De Nederlandse Bank

DNB publiceert Statistisch Bulletin maart 2009

Persbericht

Datum 25 maart 2009

In dit nummer: Nederlandse banken minder actief in het buitenland, Indexatie pensioenen blijft achter bij inflatie en loonstijging, Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden, Verdubbeling balanstotaal beleggingsfondsen in nieuwe, uitgebreidere statistiek

Nederlandse banken minder actief in het buitenland

De internationale kredietverlening van Nederlandse banken is tussen 1990 en 2007 sterk toegenomen. Het aandeel van buitenlandse vorderingen op de bankbalans steeg in die periode tot bijna 40%. Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2007 echter hebben Nederlandse banken, net als die in andere landen, hun buitenlandse kredietverlening verminderd. De buitenlandse vorderingen daalden van EUR 800 naar EUR 700 miljard, ongeveer 30% van het balanstotaal van het Nederlandse bankwezen. Deze accentverschuiving richting thuismarkt kwam vooral door de toegenomen risicoperceptie van banken en het daardoor stilvallen van de internationale interbancaire kredietverlening. Voor een derde deel hield de verminderde buitenlandactiviteit verband met de ontmanteling van ABN-Amro.

Indexatie pensioenen blijft achter bij inflatie en loonstijging

In 2009 worden pensioenaanspraken en -uitkeringen naar verwachting gemiddeld met zo'n 0,2% verhoogd, zo blijkt uit een jaarlijkse enquête van De Nederlandsche Bank. Dit is minder dan de doelstelling van 3,7% van pensioenfondsen, de zogenoemde indexatie-ambitie, gebaseerd op de loon- en prijsstijging in 2008. De meeste werknemers en gepensioneerden ontvangen in 2009 in het geheel geen toeslag op hun pensioenrechten. Vorig jaar verleenden veel pensioenfondsen nog 'inhaalindexatie' om eerder opgelopen achterstanden in te lopen. Reden voor de geringe toeslagen vormt de verslechterde financiële positie van de pensioenfondsen door de wereldwijd gedaalde beurskoersen en het lage renteniveau. De dekkingsgraad, die aangeeft in hoeverre de beleggingen van de pensioenfondsen de toekomstige verplichtingen dekken, is gedaald naar 95% per ultimo 2008. De gezamenlijke afdracht van pensioenpremies door werkgevers en werknemers stijgt in 2009 van gemiddeld 15,1% naar 16,0% van de salarissom. Deze stijging komt voor een belangrijk deel voor rekening van werkgevers met een zelfstandig ondernemingspensioenfonds.

Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden

Nederlandse ingezetenen hadden eind 2008 voor het eerst meer dan EUR 1.000 miljard aan schuldpapier uitstaan. De aanhoudende groei van de afgelopen tien jaar leidde tot een verdrievoudiging en betrof voornamelijk kapitaalmarktpapier van banken en zogenoemde special purpose vehicles. Maar in 2008 was de groei grotendeels het gevolg van de ongewoon hoge uitgiftes van kort papier ter ondersteuning van de financiële sector door de overheid, die daarbij ook profiteerde van de relatief lage korte rente. Tegelijkertijd stagneerde de belangstelling van beleggers voor lang papier van banken en bedrijven door een toegenomen afkeer van risico. Daardoor namen risicopremies toe. De huidige risicopremies zijn fors hoger dan die in de periode na de dotcom-crisis in 2000-2001. Sinds de kredietcrisis, die begon medio 2007, is de lange rente voor banken en bedrijven gemiddeld met zo'n 150 basispunten gestegen. De stijging van de rentelasten bleef vooralsnog echter beperkt doordat jaarlijks slechts een deel van de schuld afloopt en geherfinancierd moet worden. Bovendien betrof het tot dusver schuld uit oudere jaren met relatief hogere rentes.

Verdubbeling balanstotaal beleggingsfondsen in nieuwe, uitgebreidere statistiek

Het Statistisch Bulletin bevat met ingang van deze aflevering een volledig herziene statistiek van beleggingsinstellingen. Een belangrijk verschil met de oude statistiek is dat nu ook de beleggings-instellingen die niet onder toezicht van DNB en de AFM vallen, zijn meegenomen. Dit leidt tot een toename van het balanstotaal, een van de kerngegevens uit de statistiek, van EUR 82 miljard naar
EUR 180 miljard. Daarnaast bevatten de nieuwe tabellen meer en gedetailleerdere balans- en rendementsgegevens van beleggingsinstellingen. Aanleiding voor de herziening van de statistiek vormt een nieuwe ECB-verordening over beleggingsfondsen, op grond waarvan aan de ECB meer gegevens moeten worden gerapporteerd voor de monetaire analyse.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans (tel. 020-5243100, 06-52496961) en Herman Lutke Schipholt (020-5242712, 06-52496900).