Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Rijnstraat 50 Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 16375 Postbus 20018 2500 BJ Den Haag 2500 EA Den Haag www.minocw.nl

Contactpersoon C.L.E. van Houte

T +31-70-412 3567 IPC 2300

Onze referentie Datum 11 maart 2009 IB/109617 Betreft Informele EU Raad in Praag ­ 23 maart 2009

In aanloop naar de Informele EU-Raad van 23 maart aanstaande, stuur ik u:

· De geannoteerde agenda van de Informele Raad van 23 maart.
· De reactie op de toezegging die voort is gekomen uit het Algemeen Overleg van 12 februari jl. Tijdens dit overleg heeft Staatssecretaris Bijsterveldt toegezegd u te informeren over de hoogte van de Nederlandse uitgaven (publiek en privaat) aan Hoger Onderwijs als percentage van het BBP, en dit in relatie tot de Nederlandse uitgaven (publiek en privaat) aan R&D. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.

· Het verslag van de OJC-Raad van 16 februari (waarbij alleen onderwijs op de agenda stond).

dr. Ronald H.A. Plasterk
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

a
na 1 van 6 Pagi





Geannoteerde agenda Informele Raad 23 maart 2009 Datum 11 maart 2009

Onze referentie Voor de Informele Raad op 23 maart aanstaande in Praag staan de IB

volgende onderwerpen geagendeerd:


1. Rol van onderwijs bij het economisch herstel
2. Partnerschappen tussen onderwijsinstellingen en werkgevers

De Informele Raad heeft geen bevoegdheden voor het nemen van besluiten. Het doel van deze Raad is het uitwisselen van gedachten over bovengenoemde onderwerpen. Deze uitwisseling van standpunten zal plaatsvinden op hoofdlijnen, aangezien in totaal 34 Europese landen (waaronder de 27 EU-lidstaten) deelnemen aan deze Informele Raad.

Rol van onderwijs bij het economisch herstel

De kernboodschappen die tijdens de OJC-Raad in februari jl. zijn aangenomen, benadrukken het belang van onderwijs voor het economisch herstel en het behoud van de sociale cohesie. In vervolg hierop wordt, op initiatief van het Tsjechische voorzitterschap, tijdens de Informele Raad van gedachten gewisseld over mogelijk te nemen maatregelen op het gebied van onderwijs die door lidstaten genomen kunnen worden ten faveure van economische groei, werkgelegenheid en sociale cohesie.

Aan de Informele Raad worden de volgende vragen voorgelegd:
· Welke maatregelen zouden kunnen worden genomen op nationaal niveau om de economische crisis te helpen op te lossen?

· Hoe kan Europese onderwijssamenwerking ondersteunen bij het bestrijden van de economische crisis?

Inzet Nederland
Momenteel is het kabinet nog in beraad over een mogelijk pakket aan maatregelen om de economische crisis te bestrijden. Zodra meer informatie beschikbaar is, wordt de Kamer hier uiteraard over geïnformeerd.

Nederland benadrukt dat bij Europese onderwijssamenwerking te allen tijde de subsidiariteit voorop moet staan. In dit kader geldt dan ook dat we op nationaal niveau bepalen welke (onderwijs)maatregelen we implementeren om de crisis te bestrijden en bij voorkeur er ook sterker uitkomen.

Pagina 2 van 6





Partnerschappen tussen onderwijsinstellingen en werkgevers Datum 11 maart 2009 De samenwerking tussen onderwijsinstellingen en werkgevers is één van Onze referentie de onderwijsprioriteiten van het Tsjechische EU-voorzitterschap. IB

Met de bespreking van dit thema, beoogt het Tsjechische voorzitterschap

meer (politieke) aandacht te vragen voor wederzijdse communicatie tussen onderwijsinstellingen en werkgevers. Tijdens de Informele Raad wordt gesproken over de volgende thema's:

· De rol van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en werkgevers bij het oplossen van de economische crisis.
· Het belang van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en werkgevers met het oog op het vergroten van de creativiteit, innovatie en ondernemerschap.

· Europese samenwerking op het gebied van de relatie tussen onderwijsinstellingen en werkgevers.
Het doel van het voorzitterschap is om in mei tijdens de OJC-Raad over dit onderwerp raadsconclusies aangenomen.

Inzet Nederland
Beroeps- en volwasseneneducatie:
Staatssecretaris van Bijsterveldt heeft in 2008 de Kamer de Strategische agenda voor de BVE-sector aangeboden. Daaruit blijkt dat Nederland reeds inzet op de versterking van de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en werkgevers. De volgende doelstellingen zijn hierover geformuleerd:

· Een betere aansluiting tussen het beroeps- en volwassenenonderwijs en de arbeidsmarkt
· Een verbeterde kwaliteit in het beroeps- en volwassenenonderwijs door middel van een herziening van de kwalificatiestructuur, met een focus op competenties.
· Zorgen voor meer actieve en duurzame deelname aan onderwijs en arbeidsmarktparticipatie (o.a. door verlaging van het aantal voortijdig schoolverlaters)
Uit de Strategische agenda blijkt eveneens het belang van de kenniscentra, waarin o.a. onderwijsinstellingen en werkgevers nauw met elkaar samenwerken. De verlenging van de projectdirectie Leren & Werken (samenwerking tussen de ministeries van OCW en SZW), met als doel de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, geeft blijk van het belang dat het kabinet hecht aan onderhavig thema.

Hoger Onderwijs:
Op het gebied van Hoger Onderwijs is het eveneens van belang om de samenwerking tussen de hoger onderwijsinstellingen en de werkgevers te versterken. In Nederland gebeurt dit volgens de volgende drie beleidslijnen:

· Leren & Werken (net als voor het beroeps-, en volwassenenonderwijs, heeft onder meer de projectdirectie Leren & Werken ook voor het hoger onderwijs beleids- maatregelen in het leven geroepen ten behoeve van de relatie onderwijs en arbeidsmarkt)

Pagina 3 van 6






· Stimuleren van innovatie Datum
· Inzetbaarheid op de arbeidsmarkt 11 maart 2009

Onze referentie Bovengenoemde voorbeelden zullen tijdens de Informele Raad voor het IB

voetlicht worden gebracht. Europese samenwerking op dit terrein wordt

waar mogelijk ondersteund, waarbij de subsidiariteit nauwlettend wordt meegewogen.

Verslag OJC-Raad 16 februari 2009

Het belangrijkste onderwerp van de Raad waarbij ­ voor mijn OCW- portefeuille - alleen onderwijs op de agenda stond, betrof de gedachtewisseling over het vernieuwde strategische raamwerk voor Europese samenwerking voor onderwijs en training ná 2010. Daarnaast is overeenstemming bereikt over de kernboodschappen over de rol van onderwijs bij economisch herstel t.b.v. de Voorjaarsraad.

Strategisch raamwerk `Onderwijs en training ná 2010'

De politieke discussie over het strategisch raamwerk over `Onderwijs en training ná 2010' spitste zich met name toe op het gebruik van benchmarks. Veel lidstaten waren van mening dat om een politieke afweging te kunnen maken ten aanzien van de nieuwe voorgestelde benchmarks, onderzoek wenselijk is naar de reden waarom er van de huidige vijf benchmarks er vier niet gehaald zijn. Wat betreft het voorstel voor de nieuwe benchmarks is gebleken dat de meeste lidstaten hier niet afkerig tegenover staan, maar wel de nodige kritische kanttekeningen plaatsen bij de hoeveelheid, de keuze van de benchmarks én de wijze waarop deze gebruikt worden.

In mijn uiteenzetting tijdens de Raad heb ik gewezen op het belang van Europese samenwerking op het gebied onderwijs en training, vooral wat betreft het leren van elkaar. Europees gemiddelde streefcijfers hebben daarbij geen toegevoegde waarde. De bevoegdheid voor het onderwijs ligt op nationaal niveau. Verantwoording moet dus ook op dat niveau worden afgelegd, en niet op Europees niveau. De kritische houding van Nederland t.a.v. benchmarks maakt dat zij alleen onder voorwaarden acceptabel zijn: een fors beperkt aantal; duidelijke meerwaarde (geen input-benchmarks), geen verplichting voor nationale doelen; geen landenrapportages. Meerwaarde voor Europese samenwerking is bovenal te vinden in mobiliteit en het versterken van leren van elkaar.

Tijdens de OJC-Raad in mei wordt opnieuw gesproken over dit onderwerp.

Pagina 4 van 6





Kernboodschappen over de rol van onderwijs bij het economisch Datum herstel 11 maart 2009

Onze referentie In de kernboodschappen van de Onderwijsraad stond weergegeven hoe IB

onderwijs een bijdrage kan leveren aan het oplossen van de economische

problemen.

Eurocommissaris Figel' gaf aan de boodschappen te steunen. Volgens Figel' zouden in een tijd van economische crisis niet alleen maatregelen voor de korte termijn moeten worden genomen, juist om op termijn sterker te staan. De Commissie heeft in zijn economisch herstelplan van eind 2008 dan ook gevraagd om meer investeringen voor onderwijs en opleiding.

Hierna zijn de kernboodschappen, die zullen worden voorgelegd aan de Europese Raad op 19 maart, door de OJC-Raad aangenomen.

Toezegging Algemeen Overleg 12 februari 2009
Tijdens het Algemeen Overleg is door Staatssecretaris van Bijsterveldt toegezegd dat u nader geïnformeerd zou worden over de hoogte van de Nederlandse uitgaven (publiek en privaat) aan hoger onderwijs als percentage van het BBP, en dit in relatie tot de Nederlandse uitgaven (publiek en privaat) aan Research & Development.

Nederlandse uitgaven aan Hoger Onderwijs

Nederland gaf in 2007 in totaal 2% van haar BBP uit aan het hoger onderwijs (universiteiten en hogescholen). De publieke uitgaven zijn
1,1% en de private bestedingen (o.a. collegegelden) zijn 0,9%.

In het totaalpercentage van 2% zit 0,46% aan uitgaven (publiek en privaat) voor R&D van universiteiten. Het gaat dan om middelen die afkomstig zijn uit verschillende bronnen zoals de overheid (het grootste deel), de Europese Unie, het bedrijfsleven en de collectebusfondsen. Het percentage aan uitgaven aan hoger onderwijs exclusief R&D komt daarmee op 1,54% van het BBP.

De Europese Commissie stelt in haar mededeling over Onderwijs en training ná 2010 voor dat de lidstaten zich committeren aan de volgende benchmark op het gebied van hoger onderwijs: de particuliere en overheidsinvesteringen in gemoderniseerd hoger onderwijs zouden minstens 2% van het BBP moeten bedragen. Het betreft vooralsnog een voorstel van de Europese Commissie, een besluit hierover is nog niet genomen. Zoals in het AO over de OJC-Raad op 12 februari jl. met uw Kamer is besproken, is Nederland voornemens deze benchmark tegen te houden. Inmiddels is gebleken dat veel van mijn Europese collega- ministers dit standpunt delen.

Pagina 5 van 6





Datum Nederlandse uitgaven aan Research & Development 11 maart 2009

Onze referentie IB De Europese regeringsleiders hebben als één van de

Lissabondoelstellingen met elkaar afgesproken om 3% van het BBP te besteden aan R&D, waarvan 2/3e privaat. Nederland heeft deze doelstelling in zijn nationale hervormingsplan (NHP) onderschreven. In totaal werd in 2007 1,70 % van het BBP uitgegeven aan R&D. Hiervan is 0,67% publiek en 1,03% privaat.

Bij de R&D-uitgaven gaat het alleen om de universiteiten; het CBS registreert nog geen R&D in het HBO. Overigens is de omvang van de R&D in het HBO verwaarloosbaar (minder dan 0,01% van het BBP).

Pagina 6 van 6