VU medisch centrum

Oud-studenten enthousiast over alumnidag

26 maart 2009

De eerste alumnus meldde zich al om half twee, terwijl de ontvangst pas om 14.30 uur op het programma stond en de laatste oud-studenten stonden ver na afloop nog gezellig met elkaar bij te praten. Een teken dat de alumnidag 2009 door iedereen werd gewaardeerd. Vooral degenen die in de jaren vijftig en zestig geneeskunde studeerden waren uitgenodigd. Er kwamen bijna tachtig oud-studenten en het thema was, passend, de geschiedenis van de medische faculteit. Leo van Bergen, universitair docent metamedica, hield een lezing over de verschillende curricula. Zijn stelling: elk tijdperk krijgt het curriculum dat het verdiend. Drie alumni konden die bewering staven in hun betoog. Doeke Post startte in 1958.

In zijn studie nam ook wijsbegeerte en differentiaalrekenen een belangrijke plaats in, al heeft hij aan dat laatste in zijn verdere loopbaan nooit meer iets gehad. Daarentegen hielp zijn vrouw, die apothekersassistente was, hem met het schrijven van recepten, want dat had hij nooit geleerd.
Charlotte Bruins Slot startte haar studie in 1976. Het was de tijd van de massale hoorcolleges. Met 280 medestudenten zat ze opgepropt in de collegezaal, op banken én op de grond, te luisteren wat de hoogleraren doceerden. Anno 2009 is de studie erg veranderd. Frits Kleinen Hammans, die in 2005 met zijn studie begon, vertelde over VUmc-compas.

De studie is kleinschaliger, ondanks de grote hoeveelheid studenten. Er wordt een groot beroep gedaan op de zelfstudie. Tegelijkertijd neemt het persoonlijk contact een veel belangrijkere plaats in. Na de lezingen werden er rondleidingen gegeven naar het CCA, Kinderstad en de faculteit en kon de film over de witte jas ceremonie worden bekeken. Daarna volgde de slotlezing van forensisch jeugdpsychiater Theo Dorreleijers, 'De dokter en de zware jongen'. Hij presenteerde de nieuwste onderzoekresultaten over de relatie tussen biologische en psychologische achtergronden van jeugdcriminaliteit. De middag werd afgesloten met een borrel.

Monique Krinkels
bron: Tracer