Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op kamervragen van Uitslag over de titel van verpleegkundig specialist

Antwoorden op kamervragen van Uitslag over de titel van verpleegkundig specialist

Kamerstuk, 4 mei 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

4 mei 2009

MEVA-K-U-2922007

Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Uitslag (CDA) over de titel van verpleegkundig specialist (2009ZO5068).

Vraag 1 en 2

Is het waar dat de Verpleegkundig Specialist vanaf 26 maart a.s. wel de titel `Verpleegkundig Specialist' mag voeren, maar dat daarvoor nog steeds de wettelijke grondslag ontbreekt? 1)
Zo ja, wat betekent het als daarmee niet de wettelijke bevoegdheden zijn geregeld?
Deelt u de mening dat aan deze kwestie prioriteit moet worden gegeven? Zo ja, wanneer is de wettelijke grondslag voor Verpleegkundig Specialist tot stand gebracht?

Antwoord 1 en 2

Ik heb op aanvraag van het College Specialismen Verpleegkunde op grond van artikel 14 van de Wet op de Beroepen Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) vier specialistentitels erkend. Hiervan is op 6 februari 2009 in de Staatscourant, nr. 1877, melding gemaakt. Hiermee is er vanaf die datum sprake van een wettelijke grondslag voor deze specialistenstitels. Op 26 maart 2009, de datum die u noemt, heb ik tijdens een feestelijke bijeenkomst de eerste vier wettelijk erkende verpleegkundig specialisten welkom geheten op mijn ministerie. Er bestaat dus een wettelijke grondslag voor mijn besluit om de bedoelde specialistentitels op verpleegkundig terrein als wettelijke erkende titels aan te merken.

Momenteel ben ik bezig met de voorbereiding van een wijziging van de Wet BIG op basis waarvan er tijdelijk bevoegdheden met betrekking tot het zelfstandig indiceren van voorbehouden handelingen kunnen worden toegekend aan andere dan artsen, verloskundigen en tandartsen. Indien de wetswijziging van kracht wordt, ben ik voornemens bij algemene maatregel van bestuur, de wettelijk erkende specialismen verpleegkunde als beroepsbeoefenaren aan te wijzen, die tijdelijke bepaalde aangewezen voorbehouden handelingen zelfstandig mogen indiceren en uitvoeren.
Ik ben het met u eens dat de wetswijziging van de Wet BIG van groot belang is, maar deze concurreert met andere, mede door de Kamer aangegeven prioriteiten. Het is echter niet zo dat de instelling van de verpleegkundig specialist en de wettelijke erkenning van een aantal specialistentitels zonder enig belang is totdat zij een aantal voorbehouden handelingen mogen indiceren en verrichten.


1) Aankondiging installatie Verpleegkundig Specialisten, 26 maart 2009 http://www.minvws.nl/nieuwsberichten/meva/2009/verpleegkundig-speciali st.asp