ABP


Persbericht

Herstelplan ABP naar toezichthouder DNB

Hoofdpunten

· ABP volgens herstelplan in circa 4 jaar uit dekkingstekort, in circa 13 jaar uit reservetekort
· Tijdelijke opslag van 1%-punt per 1 juli 2009, met een extra verhoging van 2%-punt per 1 januari 2010, tenzij herstel sneller verloopt

· Verlaging risicoprofiel beleggingsportefeuille
· In herstelplan op dit moment geen korting op pensioenrechten voorzien

Amsterdam, 31 maart 2009 ­ ABP is, evenals vele andere pensioenfondsen, zwaar geraakt door de crisis op de financiële markten. Het fonds ziet zich daardoor genoodzaakt maatregelen te treffen om de financiële positie te verbeteren. In een zogenaamd herstelplan legt ABP vast welke maatregelen moeten leiden tot het gewenste herstel van de financiële positie. Dit plan is, ter goedkeuring, voorgelegd aan de toezichthouder, De Nederlandsche Bank. ABP kiest in het herstelplan voor een periode van vijf jaar om de dekkingsgraad weer op het wettelijk minimaal vereiste niveau van ca 105% te brengen. De meest in het oog springende maatregelen in het herstelplan van ABP zijn de tijdelijke opslag op de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen en een lichte verlaging van het beleggingsrisico. In het herstelplan is op dit moment geen korting op pensioenrechten voorzien.

Ook zonder wijzigingen in het premie-, indexatie- en beleggingsbeleid zou het fonds, binnen de voorgeschreven wettelijke kaders, in vijf jaar kunnen herstellen uit het dekkingstekort. Het ABP bestuur vindt het, mede gezien de grote beweeglijkheid van de dekkingsgraad (na eind 2008), echter niet verantwoord om langer te wachten en wil de gehele herstelperiode gebruiken om de financiële positie van het fonds te versterken. Zodoende wordt de kans, dat de dekkingsgraad binnen 5 jaar ook daadwerkelijk boven de 105% uitkomt, vergroot en de noodzaak voor het treffen van tussentijdse aanvullende maatregelen verkleind. Daarom worden dit jaar al concrete maatregelen getroffen.

Op de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen komt een tijdelijke opslag, die werkenden en werkgevers gezamenlijk moeten betalen. Per 1 juli 2009 gaat de premie met 1%-punt omhoog en vanaf 1 januari 2010 tot 1 januari 2014 met nog eens 2%-punt. Als het herstel sneller verloopt dan het plan aangeeft, kan deze tijdelijke premieopslag lager uitvallen.

1/2




Zolang ABP verkeert in een situatie van dekkingstekort kunnen de pensioenen niet worden aangepast aan

de loonontwikkeling. Dit heeft gevolgen voor de uitkeringen aan gepensioneerden, maar ook voor de opgebouwde pensioenaanspraken van werknemers en ex-deelnemers. In het beleggingsplan voor 2009 en de jaren daarna is het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille licht aangepast, waardoor de kans op een daling van de dekkingsgraad wordt verkleind.

Bestuursvoorzitter Elco Brinkman: "We moeten nu maatregelen treffen om ABP voor de korte én lange termijn weer gezond te maken. We zetten alles op alles om korting van pensioenrechten te voorkomen. Helaas hebben de maatregelen gevolgen voor onze (ex-)deelnemers. Tijdens bijeenkomsten in het land gaan we dat uitleggen. We hebben er naar gestreefd om de pijn zo evenwichtig mogelijk te verdelen over werkgevers, werknemers, ex-deelnemers en gepensioneerden."

ABP heeft vandaag het herstelplan ter goedkeuring ingediend bij De Nederlandsche Bank. ABP is daartoe verplicht. Eind 2008 (de peildatum voor het herstelplan) lag de dekkingsgraad van ABP op 90%. Het plan moet er voor zorgen dat het fonds na 5 jaar een dekkingsgraad heeft van minimaal 105% en in 15 jaar van minimaal 125%. Bij het opstellen van een herstelplan zijn uitgangspunten voorgeschreven met betrekking tot de verwachte rendementen, (loon)inflatie en de waardering van de verplichtingen. De berekeningen laten een herstel van het fonds uit dekkingstekort zien na circa 4 jaar. Dit is langer dan de in de Pensioenwet voorgeschreven maximale termijn van 3 jaar. Daarom heeft ABP besloten gebruik te maken van de mogelijkheid die minister Donner heeft aangereikt, om uit te gaan van een termijn van 5 jaar. Herstel uit reservetekort wordt voorzien na circa 13 jaar.

Het ABP-bestuur zal de ontwikkeling van de financiële positie uiteraard nauwgezet volgen. In het najaar van 2009 wordt het Financieel Toetsingskader (FTK) voor pensioenfondsen geëvalueerd. Dit kan leiden tot een wijziging van de regels voor de beoordeling van de financiële gezondheid van een fonds. Ook kan het de hoogte van de dekkingsgraad beïnvloeden, naast de ontwikkelingen op de financiële markten.

Als ABP sneller dan voorzien herstelt uit het dekkingstekort, zal het bestuur jaarlijks bezien of er ruimte is om de pensioenen meer te laten groeien dan de indexatiestaffel aangeeft. Verloopt het herstel trager dan het herstelplan aangeeft, dan zal het bestuur additionele maatregelen moeten treffen. Als maatregelen komen daarbij in aanmerking een verdere verhoging van de tijdelijke premieopslag en een korting van de pensioenaanspraken. Het ABP-bestuur doet alles wat in haar vermogen ligt om een korting te voorkomen.