Universiteit Leiden

`Nederlands parlement moet meer te zeggen hebben in Brussel'

Donderdag begint voor Studium Generale een serie lezingen over het Nederlands buitenlands beleid, georganiseerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Universiteit Leiden. Op de agenda onder meer de rol van Nederland in de Europese Unie, waarover Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht, spreekt.

Wim Voermans: `De Europese Unie is een log ondemocratisch instituut dat ons een kil economisch beleid wil opleggen. Althans, dat is het beeld dat bij veel mensen bestaat.'

Geen invloed
`De Europese Unie is een log ondemocratisch instituut dat ons een kil economisch beleid wil opleggen. Althans, dat is het beeld dat bij veel mensen bestaat', zegt Voermans. `Het zijn de bekende geluiden: we verliezen onze nationale identiteit en hebben geen invloed in Europa.' In dat laatste punt zit een kern van waarheid, meent de hoogleraar. Daarom pleit hij voor een grotere rol van de Nederlandse Tweede Kamer in Europese besluitvorming. `Het parlement moet verplicht worden om Europese vraagstukken te bespreken voordat de Europese Raad van Ministers dat doet. Op die manier heeft de Nederlandse regering een duidelijk en krachtig mandaat in Brussel.'

Profijt

`Vroeger had Nederland alleen maar profijt van Europa', zegt Voermans. `Speerpunten van Europees beleid, zoals landbouwpolitiek en vrij verkeer van goederen en diensten, dienden de Nederlandse belangen als vanzelf. Als transitland hadden we baat bij een gemeenschappelijke Europese markt. Destijds hadden we ook relatief veel invloed. Nederland maakte deel uit van de zes landen die aan de wieg stonden van de Europese Gemeenschap. Bovendien hadden we veel expertise op dossiers die er toe deden: watermanagement, milieu en verkeer. Je kunt zeggen dat het devies gold: wat goed is voor de EU, is ook goed voor Nederland. Daarom hoorde je ook vrijwel geen politicus over Europa. Want waarom aandacht schenken aan iets dat toch wel goed loopt?'

De Tweede Kamer.

Wreed wakker geschud
Een en ander is de laatste tien jaar veranderd. Voermans: `Nederland is wreed wakker geschud. Het Europa van nu is bij lange na niet het Europa van een decennium geleden. De Europese Unie is nieuwe terreinen aan gaan boren, denk aan een Europees asielbeleid of Europese justitie. Die ontwikkeling staat op gespannen voet met sommige Nederlandse belangen. Wij willen ons bijvoorbeeld niet de les laten lezen over ons gedoogbeleid. Daar komt bij dat door de uitbreiding van het aantal lidstaten onze macht binnen Europa sterk tanende is. Samenvattend kun je stellen dat er niet langer alleen maar goede dingen van Europa komen.'

Politieke zelfmoord
Het Nederlandse `nee' tegen de Europese grondwet in 2005 ziet Voermans als een signaal dat Nederlanders ver van Brussel af staan. We zijn verweesd, noemt hij dat. Er bestaat een sterk gevoel van onmacht om in Europa invloed te kunnen uitoefenen. `Dat heeft ook voor een deel te maken met politici, die een systematische desinteresse in Europese dossiers aan de dag leggen', legt hij uit. `Over het algemeen geldt: een Kamerlid dat over Europa begint, pleegt politieke zelfmoord. Dat wordt gevoed door een politiek stelsel waarin het parlement buitenspel staat als het om Europese besluitvorming gaat en via de bemiddeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken - en niet de Staten-Generaal - wordt bepaald wat het Nederlandse standpunt is dat in Europa door de regering wordt uitgedragen.'

Behandelingsvoorbehoud

Een uitgelezen kans om het Nederlandse volk en het parlement nauwer te betrekken bij Europese besluitvorming is volgens Voermans de invoering van het zogeheten behandelingsvoorbehoud. Dit behelst dat de regering van een land een wetgevingsdossier pas in de Raad van Ministers in Brussel behandelt nadat er met het eigen parlement over is gesproken. In veel lidstaten geldt dit principe al. Voermans: `Regeringen van zulke landen hebben een sterke onderhandelingspositie in Brussel. Parlementaire steun is immers een krachtig argument. In Nederland willen we er niet aan, maar je kunt zien hoe effectief het zou kunnen werken aan de hand van het dossier over de nettobijdrage van Nederland aan de EU. Gerrit Zalm kaartte die kwestie aan in het parlement. Hij ging naar Brussel met een duidelijke opdracht en rapporteerde vervolgens weer aan de Kamer. Niemand heeft het gevoel gehad dat daar iets is bekonkeld. Een staaltje politiek via de voordeur dus.'

Staatssecretaris Frans Timmermans, Europese Zaken.

Mambo jumbo
Vorig jaar is een voorstel tot behandelingsvoorbehoud onder leiding van staatssecretaris Frans Timmermans, Europese Zaken, gesneuveld. Timmermans, die ook een lezing houdt voor Studium Generale, kwalificeerde het behandelingsvoorbehoud als `juridische mambo jumbo'. De Nederlandse regering gaat prat op de zogeheten Oranje kaart: een middel om Brussel terug te roepen, maar alleen als 14 van de 27 nationale parlementen er achter staan. `Een wassen neus', meent Voermans. `Het is onmogelijk om zoveel parlementen te vinden die tegen hun regering ingaan. Het is een punt waarop de staatssecretaris en ik het hartgrondig oneens zijn. Het belooft dan ook een interessant gesprek te worden, als we donderdag 31 maart Europa bespreken.'

Meer informatie en inschrijven

(24 maart 2009/Marl Pluijmen)

Webredactie - 24/3/2009