European Union



Pers en Voorlichting

PERSCOMMUNIQUÉ nr.25/09

25 maart 2009

Arrest van het Gerecht van eerste aanleg in zaak T-191/07

Anheuser-Busch, Inc. / BHIM

HET GERECHT BEVESTIGT DE WEIGERING VAN HET BHIM OM DE TERM "BUDWEISER"

ALS GEMEENSCHAPSMERK TEN GUNSTE VAN DE AMERIKAANSE BROUWERIJ

ANHEUSER-BUSCH IN TE SCHRIJVEN VOOR ONDER MEER BIER

Het recht om de term "BUDWEISER" commercieel te gebruiken voor bier, is in Duitsland en in Oostenrijk reeds aan de Tsjechische brouwerij Budejovický Budvar toegekend.

In 1996 heeft de Amerikaanse brouwerij Anheuser-Busch het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) verzocht om inschrijving van het woordteken "BUDWEISER" als gemeenschapsmerk voor de volgende waren: "Bier, ale, porter, alcoholhoudende en alcoholvrije dranken met mout".

De Tsjechische brouwerij Budejovický Budvar heeft oppositie tegen de inschrijving van het gemeenschapsmerk ingesteld voor alle aangevraagde waren. Ter ondersteuning van haar oppositie heeft Budejovický Budvar zich beroepen op voor bier ingeschreven internationale merken en oudere benamingen van oorsprong die de term "budweiser" bevatten.

Het BHIM heeft de gemeenschapsmerkaanvraag van Anheuser-Busch afgewezen op grond dat het aangevraagde merk gelijk was aan het oudere internationale woordmerk BUDWEISER, dat onder meer werd beschermd in Duitsland en in Oostenrijk. Het BHIM heeft geconstateerd dat de in de aanvraag van de Amerikaanse brouwerij opgegeven waren in wezen dezelfde waren betroffen als de door de het oudere merk aangeduide waren "alle soorten bier". Voor alcoholvrije dranken met mout heeft het BHIM de oppositie van de Tsjechische brouwerij eveneens toegewezen, gelet op het feit dat het om gelijke merken en duidelijk soortgelijke waren ging.

Anheuser-Busch heeft beroep tegen de beslissing van het BHIM ingesteld bij het Gerecht van eerste aanleg.

Het Gerecht stelt om te beginnen vast dat Anheuser-Busch de gelegenheid heeft gehad om opmerkingen over de geldigheid van het oudere merk te maken tijdens de procedure voor het BHIM, zodat geen sprake is van schending van haar recht om te worden gehoord. Het merkt dienaangaande op dat Budejovický Budvar de geldigheid van dit merk in de loop van de procedure voor het BHIM naar behoren heeft bewezen.

Bovendien verwerpt het Gerecht het argument van Anheuser-Busch dat het BHIM de door Budejovický Budvar ter onderbouwing van haar oppositie niet tijdig overgelegde documenten niet in aanmerking had mogen nemen. Het BHIM beschikt immers over een ruime beoordelingsvrijheid om te beslissen of dergelijke documenten al dan niet in aanmerking moeten worden genomen.

Vervolgens constateert het Gerecht dat Budejovický Budvar reclameadvertenties en facturen heeft overgelegd waarin het oudere merk werd vermeld en die waren gericht aan afnemers in Duitsland en Oostenrijk met het oog op de verkoop van het bier in de periode van vijf jaar vóór de publicatie van de gemeenschapsmerkaanvraag van Anheuser-Busch. Het Gerecht wijst erop dat deze reclameadvertenties en facturen het normale gebruik door de Tsjechische brouwerij van het oudere merk aantonen. Budejovický Budvar heeft zich dan ook terecht op dit merk beroepen om zich tegen de inschrijving - met name voor bier - van het door Anheuser-Busch aangevraagde merk te verzetten.

Wat ten slotte alcoholvrije dranken met mout betreft, verklaart het Gerecht dat aangezien deze waren en de door het oudere merk aangeduide waren "alle soorten bier" soortgelijke waren zijn, de gemeenschapsmerkaanvraag van Anheuser-Busch ook voor deze waren moet worden afgewezen. Het Gerecht merkt in dit verband op dat tot "alle soorten bier" ook bier zonder alcohol behoort, dat per definitie een alcoholvrije drank op basis van mout is.

Deze soortgelijkheid leidt tot gevaar voor verwarring bij de Duitse en de Oostenrijkse consument, die mogelijkerwijs zal aannemen dat onder het merk BUDWEISER verkochte alcoholvrije dranken op basis van mout van dezelfde onderneming afkomstig zijn als bier dat onder het merk BUDWEISER wordt verkocht.

Gelet op een ander verwerpt het Gerecht het beroep van Anheuser-Busch in zijn geheel.

N.B.: Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen kan binnen twee maanden na de betekening een tot rechtsvragen beperkte hogere voorziening tegen de beslissing van het Gerecht worden ingesteld.

Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Gerecht van eerste aanleg niet bindt.

Beschikbare talen: ES CS DE EN FR HU NL PL SK

De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te vinden op de internetpagina van het Hof

http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche r&numaff=T-191/07

vanaf ongeveer 12.00 uur.

Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der Jeught.
Tel: +352 4303 2170 Fax: +352 4303 2988