Ingezonden persbericht

Ruim op, die stort

CU: Stortbelasting 'Wet milieubeheer' belemmert recycling

Notitie van het lid Wiegman-Van Meppelen Scheppink
lid van de fractie van de ChristenUnie

in de Tweede Kamer der Staten - Generaal

30 maart 2009

Inleiding

In opdracht van het ministerie van VROM en het Interprovinciaal Overleg zijn in het zogenaamde NAVOS traject (Nazorg Voormalige Stortplaatsen) alle voormalige stortplaatsen in kaart gebracht. Een van de conclusies van dit traject uit 2004 is dat de milieubelasting op het afval uit een voormalige stortplaats, dat overblijft na sortering van het recyclebare afval, een belemmering vormt voor het opruimen van voormalige stortplaatsen. Deze milieubelasting wordt geheven omdat dit restafval weer opnieuw moet worden gestort. Hierdoor is het lastig om oude stortplaatsen rendabel op te ruimen.

De aanbeveling die gedaan werd om de milieubelasting aan te passen, is na vijf jaar nog niet uitgevoerd. De ChristenUnie vraagt minister Cramer de milieubelasting op storten aan te passen. Naast hergebruik van afval biedt dit kansen voor ruimtelijke ontwikkeling.

Deze ChristenUnie-notitie is geschreven in het kader van de behandeling van het tweede Landelijk afvalbeheerplan waarin ook de problematiek van de oude stortplaatsen wordt belicht. Deze nota wordt maandag 30 maart 2009 besproken in de Tweede Kamer.

Oude stortplaatsen

Er kan onderscheid worden gemaakt tussen twee soorten oude stortplaatsen. Die stortplaatsen die uit het NAVOS-onderzoek vervuilend blijken te zijn voor de omgeving en of het grondwater, worden via de normale procedure van bodemsanering ter hand genomen en vaak via beheersmaatregelen onder controle gebracht zodat het grondwater niet wordt vervuild. Dit betreft circa 6% van de oude stortplaatsen.

Dit geldt niet voor veel voormalige stortplaatsen welke nu (nog) geen bedreiging vormen. Deze stortplaatsen liggen meestal net buiten de bebouwde kom of zelfs al binnenstedelijk. Veel steden zoeken ruimte voor woningen en bedrijven. In het kader van duurzaam ruimtegebruik is het wenselijk om uit te breiden binnen de bebouwde kom zodat open ruimte gespaard blijft. Voormalige niet of nauwelijks vervuilde stortplaatsen bieden als ze kunnen worden opgeruimd een kans voor ruimtelijke ontwikkelingen. De verwachting is dat de komende tien tot twintig jaar 10% van de bekende voormalige stortplaatsen op potentiële bouwgrond komen te liggen of al liggen.

Milieubelasting

In Nederland bestaat een zeer effectieve milieubelasting op storten. Door deze heffing is het storten van afval dat niet gerecycled kan worden de duurste optie. Echter, bij het herstorten van afval dat al vele jaren geleden volgens de toen geldende regels is gestort, werkt de heffing contraproductief.

De milieubelasting heeft twee tarieven voor het storten. Het lage stortbelastingtarief, E 14,81 per ton, geldt voor afval dat zwaarder is dan 1.100 kg/m3 gemeten in de container en voor gevaarlijk afval. Het hoge stortbelastingtarief, E 89,71 per ton, geldt voor afval wat lichter is dan 1.100 kg/m3 gemeten in de container.

Als een voormalige stortplaats veel stromen bevat welke prima kunnen worden gerecycled (zoals puin, metaal, hout en grond) is het residu wat dan overblijft en gestort dient te worden vrijwel altijd lichter dan 1.100 kg/m3 zodat het hoge tarief in rekening wordt gebracht. Hierdoor is het opruimen van deze stortplaatsen vaak niet rendabel. Zo ging de sanering in Dieren niet door omdat er geen prijsvoordeel was ten opzichte van afdekken. Hierdoor is een stortplaats midden in een woonwijk blijven liggen als park. De stortplaats werd wel afgedekt en voorzien van een monitoringssysteem.

Creatieve oplossingen

De laatste jaren zijn enkele voormalige stortplaatsen al wel aangepakt en ontwikkeld. Hierbij is en wordt creatief gewerkt om zo weinig mogelijk belasting te betalen.

In Spijkenisse is een bestek geschreven waarbij het uitgangspunt was: 10% van het te storten materiaal is zwaarder dan 1.100 kg/m3 en 90% lichter. De aannemer die meer dan 10% tegen het lage tarief kan storten, kreeg 50% van het verschil. Dus kort gezegd: wie het beste de belasting kan tillen krijgt een bonus. Een groter deel zwaarder afval kan worden gerealiseerd door dieper te ontgraven dan noodzakelijk en deze extra grond in de container te stoppen zodat toch de lage belasting geldt.

In Tilburg is de sanering van de stortplaats Kempenbaan op last van de Raad van State, na protest van de Vereniging Afvalbedrijven stilgelegd. Bij deze stortplaats werd het afval ontgraven en in een geluidswal toegepast. Omdat hier geen sprake is van een inrichting, is er geen milieubelasting verschuldigd. Deze week werd bekend dat de gemeente samen met de Vereniging Afvalbedrijven gaat onderzoeken op welke wijze het herinrichten van de Kempenbaan alsnog mogelijk is. De betrokken partijen zijn van opvatting dat aanpassing van de landelijke regelgeving nodig is.(1)

Een laatste oplossing is om het resterende afval te storten op dezelfde locatie als de oude stortplaats want dan geldt de stortbelasting niet. Deze oplossing is gekozen in Zutphen. Hiervoor moest wel voor circa 1 miljoen euro een stortvak worden aangelegd. Deze investering was niet nodig geweest als het afval op een andere stortplaats had kunnen worden gestort. Echter, dan was stortbelasting geheven. Hierdoor waren er minder mogelijkheden voor de herinrichting van het gebied.

Landelijk afvalbeheerplan

Het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 onderschrijft dat er een probleem is met oude stortplaatsen maar bevat nog geen oplossing:

"De praktijk heeft uitgewezen dat, wanneer men in het kader van herontwikkeling een voormalige stortplaats wil ontginnen, afhankelijk van de samenstelling van het stortpakket, slechts een deel van het oude afval kan worden hergebruikt en de rest opnieuw moet worden gestort op een in exploitatie zijnde stortplaats. Over het te storten afval is stortbelasting verschuldigd. Het storten, inclusief de opgelegde stortbelasting, brengt dusdanige kosten met zich mee, dat het op dergelijke wijze ontginnen van een NAVOS stortplaats vaak te duur wordt en naar andere ontginningsopties moet worden gezocht. VROM vindt het wenselijk dat voormalige stortplaatsen op een milieuhygiënisch en economisch verantwoorde manier worden herontwikkeld. Daarbij hoort dat afval, dat bij een ontginning van een voormalige stortplaats vrijkomt en dat niet kan worden hergebruikt of verbrand, wordt gestort op een stortplaats die is voorzien van bodembeschermende en milieuhygiënische voorzieningen conform het Stortbesluit. VROM streeft er naar om in de planperiode samen met de betrokkenen tot een aanpak te komen, die het herontwikkelen van stortplaatsen op milieuhygiënisch en economisch verantwoorde wijze stimuleert."(2)

Voorstel

De ChristenUnie stelt voor om het stortbelastingtarief voor oude stortplaatsen aan te passen. Er moet een laag tarief gaan gelden voor het storten van afval uit een voormalige stortplaats met een soortelijk gewicht wat kleiner is dan 1.100 kg/m3 en een nihil tarief voor afval dat zwaarder is dan 1.100 kg/m3.

Dit voorstel geldt alleen voor afval afkomstig uit een van de voormalige stortplaatsen zoals genoemd in het NAVOS onderzoek, en is dus duidelijk afgeperkt. Via een dubbele boekhouding, een weegbrug op de locatie en een weegbrug bij de inrichting wordt fraude voorkomen.

Door deze maatregel worden niet te recyclen stortplaatsen aangepakt. Het tarief voor storten inclusief heffing is dan ongeveer gelijk aan het tarief dat wordt betaald voor het reinigen van vervuilde grond.

Zou er compensatie moeten komen voor de verlaging van het tarief? Er wordt momenteel door de huidige regeling heel creatief of helemaal niet gesaneerd. Er valt dus ook niets te compenseren. Indien er meer voormalige stortplaatsen worden aangepakt wordt er meer gestort en dus meer milieubelasting betaald.
-----------------------
(1) Persbericht "Ontwikkeling stortplaats Kempenbaan over andere boeg", Gemeente Tilburg, Provincie Noord-Brabant en Vereniging Afvalbedrijven, 25 maart 2009
(2) Blz. 147, Landelijk afvalbeheerplan 2009 - 2021 versie 3 maart 2009