Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over agenten met criminele familierelaties

25 maart 2009

2009Z01592 / 2080911440

Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over agenten met criminele familierelaties. (Ingezonden 30 januari 2009)

1
Kent u het bericht "Allochtone agenten uit criminele families"? 1) Antwoord:
Ja.

2
Wat zijn de richtlijnen als het gaat om het screenen en het op grond daarvan mogelijk weigeren dan wel ontslaan van agenten in verband met criminele familierelaties? Antwoord:
Het juridisch kader voor het verrichten van screening van politieambtenaren is enerzijds het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp), het Besluit rechtspositie vrijwillige politie en de Regeling betrouwbaarheids- en geschiktheidsonderzoek politie en anderzijds de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). Laatstgenoemde wet is de basis voor de screening van politieambtenaren wier functie is aangemerkt als A- of Pvertrouwensfunctie. De Wvo laat ik in dit antwoord buiten beschouwing omdat de meeste aspirant-politiemedewerkers onder het regime van de genoemde politiële regelingen vallen. Op grond van bovengenoemde politiële regelingen is de politie bevoegd inzage te hebben in de politiegegevens en in de justitiële en strafvorderlijke gegevens, m.a.w. in de politiële en justitiële antecedenten van de desbetreffende sollicitant. Dit onderzoek is uitsluitend gericht op de sollicitant en niet op derden in zijn of haar omgeving.
In de praktijk hanteert de politie hierbij een methode die is vastgelegd in het Modelprotocol antecendentenonderzoek (de commissie-Wagenaar).
3
Heeft het korps Hollands-Midden, gelet op deze richtlijnen, zorgvuldig gehandeld bij het aannemen van nieuwe agenten? Zo nee, welke stappen worden hierop door het korps ondernomen? Antwoord:
Het korps Hollands-Midden werkt conform de genoemde politiële regelingen en het Model-protocol antecedentenonderzoek.
4
Hoe vaak gebeurt het naar schatting dat op grond van de bestaande richtlijnen aspirant-agenten worden geweigerd, dan wel ontslagen? Antwoord:
Naar schatting worden sollicitanten in 5 tot 10% van de gevallen geweigerd.
5
Wanneer is sprake van onrechtmatige inzage in het politieregister en staan er sancties op het onrechtmatig inkijken van dit register? Antwoord:
Naar mijn oordeel dienen politieambtenaren zich strikt te houden aan het principe "need to know". Wanneer politieambtenaren ongeautoriseerd dan wel buiten het kader van hun taakuitoefening kennisnemen van politiegegevens, is al snel sprake van een integriteitsschending waarbij plichtsverzuim aan de orde is. De korpsbeheerder is degene die in een dergelijk geval kan besluiten om disciplinaire maatregelen op te leggen


1) De Telegraaf 29 januari 2009

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Griffith, De Krom en Teeven (allen VVD), ingezonden 30 januari 2009, (vraagnummer 2009Z01587 / 2080911390)