Gemeente Giessenlanden
Toespraak burgemeester, 4 mei Arkel
Dames en heren, jongens en meisjes,
Op 4 mei herdenken wij de gevolgen van oorlog en onderdrukking en de
slachtoffers die door oorlog en onderdrukking gevallen zijn.
Dat doen we trouw elk jaar en dat is goed. Eens per jaar stil staan
bij de waarde van onze verworven vrijheid maakt moet ons waakzaam
houden. Onze vrijheid is een waardevolle schat die wij moeten
koesteren, verdedigen en bewaren. Dat zijn wij verplicht aan hen die
vielen in de strijd. Hun strijd mag niet voor niets geweest zijn.
Â
Maar wat is vrijheid nu eigenlijk werkelijk. Betekent vrijheid dat je
mag zeggen wat je wilt? Maar waarom staat er dan in de wet dat sommige
dingen niet gezegd mogen worden? Waarom zijn sommige uitspraken
strafbaar? Is vrijheid het recht hebben om te geloven wat je wilt. Ook
wanneer dat anderen schaadt? Maar waarom worden predikanten, priesters
en imams dan vervolgd als zij opvattingen uitspreken die kennelijk
niet mogen? Is vrijheid het recht hebben op gelijke behandeling,
jezelf kunnen zijn? Maar waarom wordt ongelijkheid dan getolereerd in
ons vrije land. En waarom is het moeilijk om echt jezelf te zijn als
je een beetje anders bent dan de rest? Vragen, vragen, vragen.
Natuurlijk weten we het antwoord wel. Het gaat om respect. We gunnen
iedereen zijn vrijheid zolang we maar respectvol met elkaar omgaan.
Vrij zijn verplicht.
Â
Â
Voor vrijheid is nog nooit een blauwdruk bedacht. Vrijheid is wat wij
ervan willen maken. Spreekt u daarom met elkaar over deze
vraagstukken.
Â
Maar is het wel zo eenvoudig. Was vrijheid het motief van duizenden
mensen die hun geboorteland ontvluchtten? Als we zoeken naar
antwoorden op de vragen die ik zojuist formuleerde dan kunnen we de
vraag ook omdraaien.
Â
Wat is onvrijheid?
Â
In de afgelopen jaren heb ik vele gesprekken gevoerd met mensen die
gevlucht zijn uit âonvrijeâ landen. En in die gesprekken viel mij het
volgende op. De belangrijkste drijfveer om te vluchten is nooit om de
hiervoor genoemde rechten te verwerven. Mensen vluchten omdat ze bang
zijn. Bang dat hen iets zal worden aangedaan als ze zeggen wat ze
willen, geloven wat ze willen, willen zijn wie ze willen zijn. Angst
voor wetteloosheid. Angst voor dingen die ze niet aan zien komen.
Â
Angst is het meest indringende gevolg van onvrijheid. Toch zijn er
mensen die niet anders weten. Die geboren en opgegroeid zijn in een
land waar het beter is niet op te vallen, waar je zomaar kunt worden
opgepakt zonder duidelijke reden. Waar je wordt gemarteld of erger,
zomaar wordt vermoord. Onze verzetstrijders van weleer verzetten zich
tegen een leven waar angst regeert. Voor hen was het onbestaanbaar en
ondenkbaar dat zij zouden moeten leven in een land waar je vooral niet
moet opvallen. Je niet kan zijn wie je bent, je niet mag geloven wat
je wilt. Angst voor inperking van hun vrijheid was hun drijfveer.
Angst voor willekeur, marteling, rechteloosheid, respectloosheid.
Â
Wat moet het vreselijk zijn te leven in een wereld waar de angst
regeert. Niet weten wie je vijand is, wat de regels zijn en waar het
gevaar vandaan komt. De jongeren onder ons kennen dat gevoel niet, die
bedrukking die je verlamt. Wij leven in vrijheid.
Â
Of kennen we dat gevoel toch een beetje? Zijn er soms kortstondig
momenten geweest waarin de angst ons om het hart sloeg. Omdat we ons
overgeleverd voelden aan onbekende krachten waar wij geen invloed op
hadden. Momenten waarin we ons zo verlamd voelden en huilden van
angst.
Â
Het is 7 mei 1945. In Nederland vindt de capitulatie van de Duitse
troepen plaats. Overal in Nederland wordt feest gevierd. Mensen halen
opgelucht adem en gaan de straat op. Ook in Amsterdam. Op de Dam
drommen honderden mensen samen. Ze zijn blij. Voelen zich voor het
eerst misschien weer een beetje veilig. Maar dan klinken
geweersalvoâs. In een aantal panden rond de Dam hebben zich de laatste
Duitse soldaten verscholen. Nu schieten zij op de menigte. Lukraak.
Paniek, gegil. De mensen, eerst zo vol vertrouwen, vluchten in wilde
paniek alle kanten op. Er vallen doden. De angst slaat weer toe.
Â
Het is 30 april 2009. We gaan naar Apeldoorn. We hebben ons mooi
aangekleed, de kinderen hebben oranje strikken in hun haar. We vieren
feest zoals elk jaar. Het is prachtig mooi weer, iedereen is vrolijk,
we genieten. Langs de hekken drommen we samen. Het geeft niet dat we
wachten moeten, vandaag is het feest. En dan draait de bus de weg op
met daarin de mensen waarop we zo hebben staan wachten. Maar het is
niet veilig. Zonder dat we het wisten. Er dreigt gevaar, zonder dat we
weten waar vandaan. Er vallen dodenâ¦
Â
Vanaf dat moment zijn we bang. Dat moet het gevoel zijn waarin
sommigen mensen hun hele leven verkeren. Dat is het gevoel dat wij
niet willen. Wij willen vrijheid, ons veilig kunnen voelen. Dat is
waar we waakzaam voor zijn. Dat is waar zo velen voor vielen. Wij
herdenken hen op 4 mei.
Â
Els Boot, burgemeester