Nieuw-Vlaamse Alliantie


Europees parlement steunt auto-industrie

Het Europees Parlement heeft vandaag met een overweldigende meerderheid een resolutie goedgekeurd waarin zowel de Raad als de Commissie een flink pak huiswerk meekrijgen. Alleen een echt Europees actiekader voor de auto-industrie, met maatregelen zowel op EU-niveau als op het niveau van de lidstaten kan soelaas brengen.

De belangrijkste maatregelen waarvoor gepleit wordt even op een rij: financiële steun via de Europese Investeringsbank bespoedigen, vereenvoudigen en optrekken, de administratieve procedure voor het aanvragen van leningen vereenvoudigen, overheidsgaranties voor leningen aan de sector tegen een lage rente verlenen, de kredietverleningscapaciteit van de Europese Investeringsbank optrekken, voldoende aandacht besteden aan de KMO"s die verbonden zijn met de auto-sector, zodat ze toegang blijven hebben tot kredieten,...Al deze financiële en fiscale maatregelen moeten tevens de noodzakelijke omvorming van de sector (op vlak van energie-efficiëntie en verlaging van emissies) ondersteunen en versnellen.

N-VA Europees Parlementslid Frieda Brepoels: "Gezien de Europese auto-industrie en haar toeleveranciers direct en indirect werk verschaffen aan niet minder dan 12 miljoen werknemers, is een samenhangende en gecoördineerde aanpak op EU-vlak van levensbelang. Er staan veel banen op de tocht, waaronder veel hooggekwalificeerde banen, die absoluut niet verloren mogen gaan."

Het Parlement stelt vast dat de auto-industrie behoefte heeft aan voortdurende investeringen in O&O-programma"s om nieuwe en groene technologieën te ontwikkelen . Om die reden wordt aangedrongen op een verbeterde en soepelere toegang tot EU-steuninstrumenten voor O&O en innovatie, zoals het zevende kaderprogramma.

De Europese Commissie moet erover waken dat de beschikbare Europese fondsen ter ondersteuning van de werkgelegenheid (Cohesiefonds, Structuurfonds, Sociaal Fonds of Fonds voor aanpassing aan de globalisering), niet alleen optimaal aangewend worden maar tevens moeten bijdragen tot programma"s om werknemers in een vroeg stadium bij- en om te scholen. Daarnaast moet zij toezicht uitoefenen op de nationale maatregelen zoals sloopregelingen en andere marktstimulansen, zodat deze niet marktverstorend zouden werken. Tot slot moet de ontwikkeling in niet-EU landen (o.a. VS en Azië) goed opgevolgd worden om protectionistische en discriminerende maatregelen op de wereldmarkt tegen te gaan.

Auteur:
Frieda Brepoels
Europees parlementslid N-VA