Gemeente IJsselstein


Gekozen koers voor regionale woningbouw nog urgenter door crisis

Datum: dinsdag 31 maart 2009
De gezamenlijke gemeenten in de stadsregio Utrecht kiezen ervoor het bestaande woningtekort verder terug te dringen. Dat moet gebeuren door het bouwtempo fors op te voeren en daarbij vooral ook sociale huur- en goedkope koopwoningen te realiseren.

Dat heeft Bestuur Regio Utrecht vastgelegd in de Woonvisie 2030. Deze strategie voor de regionale woningbouw is op 18 maart door het Algemeen Bestuur van de stadsregio aanvaard. De huidige economische crisis onderstreept het belang van de keuze voor deze koers.

Crisis onderstreept belang van snel en betaalbaar bouwen Directe aanleiding voor de woonvisie is het al langer groeiende woningtekort in de regio, dat momenteel zo'n 30.000 woningen bedraagt. Terwijl de woonvisie het afgelopen jaar met de verschillende betrokken partijen werd besproken, begon de economische teruggang zich ook in de stadsregio Utrecht af te tekenen. De verkoop van nieuwbouwwoningen stagneert, waardoor de productie in 2009 en vooral in 2010 ver zal teruglopen. Als gevolg daarvan neemt de doorstroming van huur naar koop af en daardoor komen er minder sociale huurwoningen beschikbaar. Intussen stijgt het aantal actief woningzoekenden verder en is de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning toegenomen naar een recordhoogte van meer dan zes jaar. De keuzes van de regio in de woonvisie - meer en sneller nieuw bouwen en daarbij extra aandacht voor de betaalbaarheid - zijn daarmee nog urgenter dan tevoren.

Slechte aansluiting op woningvraag vraagt om langjarige strategie Woningbouwplanning is een kwestie van lange adem. Juist daarom is een langjarige strategie opgesteld voor de hele regio. Tussen besluit en oplevering liggen namelijk al gauw vijf jaar, en tien jaar is geen uitzondering. De woonvisie gaat overigens niet over concrete bouwlocaties, maar het vormt het beleidsmatige kader voor het woningbouwprogramma op de middellange en lange termijn.

De vorige woonvisie dateerde uit 2001 en was verouderd. De nu vastgestelde woonvisie biedt een antwoord op de veranderde woningmarktsituatie en houdt rekening met nieuwe bestuurlijke kaders. De woonvisie maakt met name de volgende keuzen:
- al vastgestelde plannen voor de lange termijn (tot 2030) worden waar mogelijk al vóór 2020 ontwikkeld

- om aan de grote vraag naar goedkope huurwoningen te voldoen moet in
2020 ten minste 30% van de regionale woningvoorraad uit sociale huurwoningen bestaan. Dat is een voortzetting van de doelstelling die al geldt tot 2015.

- ook verlengd tot 2020 is de bestaande doelstelling om regionaal ten minste 35% van de nieuwbouw te realiseren in de sociale categorie (huur en koop)

- voor ouderen en woningzoekenden met een beperking streven de samenwerkende gemeenten naar een goede regionale aansluiting van vraag en aanbod.
De woonvisie zal nu worden uitgewerkt in een concreet actieprogramma tot 2015. Besloten is dat de regiogemeenten nog dit jaar onderling afspraken maken over de sociale opgave per gemeente. Binnen die afspraken kunnen gemeenten zelf bepalen hoe zij dit resultaat willen bereiken.

Breed draagvlak onder overheden, corporaties en huurdersberaad Een goede strategie voor de regionale volkhuisvesting is van groot belang. Daarom is over de visie in het afgelopen jaar uitgebreid gediscussieerd, zowel met de betrokken gemeenten, als met de provincie, de samenwerkende corporaties en het regionaal huurdersberaad. De stadsregio kreeg daarbij brede steun voor het voorgestelde regionale woonbeleid tot 2030. Sommigen droegen actief bij met verdere aanscherpingen, bijna allen stemden in met de Woonvisie 2030. Zo'n breed draagvlak is ook hard nodig: de hoge ambities en de knellende Utrechtse woningmarkt vragen om een sterke regionale samenwerking.