Voedingcentrum


Klink: consument verantwoordelijk voor eigen gezondheid

In de Tweede Kamer is gedebatteerd met minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de Voedingsnota. In dit rapport staan actiepunten om consumenten gezonder te laten eten. De politiek is zich bewust van de grote winst die gezonder eten met zich meebrengt. Daarom vraagt het parlement zich af of het handig is om alle verantwoordelijkheid voor een gezondere levensstijl bij de maatschappij te leggen. Ook het Voedingscentrum denkt dat de consument hulp en informatie nodig heeft bij het maken van gezonde keuzes.

Klink spreekt zich namens het kabinet uit vóór zelfregulering. Dat wil zeggen: het bedrijfsleven wordt door de overheid geen regels opgelegd. Klink vindt dat de voedingsmiddelenindustrie en de consument zelf het belang van een goede gezondheid in moeten zien. Bemoeienis vanuit de overheid zou alleen maar nadelig werken.

Consument kiest
De consument kiest zelf hoe hij met zijn gezondheid omgaat. Daarover zit de Kamer op één lijn met Klink. Discussiepunt is de grote verantwoordelijkheid die wordt neergelegd bij de consument, gezien de omvang van het gezondheidsprobleem. Het parlement ziet graag hardere afspraken met fabrikanten zodat de consument makkelijker kan kiezen voor gezonde producten.

Afspraken maken
Het beleid van zelfregulering werpt nog niet direct zijn vruchten af. Het aantal chronisch zieken en de kosten van de gezondheidszorg nemen alleen maar toe. De Tweede Kamer wil daarom graag afspraken maken over:

⢠een verlaging van het zoutgehalte in voedingsmiddelen ⢠het verplicht stellen van vloeibaar vet in de horeca en snackbars ⢠de leeftijdsgrens (nu 12 jaar) voor reclames over ongezonde voeding verhogen
⢠maximaal 5% transvet, een slechte vetsoort, in vetten die als ingrediënt gebruikt worden voor bijvoorbeeld croissants en koekjes ⢠één logo voor de bewuste/gezondere keuze, een wens die door de minister wordt gedeeld.

Borstvoeding en ondervoeding
Ander discussiepunt was het geven van borstvoeding. Veel moeders beginnen met het geven van borstvoeding, maar weinig houden het lang genoeg vol. Er is gevraagd om ondersteuning vanuit de gezondheidszorg. Ander aandachtspunt was ondervoeding. Dit is een serieus probleem in ziekenhuizen en zorginstellingen. Het wordt actief opgepakt, maar probleem is dat slechts de helft van alle gevallen op tijd wordt herkend. Het parlement stelde voor om gelijktijdig met de griepprik te controleren op ondervoeding. Op dit voorstel werd door de minister positief gereageerd.

Strategie
Het Voedingscentrum ziet in dit debat een bevestiging van de door haar gekozen strategie:

⢠de consument goed informeren zodat hij in staat is gezondere keuzes te maken
⢠het bedrijfsleven aanspreken op het belang van een gezonder aanbod en hun verantwoordelijkheid daarvoor.