Ingezonden persbericht


Monumentenschildjes in Bronckhorst

De gemeente Bronckhorst maakt een herselectie van haar gemeentelijke monumenten. Het herselectieproces duurt ruim vier jaar en wordt fasegewijs uitgevoerd per oude gemeente. Eerst is het gebied Steenderen aan de beurt, dan Hummelo en Keppel, Zelhem, Hengelo en tenslotte Vorden. Veel monumenteneigenaren zijn trots op hun gemeentelijk monument en willen hun pand graag als zodanig herkenbaar maken. Om aan die wens tegemoet te komen, heeft het college van de gemeente Bronckhorst op 24 maart 2009 besloten om monumentenschildjes te laten maken, die de eigenaren zelf op hun monument kunnen bevestigen. Iedere keer dat de herselectie van een kern is afgerond, worden de schildjes aan de monumenteneigenaren uitgereikt.

Uitvoering schildje
Het monumentenschildje wordt gemaakt van emaillen op plaatstaal, in een roodwitte kleurstelling. De vorm van het monumentenschildje is gelijk aan de schildjes voor rijksmonumenten, dat wil zeggen een vijfhoek met de punt omlaag, in de afmeting 7 x 10,5 cm. De bovenste en onderste driehoek worden wit terwijl de zijdelingse vlakken worden uitgevoerd in rood. Op de onderste witte punt is gekozen voor een afbeelding van het gemeentewapen. Afhankelijk van het type monument wordt op het bovenste witte vlak een vermelding opgenomen van 'gemeentelijk monument' of 'rijksmonument'.

In onze gemeente kennen we al wel blauwwitte schildjes, die op een deel van de rijksmonumenten zichtbaar zijn. Deze schildjes zijn op monumenten geplaatst die voor oorlogsgeweld gespaard moeten blijven. Deze schildjes, ook al hebben ze een andere betekenis, dienden als voorbeeld voor het ontwerp van de Bronckhorster schildjes.

Gratis
De gemeente gaat monumenteneigenaren het schildje gratis aanbieden. Zodra de herselectie van een gebied is afgerond krijgen de eigenaren van een monument in dat gebied een brief waarin hen gevraagd wordt het schildje te bevestigen op hun pand, met daarin ook de instructies voor de plaats van bevestiging op hun pand.

Hengelo (Gld), 24 maart 2009

Voor meer informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met Marja Nengerman, afdeling communicatie, tel. (0575) 75 04 68.