verlaagde btw-tarieven en de maatregelen van de EIB om de financieringsmogelijkheden voor het mkb te versterken. Hij dringt aan op een spoedig akkoord over de herziening van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.


1. Maatregelen die de lidstaten ter ondersteuning van de reële economie en de werkgelegenheid nemen, moeten goed getimed, doelgericht en tijdelijk van aard zijn en bij de uitvoering moeten de volgende leidende beginselen worden gehanteerd: zij moeten openheid binnen de interne markt en tegenover derde landen stimuleren; zij mogen geen discriminatie van goederen en diensten uit andere lidstaten behelzen; zij moeten consistent zijn met de hervormingsdoelstellingen voor de lange termijn. Te dien einde moeten de lidstaten en de Commissie informatie en hun beste praktijken uitwisselen en hun inspanningen bundelen zodat er synergieën ontstaan. In het bijzonder de mededeling van de Commissie van 25 februari 2009 verschaft een belangrijke kader voor het optreden ter ondersteuning van de automobielsector, inclusief nauwere Europese coördinatie van de programma's voor vernieuwing van het wagenpark.


1. Het is van cruciaal belang dat overeengekomen herstelmaatregelen, zowel op nationaal als op communautair niveau verder worden uitgevoerd. De Commissie en de Raad wordt verzocht de getroffen maatregelen te evalueren en te volgen en aan de Europese Raad van juni 2009 verslag uit te brengen.


1. De Europese Raad verklaart nogmaals zeer te hechten aan solide overheidsfinanciën en aan het kader van het stabiliteits- en groeipact. De lidstaten moeten zo spoedig mogelijk terugkeren naar hun begrotingsdoelstellingen voor de middellange termijn, in het tempo van het economische herstel en in overeenstemming met het stabiliteits- en groeipact, en aldus zo spoedig mogelijk opnieuw begrotingssituaties bereiken die verenigbaar zijn met houdbare overheidsfinanciën.

2. Macrofinanciële stabiliteit is een wezenlijk onderdeel van de weerbaarheid van de Europese economie als geheel. De Europese Raad benadrukt dat de solidariteit tussen de lidstaten een fundamentele waarde van de EU is, en verzoekt de Commissie en de Raad de noodzakelijke maatregelen te nemen teneinde in voorkomend geval klaar te staan om, naar gelang van het geval, op basis van alle beschikbare instrumenten en waar dienstig in nauwe samenwerking met de internationale financiële instellingen, tot actie over te gaan. De Gemeenschap staat klaar om financiële betalingsbalansondersteuning te verstrekken aan de hiervoor in aanmerking komende lidstaten die deze nodig hebben en is ingenomen met het voornemen van de Commissie om een voorstel in te dienen teneinde het maximumbedrag van het EU-mechanisme voor financiële betalingsbalansondersteuning te verdubbelen tot 50 miljard euro.

Ten volle gebruik maken van de hernieuwde Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid

1. In de huidige crisis blijft de hernieuwde Lissabonstrategie, inclusief de nu geldende geïntegreerde richtsnoeren, het effectieve kader voor het stimuleren van duurzame groei en werkgelegenheid. De crisis markeert de noodzaak om met meer spoed te werken aan structurele hervormingen, die de geloofwaardigheid en de impact van stimuleringsmaatregelen zullen vergroten. De kortetermijnmaatregelen van de EU en de lidstaten zullen maximale voordelen bieden indien zij aansluiten bij de doelstellingen voor de middellange en de lange termijn van de Lissabonstrategie.


1. De Europese Raad onderschrijft de geactualiseerde landenspecifieke geïntegreerde aanbevelingen voor het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en hoopt dat deze snel zullen worden uitgevoerd. In dit verband ziet de Europese Raad uit naar de voorstellen inzake de Lissabonstrategie voor de periode na
2010 die de Commissie in de tweede helft van dit jaar zal presenteren.


1. Op onderstaande gebieden moet het werktempo worden opgevoerd en moeten dringend concrete maatregelen worden genomen: bestaande belemmeringen wegnemen en nieuwe voorkomen, en een volledig operationele interne markt tot stand brengen; administratieve lasten verder verminderen; de randvoorwaarden voor de industrie
- teneinde een sterke industriële basis in stand te houden - en het bedrijfsleven verbeteren, met speciale aandacht voor mkb-ondernemingen en innovatie; partnerschap tussen ondernemingen, onderzoek, onderwijs en opleiding aanmoedigen; en de investeringen in onderzoek, kennis en onderwijs opvoeren en kwalitatief verbeteren. Wat meer bepaald het terugdringen van de administratieve lasten betreft, wordt de Commissie verzocht om alle voorstellen in elk van de dertien prioritaire gebieden nog voor het einde van haar ambtstermijn in te dienen. Het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding is van cruciaal belang.


1. Conform de conclusies van zijn bijeenkomst van december 2008 herinnert de Europese Raad eraan dat de ontwikkeling van telecommunicatie en breedband van fundamenteel belang is voor investeringen, nieuwe werkgelegenheid en algemeen economisch herstel in Europa. Gelet op de risico's die investerende ondernemingen nemen, moet een impuls worden gegeven aan efficiënte investeringen en innovatie in nieuwe en verbeterde infrastructuur. Daartoe moeten op diversificatie van het investeringsrisico gerichte samenwerkingsregelingen worden toegestaan tussen investeerders en partijen die toegang tot financiering zoeken. Tegelijkertijd moet ervoor worden gezorgd dat de mededingingsstructuur van de gehele markt en het beginsel van non-discriminatie worden gehandhaafd. In dit verband verzoekt hij de Commissie om uiterlijk eind 2009 een Europese breedbandstrategie te ontwikkelen, in nauwe samenwerking met de belanghebbenden.


1. De Europese Raad stelt vast dat vrije en eerlijke handel een essentiële factor van mondiaal herstel is, en dringt aan op spoedige afsluiting van de bilaterale handelsbesprekingen en de WTO-ontwikkelingsagenda van Doha.

De sociale gevolgen van de crisis bestrijden

1. De snelle stijging van de werkloosheid baart grote zorgen. Het is belangrijk banenverlies en negatieve sociale consequenties te voorkomen en te beperken. Het stimuleren van werkgelegenheid, met name door het verwerven van nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen te bevorderen, is eveneens een prioriteit. Van essentieel belang om het vertrouwen te herstellen en te versterken en de weg te helpen effenen voor het herstel, is dat verder wordt gebouwd op solidariteit en dat de sociale beschermingsstelsels in staat worden gesteld ten volle hun rol van automatische stabilisatoren te spelen. Ook mobiliteit blijkt aanzienlijk bij te dragen tot economische groei. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de meest kwetsbaren en naar nieuwe categorieën waarvoor uitsluiting dreigt.


1. Tijdens de werkgelegenheidstop die in mei 2009 zal plaatsvinden, zullen ervaringen kunnen worden uitgewisseld over de mate waarin de herstelmaatregelen de werkgelegenheid hebben gesteund. Op de top zullen in het bijzonder kwesties worden besproken als handhaving van het werkgelegenheidsniveau door middel van flexizekerheid en mobiliteit, het verbeteren van vaardigheden en het anticiperen op de behoeften van de arbeidsmarkt, teneinde concrete richtsnoeren op te stellen. Die top vormt ook een gelegenheid om aandacht te schenken aan versterking en herstructurering van de arbeidsmarkt, om deze op de toekomst voor te bereiden. De top wordt voorbereid in samenwerking met alle belanghebbenden, inclusief de sociale partners.

Samenwerken op mondiaal niveau

1. Een mondiale crisis vraagt om een mondiale respons. Om de wereldeconomie weer op de rails te zetten, richting herstel, is gecoördineerd, goed getimed optreden noodzakelijk. Overeenkomstig het resultaat van de top van Berlijn en de ministeriële bijeenkomst van de G20 doet de EU haar deel om de vraag te ondersteunen en zal zij alle maatregelen treffen die nodig mochten zijn. Onze inspanningen moeten een adequate weerklank vinden op internationaal niveau.


1. De Europese Unie zal op mondiaal niveau een leidende rol op zich nemen bij het bevorderen van een spoedige terugkeer naar duurzame economische groei; het versterken van ons vermogen om crises te beheersen; het doen vorderen van de hervorming van de financiële markten en het steunen van ontwikkelingslanden om te vermijden dat de vooruitgang van de afgelopen jaren in gevaar komt en dat de economische en politieke stabiliteit van die landen aldus wordt ondermijnd. De G20-top in Londen wacht een essentiële rol bij het hervormen van het mondiale financiële systeem en het herstellen van het vertrouwen van de economische actoren overal ter wereld. Te dien einde hecht de Europese Raad zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt dat in bijlage 1 staat, en verzoekt hij de Raad en de Commissie om te zorgen voor een passende follow-up na de top.


1. De Europese Unie zal met betrekking tot deze aangelegenheden streven naar multilaterale overlegmechanismen die zouden openstaan voor deelname door regionale groeperingen.


1. Energie en klimaatverandering

De energiezekerheid van de Unie versterken

1. Energiezekerheid is een belangrijke prioriteit die moet worden bevorderd door middel van een hogere energie-efficiëntie, diversifiëring van energieleveranciers, energiebronnen en voorzieningsroutes, en middels het behartigen van de energiebelangen van de Unie tegenover derde landen. Om energiezekerheid te bewerkstelligen moeten de EU als geheel en elke lidstaat afzonderlijk bereid zijn solidariteit te paren aan verantwoordelijkheid. In dat verband onderschrijft de Europese Raad de brede initiatieven, gepresenteerd in de tweede strategische energiebeleidsevaluatie en verder uitgewerkt in de conclusies van de Raad TTE van 19 februari 2009. De Europese Raad stemt in het bijzonder in met het volgende:


* De energie-infrastructuren en -interconnecties moeten worden ontwikkeld. Te dien einde wordt de Commissie verzocht om, in samenwerking met de lidstaten, snel de gedetailleerde acties te presenteren die nodig zijn voor de verwezenlijking van de prioriteiten van de strategische energiebeleidsevaluatie^ . Deze acties laten andere overeengekomen prioritaire energieprojecten onverlet. Met het oog op de langere termijn wordt de Commissie verzocht begin 2010 haar voorstel in te dienen voor een nieuw EU-instrument voor energiezekerheid en -infrastructuur.


* De recente gascrisis heeft aangetoond dat er in de EU dringend behoefte is aan passende crisismechanismen en aan duidelijke garanties van de kant van leveranciers en doorvoerpartners dat voorzieningsverstoringen zullen uitblijven. De Raad moet de aangekondigde Commissievoorstellen tot herziening van de wetgeving inzake de zekerheid van de gasvoorziening voor eind 2009 bespreken. Deze moet onder meer het volgende behelzen: een passend crisismechanisme dat zorgt voor paraatheid van alle actoren, inclusief de energie-industrie, transparantie en voorafgaande informatie door het opstellen van regionale en EU-plannen voor voorzieningszekerheid; solidariteit onder de lidstaten door het opstellen van regionale plannen; en een betere beoordeling en coördinatie door het bijstellen van de drempel voor het treffen van maatregelen op communautair niveau.


* De bevordering van energie-efficiëntie kan een grote bijdrage leveren aan energiezekerheid. Daarom roept de Europese Raad de Raad ertoe op nog dit jaar tot een akkoord te komen over de voorstellen van het energie-efficiëntiepakket. Hij verzoekt de Commissie spoedig met een voorstel tot herziening van het actieplan inzake energie-efficiëntie te komen.


* Een efficiënte, geliberaliseerde interne energiemarkt met goede verbindingen is voorwaarde voor een doeltreffend energiezekerheidsbeleid. Daarom roept de Europese Raad de Raad en het Europees Parlement ertoe op nog vóór het reces van het Europees Parlement overeenstemming te bereiken over het derde pakket voor de interne energiemarkt.

* De Europese Raad benadrukt dat energiebronnen, brandstoffen en energievoorzieningsroutes moeten worden gediversifieerd, en benadrukt het toenemende belang van energie in de externe betrekkingen van de EU. Hij verzoekt de Commissie om nog dit jaar voorstellen in te dienen voor concrete actie inzake de ontwikkeling van de zuidelijke corridor, met inbegrip van een concreet mechanisme dat toegang tot gas uit de Kaspische regio mogelijk maakt. Van bijzonder belang is dat de EU en haar lidstaten tegenover de aanvoer- en de doorvoerlanden een consistente boodschap blijven uitdragen ("met één stem spreken").


* Ook herhaalt de Europese Raad dat optimaal gebruik moet worden gemaakt van de eigen energiebronnen, inclusief energie uit hernieuwbare bronnen, fossiele brandstoffen en, in de landen die daarvoor hebben gekozen, kernenergie.

De conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering voorbereiden
1. De Europese Unie blijft ernaar streven een leidende rol te spelen bij de totstandbrenging van een brede, mondiale klimaatovereenkomst in december 2009 in Kopenhagen die de opwarming van de aarde onder de 2°C houdt. De Europese Raad herinnert er in dit verband aan dat de EU, als bijdrage tot deze klimaatovereenkomst, een emissiereductieverplichting van 30% is aangegaan, op voorwaarde dat andere ontwikkelde landen zich tot vergelijkbare emissiereducties verplichten en dat de gevorderde ontwikkelingslanden een bijdrage leveren die in verhouding staat tot hun verantwoordelijkheden en respectieve capaciteiten. In de Raadsconclusies van maart 2009 wordt nader ingegaan op de inspanningen die de EU van de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden verwacht, en wordt ook beklemtoond dat het totale streefcijfer voor de ontwikkelde landen op een eerlijke manier moet worden gespreid, op zodanige wijze dat hun inspanningen vergelijkbaar zijn.


1. De Europese Raad acht het van belang dat een mondiale koolstofmarkt tot stand wordt gebracht, inclusief een hervormd mechanisme voor schone ontwikkeling.


1. Voor de financiering van mitigatie- en adaptatiemaatregelen, vooral in de meest kwetsbare ontwikkelingslanden, zullen aanzienlijke binnenlandse en externe financieringsbronnen (zowel openbare als particuliere) nodig zijn. De Europese Unie zal een billijk deel van de financiering van deze maatregelen in ontwikkelingslanden voor haar rekening nemen. De komende debatten over het genereren van financiële steun moeten onder meer worden toegespitst op verschillende formules, zoals een op een overeengekomen verdeelsleutel gebaseerd bijdragensysteem, marktgebaseerde benaderingen op grond van een veilingregeling, of een combinatie van deze en andere formules.


1. De Europese Raad zal deze aangelegenheden tijdens zijn bijeenkomst in juni nader bespreken. Hij benadrukt dat de internationale financieringsmechanismen nader moeten worden onderzocht. Hij zal ruimschoots op tijd voor de conferentie van Kopenhagen het volgende bepalen: 1) de standpunten van de EU betreffende hoofdbenaderingen voor de financiering van mitigatie, adaptatie, technologische ondersteuning en capaciteitsopbouw; 2) de details betreffende de bijdrage van de EU; en 3) de beginselen van de lastenspreiding over de lidstaten. Dit zal gebeuren op basis van concrete voorstellen van de Commissie. De Europese Unie zal daarbij met name aandacht schenken aan de noden van de meest kwetsbare ontwikkelingslanden.


1. Europees nabuurschapsbeleid

Oostelijk partnerschap

1. Bevordering van stabiliteit, goed bestuur en economische ontwikkeling in haar oostelijke buurlanden is van strategisch belang voor de Europese Unie. Conform de Commissiemededeling van
3 december 2008 verwelkomt de Europese Raad de instelling van een ambitieus oostelijk partnerschap en neemt hij de aan deze conclusies gehechte verklaring aan. Hij roept op de nodige voorbereidingen te treffen voor de topbijeenkomst met de partnerlanden op 7 mei 2009, waar het oostelijk partnerschap van start zal gaan.

2. Het oostelijk partnerschap zal de beoogde stabiliteit en welvaart tussen de oostelijke partners van de EU die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, bevorderen. De Europese Raad committeert zich, onder de in de verklaring gestelde voorwaarden, aan een sterker bilateraal engagement en aan een nieuw multilateraal kader tussen de EU en Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, de Republiek Moldavië en Oekraïne, dat hervormingen, onderlinge aanpassing van de wetgeving en verdere economische integratie moet bespoedigen.


1. De Europese Raad verzoekt de Commissie en het huidige en volgende voorzitterschap om, samen met de partners, snel voortgang te maken met de praktische uitvoering van het partnerschap en verzoekt de Commissie te zijner tijd een verslag over het eerste toepassingsjaar van het oostelijk partnerschap voor te leggen.

Unie voor het Middellandse Zeegebied

1. De Europese Raad herhaalt dat hij het partnerschap met de zuidelijke landen uit het Middellandse Zeegebied wil aanhalen. Hij roept ertoe op de uitvoering te hervatten van de projecten die door de Top van Parijs zijn aangeduid. In dit verband is het van belang de vestiging van het permanent secretariaat van de Unie voor het Middellandse Zeegebied in Barcelona zo spoedig mogelijk te regelen.


1. Betrekkingen tussen de EU en de VS


1. De Europese Raad werd door het voorzitterschap geïnformeerd over de stand van de voorbereidingen van de informele top EU-VS die op
5 april 2009 in Praag zal plaatsvinden. De Europese Raad beklemtoont andermaal het strategische belang van trans-Atlantische betrekkingen. Hij is het erover eens dat met name economische aangelegenheden, energiezekerheid en klimaatverandering en de strategische benadering ten aanzien van het gebied tussen de Middellandse Zee en de Kaspische Zee moeten worden besproken.

2. Verdrag van Lissabon


1. De Europese Raad heeft kennis genomen van de stand van de uitvoering van zijn conclusies van december 2008 over het Verdrag van Lissabon. Hij zal in zijn bijeenkomst in juni 2009 op dit punt terugkomen.


1. Ter informatie bracht de minister-president van Tsjechië verslag uit over de stand van de bekrachtiging van het Verdrag van Lissabon in Tsjechië. Na de uitspraak van het Constitutioneel Hof van Tsjechië van 26 november 2008 heeft de Kamer van Afgevaardigden van het Tsjechische parlement op
18 februari 2009^ machtiging tot deze bekrachtiging gegeven en zal de Senaat in de komende weken over dit onderwerp debatteren.


________________________

BIJLAGE 1

OVEREENGEKOMEN TEKST MET HET OOG OP DE G20-TOP IN LONDEN

Leiding geven aan het internationale optreden dat nodig is om een spoedig herstel van duurzame economische groei te bevorderen
* In overeenstemming met het resultaat van de top van Berlijn en de ministeriële bijeenkomst van de G20 de internationale coördinatie van budgettaire stimuleringsmaatregelen voortzetten. Voorgenomen budgettaire stimuleringspakketten snel uitvoeren. Het ordelijk afbouwen van macro-economische stimulansen voorbereiden.


* Voorrang geven aan het opnieuw goed doen functioneren van kredietmarkten en het faciliteren van de kredietstroom naar de economie, hetgeen van cruciaal belang is voor de effectiviteit van budgettaire stimulansen. Goed getimed en gecoördineerd optreden en gelijke spelregels garanderen.


* Ervoor zorgen dat de budgettaire maatregelen sporen met langetermijndoelstellingen zoals houdbare overheidsfinanciën, verbetering van de productiviteit en het aanpakken van de vergrijzingsproblematiek en de klimaatverandering.


* De markten openhouden en elke vorm van protectionisme vermijden (geen nieuwe belemmeringen voor investeringen of handel; geen nieuwe uitvoerbeperkingen). Snel overeenstemming trachten te bereiken over de praktische uitvoering van de ontwikkelingsagenda van Doha, die een ambitieus en evenwichtig resultaat moet opleveren.


* Steun geven aan een multilateraal initiatief inzake handelsfinanciering, aangezien de slinkende handelsfinanciering de neergang van de wereldhandel nog verergert. Inspanningen ondersteunen die ervoor zorgen dat handelsfinanciering alle ondernemingen bereikt, ook het midden- en kleinbedrijf, zowel in de ontwikkelde als in de ontwikkelingslanden, en dat dit snel gebeurt en geen verstoringen veroorzaakt.

Ons vermogen versterken om crisissen mondiaal te beheren en te voorkomen

* Het IMF belasten met het controleren en bevorderen van de uitvoering van het in november 2008 op de G20-top in Washington aangenomen actieplan op het gebied van de financiële regulering, in nauwe samenwerking met het Forum voor financiële stabiliteit (FSF).


* Verbeteren van de toezichtsinstrumenten van het IMF om zijn sleutelrol bij crisispreventie te versterken. De samenwerking tussen het IMF en het FSF versterken, met de bedoeling de uit de financiële sector en de desbetreffende regulering voortvloeiende systeemrisico's voor en de zwakke plekken in het financiële bestel te inventariseren en ervoor te zorgen dat de leden corrigerend optreden.


* De middelen van het IMF zeer aanzienlijk verhogen, zodat het zijn leden snel en flexibel kan bijstaan in geval van betalingsbalansmoeilijkheden. Het kredietverleningskader van het IMF moet worden gestroomlijnd en aangepast, met de bedoeling het beter toe te rusten voor crisispreventie en crisisrespons. Voor de specifieke crisisondersteuning zijn de lidstaten van de EU bereid om op korte termijn en op vrijwillige basis de kredietverleningscapaciteit van het IMF tijdelijk te ondersteunen door middel van een lening van in totaal 75 miljard euro.


* Steun verlenen aan de bestuurshervorming van de internationale financiële instellingen (IFI's). Snel werk maken van de uitvoering van de in april 2008 overeengekomen hervorming van de quota en de stemverhoudingen in het IMF. Het IMF zo hervormen dat het relatieve gewicht van de respectieve economieën in de wereldeconomie adequater wordt weerspiegeld, en de procedure voor de selectie van het topmanagement van IFI's transparanter maken en meer op verdiensten baseren. Waardering betuigen voor de uitbreiding van het FSF tot alle leden van de G20, Spanje en de Europese Commissie, en de institutionele versterking van het FSF steunen.


* Streven naar een consensus over en naar vaststelling van een mondiaal handvest voor duurzame economische bedrijvigheid, dat uitgaat van marktwerking maar uitwassen voorkomt, als eerste stap naar een reeks mondiale normen inzake governance.

Betere regulering van financiële markten


* Transparantie en verantwoordingsplicht aanscherpen, zodat valkuilen uit het verleden worden vermeden, met name door macroprudentieel toezicht tot een standaardonderdeel van het overkoepelend toezicht op de financiële sector te maken.


* Zorgen voor passende regulering van en overkoepelend toezicht op alle financiële markten, producten en deelnemers die een systeemrisico vertegenwoordigen, zonder uitzonderingen en ongeacht het land van vestiging of woonplaats. Dit geldt met name voor besloten kapitaalfondsen, waaronder hedgefondsen, private equity en alternatieve beleggingsvehikels.


* Kredietratingbureaus onderwerpen aan deugdelijke, internationaal afgestemde regulering en toezicht, om de kwaliteit en transparantie van beoordelingen te waarborgen en belangenconflicten te vermijden.


* De transparantie en de veerkracht van de markten voor kredietderivaten vergroten, in het bijzonder door de standaardisering van contracten en het gebruik van centrale clearingtegenpartijen, mits effectieve regulering en effectief toezicht.


* Vastberaden strijden tegen belastingfraude, financiële criminaliteit, witwassen van geld en financiering van terrorisme, en tegen elke bedreiging van de financiële stabiliteit en de integriteit van de markt. Het financiële stelsel beschermen tegen niet-transparante, niet-coöperatieve en minder strikt gereguleerde jurisdicties, waaronder offshorecentra. Aandringen op het opstellen van lijsten van dergelijke jurisdicties, daarbij rekening houdend met recente ontwikkelingen, en sanctie-instrumenten uitwerken die de toepassing van passende, graduele tegenmaatregelen mogelijk maken. De Financiële-actiegroep, de OESO en het FSF om voorstellen ter zake verzoeken.


* Degelijke gemeenschappelijke beginselen aannemen inzake ondernemingsbestuur en bezoldiging, om te voorkomen dat beloningsregelingen het nemen van overdreven risico's in de hand werken. Beloningsregelingen moeten door toezichthouders worden geëvalueerd en er moet in een effectieve handhavingsregeling worden voorzien.


* De samenwerking onder toezichthouders verbeteren, met name door snel - vóór eind 2009 - colleges van toezichthouders voor alle grote grensoverschrijdende financiële instellingen in te voeren. De toezichthouders moeten goede praktijken uitwisselen en de mondiale convergentie van werkwijzen bevorderen.


* Zorgen voor een betere regulering op het gebied van bancair kapitaal, om te garanderen dat banken in goede tijden extra kapitaalbuffers aanleggen om slechte tijden beter te doorstaan. De werkgroepen en instellingen die op dit terrein actief zijn aanmoedigen om zo spoedig mogelijk passende aanbevelingen te doen, rekening houdend met de doeltreffendheid van de bestaande regels (Bazel II).


* De prudentiële regels en standaarden voor jaarrekeningen verbeteren om hun procyclische werking te mitigeren en de verantwoordingsplicht van de International Accounting Standards Board aanscherpen door het bestuur en het mandaat daarvan verder te hervormen.


* Voorzien in strenge handhaving van de financiële regelgeving en transparantie, op basis van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties, om de integriteit van de financiële markten te bevorderen. Evalueren van de wijze waarop de regels van de sector ter bescherming van markten en investeerders worden uitgevoerd, waar passend in verschillende sectoren en markten.

Ontwikkelingslanden helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de crisis


* Mondiale ontwikkeling bevorderen als deel van de oplossing voor de wereldwijde crisis en als fundering voor vrede en stabiliteit.


* Nakomen van beloftes om de ontwikkelingshulp te verhogen. Opnieuw de vaste wil betonen om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te verwezenlijken. Beloftes inzake "hulp voor handel" nakomen en de minst ontwikkelde landen rechten- en contingentvrije toegang bieden.

* Ten volle gebruik maken van andere bronnen van overheidsfinanciering, zoals exportkredieten en investeringsgaranties alsmede op ontwikkeling gerichte steun op de gebieden onderzoek en technologie, vrede en veiligheid, migratie, en klimaatverandering. De doeltreffendheid en coördinatie van instrumenten en middelen verbeteren.


* Multilaterale ontwikkelingsbanken in staat stellen om de gevolgen van de crisis in de ontwikkelingslanden te helpen bestrijden, met name ten aanzien van de armste en meest kwetsbare bevolkingsgroepen.


________________________

BIJLAGE 2

VERKLARING VAN DE EUROPESE RAAD OVER HET OOSTELIJK PARTNERSCHAP


1. De bevordering van stabiliteit, goed bestuur en economische ontwikkeling in de oostelijke buurlanden is voor de Europese Unie van strategisch belang. De EU heeft dan ook groot belang bij het aanhalen van de banden met haar oostelijke partners, Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, de Republiek Moldavië en Oekraïne. Het aan die landen gerichte voorstel van de Europese Unie om een ambitieus oostelijk partnerschap aan te gaan, strekt daartoe.

Het oostelijk partnerschap zal een aanzienlijke versterking betekenen van het beleid van de EU ten aanzien van haar oostelijke partners, doordat gestreefd zal worden naar het creëren van de noodzakelijke voorwaarden voor een politieke associatie van en verdere economische integratie tussen de Europese Unie en haar oostelijke partners middels de ontwikkeling van een specifieke oostelijke dimensie van het Europees nabuurschapsbeleid. Daartoe tracht het oostelijk partnerschap politieke en sociaal-economische hervormingen te ondersteunen, en aldus afstemming op en convergentie met de Europese Unie te vergemakkelijken. In dezelfde geest zal het oostelijk partnerschap ertoe bijdragen vertrouwen te scheppen tussen de zes oostelijke partners en hun onderlinge banden helpen versterken.


2. De werkzaamheden in het kader van het oostelijk partnerschap zullen geen afbreuk doen aan de wensen van de afzonderlijke deelnemende landen wat betreft hun toekomstige betrekkingen met de Europese Unie. Het oostelijk partnerschap zal berusten op de beginselen van gedeelde verantwoordelijkheid, differentiatie en conditionaliteit. Gedeelde waarden zoals democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten zullen centraal staan, evenals de beginselen van de markteconomie, duurzame ontwikkeling en goed bestuur. Het sterkere engagement van de Europese Unie zal sporen met de voornaamste doelstellingen van het oostelijk partnerschap, en afhankelijk zijn van de vooruitgang die door de afzonderlijke partners wordt geboekt. De grotere financiële steun in de orde van grootte van de
600 miljoen euro die de Commissie voorstelt voor de periode tot en met
2013 blijft binnen de uit hoofde van het meerjaarlijks financieel kader beschikbare middelen, inclusief toereikende marges.


3. Het oostelijk partnerschap en de bestaande regionale initiatieven in de buurlanden van de EU, met name de Zwarte Zeesynergie, zullen elkaar daadwerkelijk aanvullen. De Europese Raad onderstreept het streven van de EU om de Zwarte Zeesynergie te versterken en de uitvoering ervan te ondersteunen, en tekent daarbij aan dat de Zwarte Zeesynergie toegespitst is op regionale samenwerking in het Zwarte Zeegebied, terwijl het oostelijk partnerschap gericht is op onderlinge afstemming en de betrekkingen van de partnerlanden met de EU zal versterken. Voorts zal het oostelijk partnerschap parallel aan de bilaterale samenwerking tussen de EU en derde landen worden ontwikkeld.


4. Bilaterale samenwerking in het kader van het oostelijk partnerschap moet de grondslag bieden voor nieuwe associatieovereenkomsten tussen de EU en de partners die voldoende gevorderd zijn met de in punt 2 genoemde beginselen en waarden en die bereid en in staat zijn de daaruit voortvloeiende verplichtingen na te komen, waaronder de instelling of de beoogde instelling van vergaande en veelomvattende vrijhandelszones. Met behulp van de alomvattende programma's van de Europese Unie voor institutionele opbouw zullen de deelnemende landen hun bestuurlijke capaciteit kunnen verbeteren. Het oostelijk partnerschap zal de mobiliteit van de burgers van de partnerlanden bevorderen door middel van overeenkomsten inzake visumfacilitering en overname. In overeenstemming met de totaalaanpak van migratie moet de EU tevens met geleidelijke stappen elk partnerland afzonderlijk, als langetermijndoelstelling, uitzicht bieden op volledige visumliberalisering, mits de voorwaarden voor een goed beheerde en veilige mobiliteit zijn vervuld. Het oostelijk partnerschap beoogt nauwere samenwerking tussen alle deelnemers op het gebied van energiezekerheid, meer bepaald op het gebied van de energievoorziening en -doorvoer op lange termijn, onder meer via betere regulering en energie-efficiëntie. Het zal de expertise van de EU op het gebied van beleidsmaatregelen voor sociale en economische ontwikkeling ter beschikking van de partners stellen.


5. Binnen het multilaterale kader van het oostelijk partnerschap zal werk worden gemaakt van samenwerking en dialoog om aan de doelstellingen van het partnerschap te voldoen. De werking van het partnerschap moet berusten op gemeenschappelijke besluiten van de EU-lidstaten en de oostelijke partners, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de besluitvormingsautonomie van de EU.

De Europese Raad stelt voor regelmatig ontmoetingen te houden - in principe om de twee jaar - op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders van het oostelijk partnerschap, alsmede jaarlijks op het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken. Er moeten vier thematische platforms worden gecreëerd, die overeenstemmen met de belangrijkste samenwerkingsterreinen (democratie, goed bestuur en stabiliteit; economische integratie en convergentie met het EU-beleid; energiezekerheid; persoonlijke contacten). De Europese Raad steunt tevens de uitvoering van opvallende initiatieven om een impuls en een concrete invulling te geven aan het partnerschap. De EU ziet in dit verband uit naar een spoedige bespreking met de partners.

Derde landen zullen per geval in aanmerking komen voor deelname aan concrete projecten, activiteiten en vergaderingen van de thematische platforms, indien zulks bijdraagt tot de doelstellingen van specifieke activiteiten en tot de algemene doelstellingen van het oostelijk partnerschap.


6. Aan het oostelijk partnerschap zal worden deelgenomen door een groot aantal actoren, waaronder ministeries en overheidsagentschappen, parlementen, het maatschappelijk middenveld, internationale organisaties, financiële instellingen en de particuliere sector.


7. Op basis van deze verklaring zal de EU met de oostelijke partners het nodige overleg plegen ter voorbereiding van een gemeenschappelijke verklaring over het oostelijk partnerschap, die tijdens de top ter gelegenheid van de lancering van het oostelijk partnerschap op
7 mei 2009 zal worden aangenomen. De Europese Raad ziet uit naar de start van het oostelijk partnerschap als een gezamenlijk streven met de partners, en is ervan overtuigd dat dit initiatief het goed bestuur ten goede zal komen, de welvaart zal vergroten en de stabiliteit zal versterken, en aldus duurzame en tastbare voordelen zal opleveren voor de burgers van alle deelnemende landen.


_________________

BIJLAGE 3

Lijst van aan de Europese Raad voorgelegde referentiedocumenten

Economische, financiële en sociale situatie

* Kernpuntennota van de Raad (ECOFIN) (6784/2/09 REV 2)
* Verslag over landenspecifieke geïntegreerde aanbevelingen: bijdrage van de Raad (ECOFIN) (7444/09)

* Verlaagde btw-tarieven: akkoord in de Raad (ECOFIN) (7448/1/09 REV 1)

* Vermindering van de administratieve lasten: bijdrage van de Raad (ECOFIN) (7445/09)

* Nota van het voorzitterschap - kernpunten voor de G20-top inzake ontwikkelingslanden en de mondiale economische crisis (7523/09)
* Conclusies van de Raad (Concurrentievermogen) over het voortgangsverslag van de Commissie inzake de evaluatie van de interne markt (7383/09)

* Kernpuntennota, aangenomen door de Raad (Concurrentievermogen) (7232/09)

* Kernboodschappen, aangenomen door de Raad (EPSCO) (7434/09)
* Gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid (7435/09)
* Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (7436/09)

* Verslag over gelijkheid van vrouwen en mannen, 2009 (7017/09)
* Conclusies van de Raad over beroeps- en geografische mobiliteit van de beroepsbevolking en vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie (6480/09)

* Conclusies van de Raad betreffende nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen: Anticipatie op en onderlinge afstemming van de arbeidsmarkt- en vaardigheidsbehoeften (6479/09)
* Door de Raad (OJC) aangenomen kernboodschappen inzake het jeugdbeleid (6669/09) en inzake onderwijs en opleiding (6666/09)

Energie en klimaatverandering

* Conclusies van de Raad (Algemene Zaken en Externe Betrekkingen) over het meenemen van de ontwikkelingsdimensie in een brede klimaatveranderingsovereenkomst voor de periode na 2012 (7645/09)
* Conclusies van de Raad (ECOFIN) over de internationale financiering van de strijd tegen de klimaatverandering (7443/09)
* Conclusies van de Raad (Milieu) over de nadere uitwerking van het standpunt van de EU over een brede klimaatovereenkomst voor de periode na 2012 (7128/09)

* Conclusies van de Raad (Milieu) over de voorbereiding van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad (7065/09)
* Conclusies van de Raad (TTE) betreffende de tweede strategische energiebeleidsevaluatie (6692/09)

* Nota van het voorzitterschap over de conferentie betreffende voorzieningszekerheid voor elektriciteit (6253/09)

Diversen

* Conclusies van de Raad (Algemene Zaken en Externe Betrekkingen ) over Afghanistan (7610/09)

* Verslag betreffende de vorderingen van de Europese Unie in 2008 (6788/1/09 REV 1)


---


---

Het akkoord staat in document 7848/1/09 REV 1 en zal door de juristen-vertalers worden bijgewerkt.
De zuidelijke gascorridor, een gediversifieerde en adequate LNG-voorziening voor Europa, effectieve interconnectie van de Baltische landen, de mediterrane energiering, adequate noord-zuidverbindingen voor gas en elektriciteit binnen Midden- en Zuidoost-Europa, en het Noordzeenet en het noordwestelijk offshorenetwerk.
Bij die gelegenheid wees het Tsjechische parlement erop dat bij de uitvoering van het Verdrag van Lissabon, wanneer dat in werking treedt, algemene rechtsbeginselen, waaronder het beginsel van niet-terugwerkende kracht en het subsidiariteitsbeginsel, in acht moeten worden genomen.