Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Eerste Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 22 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VenW/DGW 2009/323

Uw kenmerk Datum 31 maart 2009 -

Onderwerp Toezeggingen tijdens behandeling Waterwet Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Op 27 januari 2009 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Waterwet aangenomen. Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel heb ik een tweetal toezeggingen gedaan, die ik met deze brief wil nakomen.

In het ontwerp Nationaal Waterplan staat op bladzijde 137 vermeld dat een tussenevaluatie, uitgevoerd over de eerste jaren van uitvoering van het Actieplan Hoogwater Rijn (vastgesteld in 1998) tot en met het jaar 2005, heeft aangegeven dat niet alle doelstellingen op schema liggen. Op verzoek van de heer Slager wil ik hierbij de Eerste Kamer informeren waarom het actieplan niet op schema ligt en wat nu de stand van zaken is.

Het Actieplan Hoogwater Rijn bevat de volgende 4 doelstellingen:
1. Vermindering van de schaderisico´s met 10% voor 2005 en met 25% voor 2020.

2. Verlaging van de extreem hoge waterstanden met zo mogelijk 30 cm voor 2005 en met zo mogelijk 70 cm voor 2020.

3. Vergroting van het bewustzijn met betrekking tot hoogwater.
4. Verbetering van de hoogwaterwaarschuwingssystemen door internationale samenwerking en de verlenging van de voorspellingstermijnen met 100% voor 2005.

Het actieplan wordt periodiek geëvalueerd, de eerste evaluatie vond plaats in 2005. Uit deze evaluatie bleek dat de doelen 1, 3 en 4 voor 2005 gerealiseerd zijn. De tweede doelstelling, een waterstanddaling van 30cm is niet volledig gerealiseerd. In het evaluatierapport van de ICBR (Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn) staat het als volgt:

"De voor 2005 beoogde verlaging van de extreme hoogwaterwaterstanden in de hoofdstroom van de Rijn met zo mogelijk 30 cm in vergelijking met 1995 wordt alleen bereikt op de Duits-Franse Bovenrijn bij Maxau. Op de Middenrijn bedraagt de verlaging circa 10 cm. Op de Duitse Nederrijn en in de Rijndelta neemt de vermindering verder af."

a
agina 1 van 2
---





Verder werd ingeschat dat met de in het actieplan afgesproken maatregelen ook Ons kenmerk de nagestreefde waterstandverlaging van 70 cm in 2020 niet zal worden gehaald. VenW/DGW 2009/323

Deze evaluatie is op de Rijnministersconferentie van oktober 2007 besproken. Besloten is om alle realistische mogelijkheden te onderzoeken om aanvullende retentie te realiseren of om waterstandverlagende maatregelen uit te voeren langs de Rijn (bijvoorbeeld retentiegebieden, dijkverleggingen, uiterwaardverlagingen). Deze inventarisatie heeft inmiddels plaats gevonden. Alle aanvullende maatregelen (die voor 2020 kunnen worden gerealiseerd) in de verschillende staten samen zijn goed voor maximaal 96 miljoen kubieke meter retentiegebied en 220 ha dijkverlegging. Deze maatregelen bevinden zich alle aan de Duits-Franse Bovenrijn. Ingeschat wordt dat ook hiermee het beoogde doel voor 2020 niet zal worden bereikt (met uitzondering van de Duits-Franse Bovenrijn waar het doel vrijwel wordt bereikt).

De Nederlandse delegatie heeft recentelijk in herinnering gebracht de opdracht van de Rijnministersconferentie aan de ICBR om mede op basis van deze resultaten het Actieplan Hoogwater Rijn te actualiseren.

De tweede toezegging betreft op verzoek van mevrouw Meindertsma, het doorsturen van de brief, die Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft gestuurd aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de motie van de heer Bochove over risicogebieden. Deze brief is in de bijlage opgenomen.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

Pagina 2 van 2