Raad van de Europese Unie

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende de executie door steniging in Rasht, Iran

De Europese Unie veroordeelt krachtig het nieuwe geval van executie door steniging in de Islamitische Republiek Iran. Volgens verschillende berichten is Vali Azad rond 5 maart 2009 in de Lakan-gevangenis in de stad Rasht geëxecuteerd door steniging als straf voor overspel.
De Europese Unie is voorts zeer bezorgd over berichten dat Mohammad Ali Navid Khomami en Ashraf Kalhori veroordeeld zijn tot de dood door steniging en spoedig geëxecuteerd dreigen te worden.
De Europese Unie verzoekt de autoriteiten van de Islamitische Republiek Iran met aandrang effectief en voorgoed een eind te maken aan de praktijk van executie door steniging, conform het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die de Islamitische Republiek Iran heeft ondertekend en geratificeerd. De Europese Unie roept de Iraanse autoriteiten tevens op de door hen goedgekeurde Verklaring inzake de bescherming van alle mensen tegen onderwerping aan foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing na te leven, alsook Resolutie A/RES/62/149 van de AVVN, waarin staten die de doodstraf nog uitvoeren, wordt gevraagd minimumnormen inzake executie in acht te nemen.
"De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaatlidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces."