Vertrouwen in crisisakkoord

27/03/2009 11:48

De Vos en Jansen Marktonderzoek

Een ruime meerderheid van de Nederlanders heeft er alle vertrouwen in dat het Kabinet met het crisisakkoord het land door de economische recessie loodst. Discussies over de verhoging van de AOW-leeftijd en voorgenomen bezuinigingen laten echter een meerderheid onberoerd. Nederlanders maken zich naar de toekomst toe vooral zorgen over hun koopkracht en vrezen minder uit te kunnen geven. Toch baart de economie en de persoonlijke economische situatie slechts een minderheid grote zorgen.

Dat zijn enkele conclusies uit een onderzoek onder meer dan 500 Nederlanders (13 jaar en ouder), uitgevoerd door marktonderzoeksbureau De Vos & Jansen en advieskantoor EVAR Advisory Services naar de verwachte effecten van de economische recessie. Iets meer dan een kwart van de Nederlanders (26 procent) maakt zich op dit moment het meeste zorgen over de economie. Het eigen, alledaagse privéleven (24 procent) volgt echter op de voet. Veiligheid op straat, criminaliteit en het milieu houden ook veel mensen bezig, maar de integratie van minderheden baart slechts een kleine groep (5 procent) zorgen. Nederlanders verwachten op dit moment vooral dat de economische recessie henzelf ongemoeid zal laten; slechts twee van de tien Nederlanders verwacht dat hun persoonlijke economische situatie de komende 12 maanden verslechtert. Of dit optimisme gerechtvaardigd is, valt echter te bezien. "De effecten van de financiële crisis worden met een vertraging van 6 á 9 maanden pas voor de gemiddelde Nederlander echt merkbaar", stelt Ap Reinders, directeur van EVAR Advisory Services. Volgens Reinders zijn een sterk oplopende werkloosheid, een dreigende vicieuze cirkel van dalende prijzen en lonen (deflatie) en daarmee een verdieping van de economische recessie realistischer uitgangspunten.

Een ruime meerderheid van de bevolking (58 procent) heeft er echter vertrouwen in dat het Kabinet met het crisisakkoord de gevaren met passende maatregelen weet te omzeilen. Ruim éénderde van de Nederlanders (36 procent) vindt overigens in dit verband dat juist gemeenten iets moeten doen om de effecten van de economische recessie te verminderen. Als verreweg de belangrijkste maatregel wordt het verlagen van de gemeentelijke lasten genoemd. "Vooral mensen met een modaal inkomen van ongeveer EUR 30.000 bruto per jaar denken dat dit dé manier is om hun koopkracht niet te zien verslechteren", zegt Marnix van Gisbergen, research director van De Vos & Jansen. Ongeveer driekwart van deze inkomensgroep (75 procent), die veelal ook een eigen woning heeft en dus met bijvoorbeeld de onroerende-zaakbelasting heeft te maken, vindt dat gemeenten hier iets aan moeten doen.

Hoewel minder uitgeven, minder lenen en meer sparen de belangrijkste manieren zijn waarop door Nederlanders de broekriem wordt aangehaald, vindt ongeveer éénderde (35 procent) dat zij zelf dit nu ook daadwerkelijk moeten gaan doen. Dit besef is bij de bovenmodale inkomenscategorieën een stuk groter dan bij de benedenmodale inkomenscategorieën. Volgens Van Gisbergen reflecteert dit onder meer nog eens het optimisme van met name jongeren en jongvolwassenen t/m 29 jaar. Een ruime meerderheid van deze groep (65 procent) verwacht namelijk niet door de economische recessie te worden geraakt en een groot deel daarvan (43 procent) verwacht dat over een jaar hun persoonlijke situatie zelfs verbeterd is. Overigens verwachten alle Nederlanders dat de Nederlandse economie er over een jaar beter bij staat dan de wereldeconomie. Mannen zijn in dit verband optimistischer dan vrouwen, die ook meer dan mannen door de economische recessie denken te worden geraakt.