Jaarverslag 2008 Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken
29 april 2009
In het verslag wordt ingegaan op de werkwijze van de Toegangscommissie, de aangemelde zaken en de adviezen die aan het College van procureurs-generaal zijn uitgebracht. Ook wordt aandacht besteed aan de WODC-evaluatie en aan de hervorming van de herzieningsprocedure. Afgesloten wordt met een beschouwing over de relatie met de Hoge Raad en de positie van de CEAS in het publieke debat.
Als bijlage bij het jaarverslag is een overzicht gevoegd van de zaken die in 2008 door de Toegangscommissie zijn behandeld.
Bestanden
* jaarverslag2008commissieevaluatieafgeslotenstrafzaken.pdf (51.39 Kb) | pdf-bestand
ceassamenvattingen2008.pdf (31.56 Kb) | pdf-bestand (zie onderaan)
Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie
Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht.
Zaak 0031 is zowel in 2006, 2007 als 2008 van verschillende kanten onder de aandacht gebracht van
de TC. Hetzelfde geldt voor zaak 0014: deze is eerder aangebracht in 2006; in 2007 heeft een andere
indiener nogmaals aandacht gevraagd voor deze zaak. Laatstgenoemd verzoek is nog in behandeling.
Dossiernummer: CEAS 2008/0052
Indiener: Veroordeelde
Inhoud verzoek: Betrokkene vraagt aandacht voor zijn zaak, waarin hij, naar hij stelt
ten onrechte, veroordeeld is wegens stalking van zijn voormalige
vriendin.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort
tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit genoemde groep personen
die zich tot de Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek.
Bovendien betreft het geen feit betreft waarop een strafbedreiging
van minimaal 12 jaar is gesteld. De voorzitter van de Toegangscommissie
heeft de betrokkene per brief bericht dat de Commissie
niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0051
Indiener: Veroordeelde
Inhoud verzoek: Betrokkene vraagt aandacht voor zijn zaak, waarin hij, naar hij stelt
ten onrechte, veroordeeld is in een zedenzaak.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort
tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit genoemde groep personen
die zich tot de Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek.
De voorzitter van de Toegangscommissie heeft de betrokkene
per brief bericht dat de Commissie niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0050
Indiener: Veroordeelde
Inhoud verzoek: Betrokkene vraagt aandacht voor zijn zaak waarin hij, naar hij stelt,
onschuldig is veroordeeld. Waarvoor betrokkene veroordeeld is, wordt
uit zijn brief niet duidelijk.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort
tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit genoemde groep personen
die zich tot de Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek.
De voorzitter van de Toegangscommissie heeft de betrokkene
per brief bericht dat de Commissie niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0049
Indiener: Raadsman
Inhoud verzoek: De indiener komt op voor een cliënt, die - zo wordt gesteld - ten onrechte
is veroordeeld wegens valsheid in geschrifte.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort
tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit genoemde groep personen
die zich tot de Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek.
De voorzitter van de Toegangscommissie heeft de betrokkene
per brief bericht dat de Commissie niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0048
Indiener: Veroordeelde
Inhoud verzoek: Betrokkene is veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf wegens het
medeplegen van moord, meermalen gepleegd, het medeplegen van
wederrechtelijke vrijheidsberoving, eveneens meermalen gepleegd en
wegens bedreiging met een misdrijf gericht tegen het leven.
2
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort
tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit genoemde groep personen
die zich tot de Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek.
De voorzitter van de Toegangscommissie heeft de betrokkene
per brief bericht dat de Commissie niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0047
Indiener: Wetenschapper
Inhoud verzoek: De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin een verdachte in
eerste instantie vrijgesproken is. In hoger beroep is de verdachte veroordeeld
tot 8 jaar gevangenisstraf wegens onttrekking van een minderjarige
aan het wettelijk gezag (artikel 279 van het Wetboek van
strafrecht) en doodslag (artikel 287 van het Wetboek van
strafrecht).
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de
Commissie. Er is sprake van een delict waar een maximumstraf van
12 jaar of meer op staat en de indiener van het verzoek heeft een wetenschappelijke
publicatie aan de strafzaak gewijd.
De belangrijkste punten die de indiener aandraagt, zijn tijdens de verschillende
rechtszittingen aan de orde geweest. Gezien het verschil
tussen de uitspraak in eerste aanleg (vrijspraak) en die in appèl (8 jaar
gevangenisstraf), lijkt het er niet zozeer op dat de rechter op het verkeerde
been is gezet, maar dat er een verschil mogelijk is in de waardering
van het bewijs. De overtuiging van de rechter lijkt een belangrijke
rol gespeeld te hebben. Aangezien de rol van de rechter bij onderzoeken
buiten beschouwing moet blijven, is dit geen zaak voor de
CEAS. Om die reden heeft de Toegangscommissie geadviseerd om in
deze zaak geen nader onderzoek in te stellen. Het College heeft dit
advies overgenomen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0046
Indiener: Veroordeelde
Inhoud verzoek: De indiener stelt dat hij in 1992 door de rechtbank in Utrecht veroordeeld
is tot 3 jaar gevangenisstraf wegens het onbevoegd werken als
arts en voor verkrachting van zijn toenmalige assistente. Hij vraagt de
hulp van de Commissie om hem te bevrijden van die beschuldiging
van verkrachting.
Beoordeling Toegangscie: De indiener behoort niet tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit
genoemde groep personen die zich tot de Commissie kunnen wenden
met een verzoek voor onderzoek. De voorzitter van de Toegangscommissie
heeft de betrokkene per brief bericht dat de Commissie
niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0045
Indiener: Wetenschapper
Inhoud verzoek: De indiener vraagt aandacht voor een zaak, waarin drie mannen zijn
veroordeeld voor medeplegen van en drie vrouwen voor medeplichtigheid
aan doodslag, wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal in
vereniging. De vrouwen hebben bekend, de mannen hebben enige
betrokkenheid bij het misdrijf altijd ontkend. Het verzoek betreft een
van de mannen. Hij is in hoger beroep veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf.
Beoordeling Toegangscie: De zaak is nog in behandeling.
Dossiernummer: CEAS 2008/0044
Indiener: Veroordeelde
Inhoud verzoek: Betrokkene vraagt aandacht voor zijn zaak waarin hij veroordeeld is
tot 16 jaar gevangenisstraf. Waarvoor betrokkene veroordeeld is,
wordt uit zijn brief niet duidelijk.
3
Beoordeling Toegangscie: De indiener behoort niet tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit
genoemde groep personen die zich tot de Commissie kunnen wenden
met een verzoek voor onderzoek. De voorzitter van de Toegangscommissie
heeft de betrokkene per brief bericht dat de Commissie
niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0043
Indiener: Wetenschapper
Inhoud verzoek: De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand onherroepelijk
is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar wegens ontucht
met een aantal kinderen (art. 249 (oud) Strafrecht)
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de
Commissie. Er is sprake van een wetenschappelijke analyse van de
zaak door een wetenschapper. Weliswaar staat op ontucht geen
maximumstraf van 12 jaar of meer, maar gelet op het feitencomplex
(gemeenschap met een aantal jonge kinderen) is er naar het oordeel
van de Toegangscommissie wel sprake van een feit waardoor de
rechtsorde ernstig is geschokt.
De veroordeling is grotendeels gebaseerd op verklaringen van de kinderen.
In de zaak is een groot aantal deskundigenrapporten uitgebracht,
zowel op verzoek van de verdediging als van het OM, om het
waarheidsgehalte van deze verklaringen te beoordelen. De deskundigen
hebben deels tegenstrijdige meningen. Op grond van het vorenstaande
gaat de Toegangscommissie ervan uit dat de belangrijkste
punten die zijn aangedragen ook aan de rechter bekend zijn geweest.
Daar komt nog bij dat het Hof in zijn arrest tevens vermeldt dat het zelf
kennis heeft genomen van de videobanden van de verhoren van de
kinderen. Aangezien de rol van de rechter bij onderzoeken buiten beschouwing
moet blijven, is dit geen zaak voor de CEAS. Om die reden
heeft de Toegangscommissie het College van procureurs-generaal
geadviseerd om in deze zaak geen nader onderzoek in te stellen.
Het College heeft dit advies overgenomen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0042
Indiener: Veroordeelde
Inhoud verzoek: Betrokkene is - naar hij stelt ten onrechte - veroordeeld wegens uitkeringsfraude.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort
tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit genoemde groep personen
die zich tot de Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek.
De voorzitter van de Toegangscommissie heeft de betrokkene
per brief bericht dat de Commissie niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0041
Indiener: Een bij het opsporingsonderzoek betrokken functionaris, mede namens
een wetenschapper
Inhoud verzoek: De indieners vragen aandacht voor een zedenzaak, waarin vier personen
zijn veroordeeld wegens onder meer het plegen van ontucht
met minderjarigen.
Beoordeling Toegangscie: De Toegangscommissie is van oordeel dat aan de formele vereisten is
voldaan. Op grond van hun ervaring in zedenzaken stellen de indieners
dat als deze zaak nu zou worden behandeld, er volgens hen
geen veroordeling zou volgen. De indieners stellen dat zij bij de behandeling
van de zaak door het Hof in 1994 kritische kanttekeningen
hebben gemaakt over het opsporingsonderzoek.
De Toegangscommissie heeft naar aanleiding van het aangedragen
materiaal nadere informatie opgevraagd en bestudeerd. Uit deze
stukken komt naar voren dat de punten die door de indieners zijn
aangedragen bij de rechter bekend waren en bij de behandeling door
het Hof - deels uitgebreid - aan de orde zijn geweest. Er is dan ook
4
niet gebleken dat de rechter op het verkeerde been is gezet doordat
hem belangrijke informatie is onthouden. Aangezien de rol van de
rechter bij onderzoeken buiten beschouwing moet blijven, is dit geen
zaak voor de CEAS. Om die reden heeft de Toegangscommissie het
College van procureurs-generaal geadviseerd om in deze zaak geen
nader onderzoek in te stellen. Het College heeft dit advies overgenomen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0040
Indiener: Een niet bij de zaak betrokken advocaat, gespecialiseerd in zedenzaken
met ontkennende verdachten.
Inhoud verzoek: Betrokkene vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand is veroordeeld
wegens verkrachting (art. 242 Sr) van zijn buurvrouw. De veroordeelde
ontkent niet gemeenschap met haar te hebben gehad,
maar zegt dat dit niet tegen haar zin is gebeurd. Er is geen technisch
bewijs, alleen de verklaring van aangeefster.
Beoordeling Toegangscie: De Toegangscommissie is van oordeel is dat er geen sprake is van
een wetenschappelijke publicatie waarin de zaak is geanalyseerd.
Ondanks zijn deskundigheid op het gebied van valse aangiften, kan
de indiener naar het oordeel van de Toegangscommissie niet worden
aangemerkt als wetenschapper in de zin van het Instellingsbesluit. Dit
mede gezien de omstandigheid dat het hoofdberoep van de indiener
advocaat is. Om die reden ziet de Toegangscommissie geen aanleiding
om in deze zaak te adviseren nader onderzoek in te stellen. Het
College heeft dit advies overgenomen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0039
Indiener: Vrijgesproken verdachte
Inhoud verzoek: Indiener is naar eigen zeggen door rechtbank en hof Den Haag vrijgesproken
naar aanleiding van een aangifte wegens bedreiging. Dit
speelde in 2004/2005. Sinds begin februari 2008 is hij weer bezig met
het gebeurde. Hij beklaagt zich over het optreden van de politie, die
geweigerd zouden hebben een aangifte die hij wilde doen op te nemen.
Door de gedragingen van de verbalisanten voelt hij zich aangetast
in zijn rechtsgevoel. Hij vraagt om een onafhankelijk onderzoek.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek is evident niet-ontvankelijk omdat betrokkene niet behoort
tot de in artikel 4 van het Instellingsbesluit genoemde groep personen
die zich tot de Commissie kunnen wenden met een verzoek voor onderzoek.
Bovendien gaat het niet om een onherroepelijke veroordeling.
De voorzitter van de Toegangscommissie heeft de betrokkene
per brief bericht dat de Commissie niets voor hem kan betekenen.
Dossiernummer: CEAS 2008/0038
Indiener: Wetenschapper
Inhoud verzoek: De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand onherroepelijk
is veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens ontucht met zijn
stiefdochter. Indiener constateert dat de veroordeling feitelijk enkel op
basis van de aangifte is gebaseerd, terwijl over de betrouwbaarheid
van die aangifte kan worden getwijfeld. Indiener vindt dat er onvoldoende
nader onderzoek naar de aangifte is gedaan en veronderstelt
dat er ontlastende getuigenverklaringen buiten het dossier zijn gebleven.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de
Commissie. Er is sprake van een analyse van de zaak door een wetenschapper.
Weliswaar staat op ontucht geen maximumstraf van 12
jaar of meer, maar gelet op het feitencomplex (gemeenschap met een
stiefdochter op jonge leeftijd gedurende een aantal jaar) is er naar het
oordeel van de Toegangscommissie wel sprake van een feit waardoor
de rechtsorde ernstig is geschokt.
5
Na kennisname van door haar opgevraagde stukken uit het dossier
constateert de Toegangscommissie dat daarin geen aanknopingspunten
te vinden zijn voor de veronderstelling van de indiener dat er getuigenverklaringen
buiten het dossier zijn gehouden. Het enkele feit
dat bepaalde getuigen, naar oordeel van de indiener ten onrechte, niet
zijn gehoord, levert naar het oordeel van de Toegangscommissie
geen manco op indien de rechter van het bestaan van deze getuigen
op de hoogte kan zijn geweest. Dit was in casu het geval. Om die reden
heeft de Toegangscommissie geadviseerd om in deze zaak geen
nader onderzoek in te stellen. Het College van procureurs-generaal
heeft dit advies overgenomen.
Dossiernummer: CEAS 2007/0031 (zie ook dossiernummer 2006/0013)
Indiener: Wetenschapper
Inhoud verzoek: De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar
een strafzaak, die heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling
wegens moord. Deze zaak is eerder onder de aandacht gebracht. In
2006: zie CEAS 0013). Op basis van in 2007 door een misdaadauteur
aangedragen manco's heeft de TC geadviseerd geen nader onderzoek
in te stellen. In 2008 is de zaak opnieuw onder de aandacht gebracht,
onder meer door een wetenschapper.
Beoordeling Toegangscie: Het verzoek voldoet aan de criteria voor nader onderzoek door de
Commissie. Er is sprake van een wetenschappelijke analyse in een
publicatie; de zaak is onherroepelijk afgesloten; de strafbedreiging
voor moord is levenslang. De zaak is verschillende malen, op basis
van steeds meer informatie, door de TC besproken. Het is met name
de opeenstapeling van - deels overlappende - klachten en kwesties
die voor de TC aanleiding zijn te adviseren de zaak aan nader onderzoek
te onderwerpen. De TC heeft het College van procureursgeneraal
geadviseerd om op een aantal punten nader onderzoek te
laten verrichten. Daarvoor komen vanzelfsprekend niet in aanmerking
de kwesties die al bij de rechter bekend waren. Het College heeft dit
advies overgenomen. Eind 2008 is een driemanschap met dit nader
onderzoek belast.
Dossiernummer: CEAS 2006/0014 A
Indiener: wetenschapper
Inhoud verzoek: De indiener vraagt aandacht voor een zaak waarin iemand onherroepelijk
is veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, onder andere
wegens het medeplegen van moord.
Beoordeling Toegangscie.: De Toegangscommissie is van oordeel dat het verzoek niet voldoet
aan de eisen die zijn neergelegd in het instellingsbesluit aangezien
geen sprake is van een - in een wetenschappelijke publicatie neergelegde
- analyse van de strafzaak in kwestie. Evenmin komt de indiener
vanuit zijn deskundigheid tot de conclusie dat er in de aangedragen
strafzaak manco's zijn in het opsporingsonderzoek en/of de presentatie
ter terechtzitting die aan een evenwichtige beoordeling van de feiten
door de rechter in de weg kunnen hebben gestaan.
Beslissing: De Toegangscommissie heeft het College van procureurs-generaal
geadviseerd om geen onderzoek in te stellen. Het College heeft dit
advies overgenomen.
CEAS 2006/0014 B
Deze zaak is door een andere indiener in 2007 opnieuw onder de
aandacht gebracht van de Commissie.
Beoordeling Toegangscie.: Om een zorgvuldig advies te kunnen uitbrengen heeft de Commissie
aanvullende informatie opgevraagd. In afwachting daarvan, houdt de
Commissie de advisering voorlopig aan.
Openbaar Ministerie