TNO-Opinie: AOW-leeftijd omhoog. Operatie geslaagd, patiënt overleden

27/03/2009 09:48

TNO (Cl-Tno)

Kabinet en sociale partners zijn er uit: de AOW gaat omhoog naar 67 jaar, tenzij de sociale partners voor 1 oktober met een beter plan komen. Goed nieuws? Nee, want met deze maatregel snijdt het kabinet in eigen vlees. Door de AOW te verhogen naar 67 jaar realiseert het kabinet misschien een kloppend huishoudboekje voor de langere termijn, maar creëert niet wat werkelijk nodig is: een hogere arbeidsparticipatie en een hogere arbeidsproductiviteit. Want crisis of niet, er breekt straks een periode van schaarste op de arbeidsmarkt aan waarin we iedereen, ook ouderen, hard nodig hebben.

De verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd belemmert een hogere arbeidsparticipatie, als geen aanvullende maatregelen worden getroffen. Waarom? Het negatieve imago van de oudere werknemer is bekend: te duur, niet flexibel en hij leert niet snel genoeg. Als relatief dure werknemers twee jaar later met pensioen gaan betekent dit voor werkgevers twee jaar extra hoge kosten. Zij willen deze mensen dus graag kwijt. Werknemers die nu boven de 57 zijn kunnen er vaak nog uit met een gunstige afvloeiingsregeling. Maar dit geldt niet voor werknemers van 57 jaar of jonger. Hen wacht een versoberde WW van maximaal 3 jaar. Met hun slechte arbeidsmarktpositie belanden zij vanaf hun 60e in de bijstand en wie gelooft dat ze daar nog uitkomen, om vervolgens tot hun 67e door te werken?

Wat dan wel?

Welke aanvullende maatregelen zijn dan nodig om die oudere wel aan het werk te houden? Ten eerste: introduceer een opleidingsplicht voor (dreigende) werklozen! Ouderen leren nog prima, maar ze leren anders dan jongeren. Onderwijs moet daar rekening mee houden. Bovendien moeten opleidingen brancheoverstijgend zijn zodat werknemers gemakkelijker van de ene naar de andere sector over kunnen stappen. In de bouw is hier al veel aandacht voor. Ingegeven door hoge WAO-percentages in het verleden realiseren zij tijdig scholingsvoorzieningen, zodat werknemers al vroeg gaan bijscholen voor een tweede carrière na hun 50e. Ook moet er veel betere begeleiding van werk naar werk komen. De werknemers van 30 jaar en ouder komen nu bekaaid vanaf. Tweede kans onderwijs - zeker voor laagopgeleiden - bestaat in Nederland niet. Ook dit moet intersectoraal georganiseerd worden, om de mobiliteit te vergroten.

Arbeidsparticipatie is niet gelijk aan arbeidsproductiviteit

Naast de arbeidsparticipatie neemt ook de arbeidsproductiviteit niet toe door simpelweg de AOW-leeftijd te verhogen. Neem het leger der 'presenteïsten': werknemers die wel op het werk aanwezig zijn, maar die niet voluit produceren. Doordat ze niet (meer) op de juiste plek zitten bijvoorbeeld, of doordat hun werk niet effectief is georganiseerd. Uit onderzoek blijkt dat deze kostenpost tweemaal zo hoog is als die door verzuim. Met name de zorg, het onderwijs en de overheid zelf schreeuwen om ingrijpende procesinnovaties. Een productiviteitsboekhouding voor 2020 (we verdubbelen de productie per gewerkt uur) lijkt ons dan ook minstens zo belangrijk als het huishoudboekje van het kabinet, onder de leus: operatie geslaagd, patiënt overleden.

Rob Gründemann en Cees Wevers werken bij TNO in Hoofddorp.

Gründemann is tevens lector Arbeidsparticipatie aan de Hogeschool Utrecht.