Gemeente Pekela


Toespraak herdenking 4 mei 2009

Dames en heren, jongens en meisjes.

De herdenking in het kader van de Nationale Dodenherdenking krijgt dit jaar een extra dimensie. Niet eerder immers werden we, zo kort voor deze traditionele herdenkingsplechtigheid, geconfronteerd met een gewelddadige gebeurtenis, zoals die op Koninginnedag in Apeldoorn plaatsvond. Wij betrekken in deze bijeenkomst de onschuldige slachtoffers van de aanslag op de Koninklijke familie, waarbij onze gedachten ook uitgaan naar hun nabestaanden en alle overige betrokkenen.

Op de kalender is het elk jaar weer 4 mei. Voor verreweg de meeste wereldburgers is dat een gewone datum, als zoveel anderen in het jaar. In ons land ligt dat anders. In Nederland staat de 4e mei in het teken van de herdenking van de doden. Dat is een traditie die al sinds de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog in ere wordt gehouden.

Het is goed dat in ons land burgers en militairen worden herdacht die, waar ook ter wereld, in het belang van het Koninkrijk of tijdens vredesmissies van internationale organisaties zijn gevallen, dan wel door oorlogshandelingen of terreur zijn omgekomen.

Vandaag herdenken wij opnieuw al die mannen en vrouwen, jong en oud, die hun leven gaven voor onze vrijheid en staan we stil bij hen die`de moed hadden zich tegen de overheerser te verzetten. Dikwijls moesten ook zij daarvoor de hoogste tol betalen.

De herdenking is echter meer dan denken aan degenen die hun leven lieten. Het is ook een bezinning op het heden en op de toekomst. Een appèl op de individuele en collectieve verantwoordelijkheid in onze huidige maatschappij ten aanzien van onderdrukking, discriminatie en onverdraagzaamheid.

Vrijheid. Het lijkt zo vanzelfsprekend. De meeste hier aanwezig zijn, gelukkig maar, in vrijheid geboren en opgegroeid. We kunnen gaan en staan waar we willen. We kunnen onze mening uiten zonder daarvoor te worden bestraft. Die vrijheid, verankert in onze grondwet, is een groot goed. Maar heel veel mensen in andere delen van de wereld leven in onvrijheid. Kunnen of mogen niet zichzelf zijn. Verliezen hun eigen identiteit. Worden onderworpen aan de wil en willekeur van anderen.

Maar ieder mens heeft het recht om in vrijheid te leven. Dat recht moeten we elkaar gunnen. Vrijheid en identiteit staan soms op gespannen voet met elkaar, maar beide dienen de ruimte te krijgen om zich in goede harmonie te kunnen ontwikkelen. Het vraagt van iedereen om anders zijn te accepteren.

Etnische zuiveringen zijn een gevolg van de botsing tussen vrijheid en identiteit. Bosnië, Sierra Leone, Soedan, Irak, Congo. Legers, guerrillas en bandieten vechten met elkaar, steken dorpen in brand, vergrijpen zich aan vrouwen, moorden en jagen burgers op de vlucht. Honderdduizenden moesten en moeten elders hun heil zoeken, omdat ze tot een verkeerde stam behoorden, anders dachten of hun mening verkondigden

Het zijn in het oog springende voorbeelden van wantoestanden elders.

Maar het is ook goed om in eigen land te blijven. Om naar ons zelf te kijken. Vluchtelingen zijn steeds minder welkom. Omdat ze anders zijn, anders eten en zich anders kleden. Ze zien er anders uit of doen anders. Maar beperken ze onze vrijheid? Of vinden we alleen maar dat ze hier niet thuis horen?

Samen werken, samen wonen, samen leven, kortom een samenleving waarin plaats is voor iedereen. In vrijheid en met behoud van de eigen identiteit. Dat vraagt inzet van mij, van u, van ons. Het is goed daar nu, maar ook morgen, overmorgen en de dagen daarna, bij stil te staan...

Ik dank u voor uw aandacht.