Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht

Rijksuniversiteit Groningen / nummer 65 / datum 23 april 2009

Ecosysteem ontwricht: Kaapse Jan-van-gent met uitsterven bedreigd

Het ecosysteem van de Kaapse Jan-van-gent, een beschermde vogelsoort, is ontwricht. Door overbevissing vindt de vogel niet meer genoeg voedsel om zijn jongen groot te brengen. En ook pelikanen, kelpmeeuwen en zeehonden vormen een steeds grotere bedreiging: door gebrek aan vis hebben deze roofdieren het steeds vaker voorzien op de kuikens van de Jan-van-gent. Dit blijkt uit onderzoek van bioloog Ralf Mullers. Hij promoveert op 4 mei 2009 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

De Kaapse Jan-van-gent (Morus capensis) behoort tot de familie van de pelikaanachtigen. De vogels kunnen tot bijna een meter groot worden, met een spanwijdte van bijna twee meter. Wereldwijd zijn er slechts zes broedkolonies: drie in Namibië en drie in Zuid-Afrika. Sinds de jaren zestig nemen de aantallen broedende paren in de kolonies in Namibië af, door overbevissing van sardines en ansjovis. De laatste tien jaar worden ook de broedkolonies aan de westkust van Zuid-Afrika kleiner. Dit mede doordat de scholen ansjovis en sardines zich hebben verplaatst naar de zuid- en oostkust van Zuid-Afrika.

Vogels met GPS

Voor zijn onderzoek verbleef Mullers vier maal een half jaar op de onbewoonde eilanden Ichaboe (Namibië) en Malgas (Zuid-Afrika). Hier bestudeerde hij kuikengroei, bracht hij het gedrag van ouders in kaart, en onderzocht hij de samenhang tussen deze variabelen. Niet minder dan 646 volwassen Jan-van-genten werden uitgerust met een GPS-logger. Daarmee kon de plaats van de vogels van minuut tot minuut nauwkeurig gevolgd worden en werd duidelijk of ze vlogen, dobberden of doken. Nooit eerder werd het foerageergedrag van de Kaapse Jan-van-gent zo nauwgezet in kaart gebracht. Gemiddeld vliegt een Kaapse Jan-van-gent zo'n 450 kilometer per dag om eten te halen, zo blijkt.

Uitroeiende pelikanen

Dat de kolonie op Malgas afneemt, komt door gevaren waaraan kuikens zijn blootgesteld, ontdekte Mullers. Onder meer pelikanen vormen een grote bedreiging. Van oorsprong eten deze vogels alleen vis, maar door gebrek daaraan, zijn ze gewend geraakt aan het eten van andere vogels. Ook hebben ze slachtafval leren eten, dat in grote hoeveelheden aanwezig was op naburige varkensfokkerijen. Mullers: 'Van oorsprong is de pelikaan een beschermde vogel. Nu moet de ene beschermde vogel tegen de andere beschermd worden. Op Malgas zie je pelikanen hele kolonies Jan-van-genten uitroeien - soms schrokken ze kuikens van bijna twee kilo op.'

Langere tochten

Op Ichaboe (Namibië) hebben de kuikens grotere kans te overleven. Hun ouders maken weliswaar langere foerageertochten dan de ouders op Malgas, maar zij brengen ook energierijker voedsel mee. Waar de ouders op Malgas vooral visafval voor hun jongen meebrengen, brengen de ouders op Ichaboe meer makreel en snoek, als vervanger van ansjovis en sardines. Ook zijn er op Ichaboe minder predatoren, zoals pelikanen, kelpmeeuwen en zeehonden. Waarom de kolonies op dit eiland toch óók in omvang afnemen, is nog niet helemaal duidelijk.

Zelfzuchtige ouders

Uit het onderzoek van Mullers blijkt dat ouders hun eigen leven niet op het spel zetten om dat van hun jongen te redden. Als er minder voedsel aanwezig is, gaan ze niet langere foerageertochten maken om hun jongen toch genoeg te eten te kunnen geven. Mullers: 'Dat is evolutionair gezien verstandig. Een Jan-van-gent kan tot vijfentwintig jaar oud worden. Als zijn kuikens een jaar niet overleven, krijgt hij nog veel nieuwe kansen om nageslacht te produceren. Die kansen zet hij niet op het spel. Interessant zou zijn om te onderzoeken of de vogel zijn gedrag aanpast, als er meerdere jaren achtereen te weinig voedsel is.'

Visquota nodig

Om uitsterven van de Jan-van-gent te voorkomen moet hun foerageergebied beschermd worden. Oftewel: de vangst van sardines en ansjovis in het foerageergebied van de vogel moet beperkt worden. Mullers: 'Hiermee zijn grote economische belangen gemoeid. Maar het zou heel mooi zijn als mijn onderzoek bijdraagt aan het debat over deze kwestie.'

Curriculum vitae

Ralf Mullers (Maastricht, 1975) studeerde Biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn promotieonderzoek werd verricht binnen onderzoeksschool BCN en mede gefinancierd door het instituut WOTRO (Wetenschappelijk Onderzoek voor de Tropen) van het NWO. Mullers promoveert tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen bij prof.dr. S. Daan en prof.dr. J.M. Tinbergen. De titel van het proefschrift luidt: The commuting parent. Energetic constraints in a long distance forager, the Cape gannet. Een van de stellingen bij Mullers' proefschrift luidt: 'Jarenlang leven in een zeevogelkolonie leidt tot alcoholisme, gekte, of een proefschrift.'