Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Milieudoelen in zicht

29-04-2009

In 2020 wekt Nederland 35% van haar elektriciteit op met windturbines, zonnecellen en biomassa. Dat is te danken aan de ruimere en meer robuuste subsidieregeling voor duurzame energie (SDE), waarover het kabinet vorige maand bij het aanvullend beleidsakkoord overeenstemming bereikte.

Gecombineerd met de ontwikkeling van biogas en duurzame warmte-opslag zorgt dit ervoor dat het kabinet haar doelstelling voor duurzame energie (20% in 2020) haalt. Dat is een verzesvoudiging van het huidige percentage aandeel energie (3,4%). Dit blijkt uit de tussentijdse verkenning van het klimaatbeleid, die het kabinet vandaag heeft gepresenteerd. Naast deze toekomstverkenning presenteert het kabinet vandaag de resultaten over 2008 van het beleid dat met Schoon en Zuinig is ingezet.

Energiebesparing
Uit de rapporten blijkt dat Nederland de milieudoelen voor 2011 naar verwachting haalt: uitstoot van maximaal 209 megaton broeikasgassen en 4% biobrandstoffen. De doelstelling voor duurzame energie (2285 megawatt) kan zelfs worden overtroffen. Realisatie van de gewenste energiebesparing - tussen 29 tot 61 peta Joule per jaar - is nog niet geheel zeker, maar haalbaar.

Klimaattop
Het halen van de langetermijndoelstelling voor de terugdringing van broeikasgas hangt samen met de uitkomst van de klimaattop te Kopenhagen in december. Bij succes halen de Nederlandse sectoren die onder het Europees stelsel van emissiehandel vallen het doel van 30% reductie van broeikasgassen ten opzichte van 1990 in 2020. Bij de Nederlandse sectoren die niet onder de emissiehandel vallen (woningen en gebouwen, landbouw, verkeer en vervoer) constateert de verkenning een verbetering ten opzichte van de beoordeling van Schoon en Zuinig uit 2007.
Voor de sector verkeer en vervoer geldt dat bij volledige uitvoering van het maatregelenpakket de uitstoot van broeikasgassen in 2020 uitkomt tussen 27 en 37 megaton. De doelstelling is 30 tot 34 megaton CO2 . Ook voor de landbouw geldt dat de emissiedoelstellingen haalbaar zijn. In de gebouwde omgeving zijn extra inspanningen nodig. Het kabinet zal bij de evaluatie van het werkprogramma `Nieuwe energie voor het klimaat' daar waar nodig aanvullende voorstellen doen om zeker te stellen dat de doelen voor broeikasgassen, energiebesparing en het aandeel duurzame energie in 2020 gehaald worden.

Woningen en gebouwen
Het tempo van energiebesparing (1,4% tot 1,8% per jaar) blijft achter bij het doel van 2% per jaar. Vooruitlopend hierop heeft het kabinet bij het aanvullend beleidsakkoord extra geld uitgetrokken voor energiebesparing in woningen en gebouwen. Daarnaast heeft het kabinet investeringen aangekondigd voor onderhoud en renovatie van scholen, verpleeghuizen en jeugdzorginstellingen, waarbij energiebesparing wordt gestimuleerd.

Tussendoelen
De verkenning is opgesteld door de onafhankelijke instituten ECN en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De monitor is tot stand gekomen door deze instituten met medewerking van SenterNovem en adviesbureau Ordina. De rapporten bieden duidelijkheid over de voortgang van het klimaatbeleid, zowel binnen de resterende kabinetsperiode als op lange termijn (tot 2020). Het kabinet heeft ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor de aanpak van de klimaatverandering: 30% reductie van broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990, 20% hernieuwbare energie in 2020 en in de periode 2011 tot 2020 gemiddeld jaarlijks 2% energiebesparing. Voor 2011 zijn tussendoelen geformuleerd.