1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
RWS/SDG/NW09/547/77990
Uw kenmerk
Datum 29 april 2009 2009Z05316
Onderwerp Kamervragen Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik, mede namens mijn ambtsgenoot van Economische
Zaken, de vragen die het lid Verdonk (Verdonk) heeft gesteld over mogelijk
misbruik van de machtspositie door de ANWB. De brief is ingezonden op
23 maart 2009.
1. Deelt u de mening dat een efficiënt, goedwerkend, eerlijk en transparant
"incident management" essentieel is voor een goed bergingsbeleid en dat dit
een bijdrage kan leveren aan het verminderen van de filedruk die dit land
teistert?
1. Ja, incident management is een belangrijk speerpunt bij de bestrijding van
files. Een goed werkend systeem is voor mij derhalve belangrijk.
2. Hoe verhoudt uw antwoord zich op mijn vraag d.d. 16 februari, dat de ANWB
niet is aangesloten bij de Stichting Incident Management Nederland (SIMN),
zich met de informatie van de website en stukken van de SIMN zelf, die
aangeven dat de ANWB wel is aangesloten bij de stichting?
Kan uit de genoemde informatie worden geconcludeerd dat de ANWB lid is
van de SIMN en dat uw antwoord incorrect is?
2. In uw vraagstelling komt u een aantal keer terug op het lidmaatschap van de
ANWB van SIMN. Een stichting kent geen leden. De alarmcentrales die in de
SIMN samenwerken (Eurocross, SOS International, Europ Assistance/-
Verzekeraarshulpdienst, Mondial Assistance en ZLM) hebben zitting in het
bestuur van de SIMN. ANWB heeft geen zitting in het bestuur van SIMN.
Omdat de ANWB alarmcentrale is en ongevalhulpverlening uitvoert (en er
uniforme regels zijn afgesproken tussen betrokken partijen over de
ongevalhulpverlening) is de ANWB gevraagd zich te conformeren aan de
regels van IM en gebruik te maken van de SIMN.
De ANWB alarmcentrale maakt dan ook gebruik van de diensten van de SIMN.
a
agina 1 van 6
---
3. Bent u ervan op de hoogte dat de ANWB door haar lidmaatschap van de SIMN
Datum
toegang heeft tot alle tarieven waarvoor autobergingsbedrijven worden Ons kenmerk
gecontracteerd? RWS/SDG/NW09/547/77990
3. Ik verwijs u naar mijn antwoord op uw vraag 6 van 16 februari 2009
(Kamerstuk 2080913470).
4. Deelt u de mening dat het een onwenselijke situatie is dat de ANWB, als enige
participant in de SIMN, een bergingsbedrijf als dochteronderneming heeft, te
weten Logicx?
Deelt u de mening dat dit mogelijk leidt tot oneerlijke concurrentie, doordat
de ANWB de tarieven kent, deze aan haar dochteronderneming kan
doorspelen en de dochteronderneming daardoor een veel sterkere positie
heeft dan concurrerende bergingsbedrijven?
Zo ja, bent u bereid hier actie tegen te ondernemen?
4. Neen; gezien mijn antwoord op vraag twee en de openbare aanbesteding
door de SIMN van bergingscontracten, deel ik de twee door u genoemde
meningen niet. Het is naar mijn weten voor de ANWB niet mogelijk de
tarieven van concurrenten van Logicx te kennen via de relatie met het SIMN.
Er kan dan ook geen sprake van zijn dat de ANWB tarieven doorgeeft aan de
dochter Logicx, waardoor er concurrentievoordeel zou kunnen ontstaan.
5. Leidt het feit dat tarieven alleen worden verstrekt aan contractanten en de
ANWB, niet tot de situatie dat bergers niet weten voor welke tarieven de
concurrenten opereren?
Hoe verhoudt dit zich tot het streven van de SIMN om een open en
transparante aanbestedingsprocedure te voeren?
Deelt u de mening dat de niet-gecontracteerde bergers een slechtere
uitgangspositie hebben dan de contractanten en de ANWB bij de volgende
inschrijving voor aanbesteding?
5. Een open en transparant systeem van aanbesteden wil geenszins zeggen dat
aanbieders inzage krijgen in elkaars geoffreerde tarieven. Bij een dergelijk
systeem gaat het om de transparantie van aspecten als selectiecriteria,
gunningcriteria, te verstrekken informatie door inschrijvers en termijnen. Bij
iedere aanbestedingsronde kunnen alle gegadigden opnieuw inschrijven.
Pagina 2 van 6
6. Hoe verhoudt uw antwoord zich op mijn vraag d.d. 16 februari of u een extern Datum
bureau kostprijsberekeningen voor de berging van auto's heeft laten maken Ons kenmerk
zich met het rapport van NEA Transportonderzoek en -opleiding uit 2002 RWS/SDG/NW09/547/77990
waaruit kan worden opgemaakt dat het mogelijk is een gemiddelde kostprijs
voor een berging te berekenen?
Is dit rapport meegenomen in het onderzoek waar u in uw antwoord over
spreekt?
Kunt u de Kamer dit onderzoek doen toekomen?
6. Het rapport van NEA (2002) waarop u doelt, is onderdeel geweest van het
onderzoek "versnellen aanrijtijden bergingsbedrijven", waarnaar ik verwees in
mijn antwoord op de door u genoemde vraag. Dit rapport is door de
vereniging Autoberging Nederland aan mij ter beschikking gesteld en niet in
mijn opdracht opgesteld.
Voor dit laatstgenoemde onderzoek naar de toe te kennen bonusbedragen is
overleg geweest met de bergingsbrancheorganisaties Vereniging Autoberging
Nederland (ABned) en de Nederlandse Vereniging van Bergingsspecialisten
(VBS) en ook NEA.
Op basis van dit overleg is een aantal door de sector representatief geachte
bergingsbedrijven bezocht en zijn hun financiële resultaten bestudeerd.
De betrokken bedrijven hebben echter geen toestemming gegeven om deze
vertrouwelijke bedrijfsgegevens te publiceren.
De rapportage is vervolgens alleen gebruikt voor het vaststellen van mogelijk
toe te kennen bonusbedragen voor de proef "versnellen aanrijtijden
bergingsbedrijven".
Voor het resultaat van deze pilot verwijs ik naar het antwoord op vraag 12.
7. Is het waar dat er gestandaardiseerde tarieven zijn afgesproken met bergers
voor de uitvoering van bergingswerkzaamheden?
Hoe verhoudt dit zich met uw antwoord op mijn vraag d.d. 16 februari dat er
niet een uniforme kostprijs voor bergingswerk te geven is?
7. Neen; er zijn geen standaardprijzen afgesproken.
Voor meer informatie over de totstandkoming van gecontracteerde prijzen
kunt u het aanbestedingsreglement raadplegen op de website van de Stichting
Incident Management Nederland: www.stichtingimn.nl
Pagina 3 van 6
Datum
8. Is het waar dat Logicx zich in enkele gevallen onder de kostprijs heeft Ons kenmerk
ingeschreven om de concurrentie te kunnen verdringen? Is het waar dat in RWS/SDG/NW09/547/77990
enkele gevallen ANWB/Logicx zich voor 45, - per berging heeft ingeschreven
terwijl concurrerende bergers zich voor 150, - hebben ingeschreven?
8. De SIMN kent alleen de aangeboden commerciële tarieven, zodat geen
uitspraak gedaan kan worden over de hoogte van de daaraan ten grondslag
liggende kostprijzen van de aanbieders.
De aangeboden commerciële tarieven vertonen inderdaad een grote variatie;
dit is het gevolg van de marktwerking in de sector: in gebieden met een groot
aanbod aan bergingswerk en meerdere bergingsbedrijven zal scherp zijn
ingeschreven, terwijl in gebieden met relatief minder werkaanbod de tarieven
hoger zijn uitgevallen. Dit fenomeen beperkt zich niet tot de bergingssector.
9. Is het waar dat de ANWB als lid van SIMN alarmmeldingen als eerste
doorkrijgt en kan doorspelen naar haar dochteronderneming Logicx, waardoor
haar bergers sneller ter plaatse kunnen zijn dan concurrenten?
Lijdt dit niet tot een oneerlijke concurrentiepositie?
Begrijpt u dat deze oneerlijke concurrentiepositie andere bergingsbedrijven
doet klagen over het in hun ogen voor hun neus wegkapen van bergingen?
9. Bij mijn weten krijgt de ANWB geen directe meldingen door van het LCM
(Landelijk Centraal Meldpunt).
De dochter Logicx krijgt, als IM berger, dezelfde behandeling als de andere
partijen. Deze procedure werkt als volgt.
De melding van een incident (een gevaarzettend pechgeval of ongeval) is
veelal afkomstig van betrokkenen of andere weggebruikers. Meldingen van
weggebruikers kunnen worden gedaan aan de Politie (112) of de
wegbeheerder (0800-8002). Het incident kan ook worden waargenomen door
een verkeerscentrale of door de weginspecteurs van Rijkswaterstaat. Politie
en wegbeheerder informeren vervolgens het LCM dat de berger inschakelt, die
door de SIMN voor dat betreffende deel van het hoofdwegennet is
gecontracteerd, Logicx of een andere berger. De eerlijke concurrentie is
geborgd door de wijze van aanbesteden en de toedeling van delen van het
hoofdwegennet aan verschillende bergers. Dat andere bergingsbedrijven
klagen over "het wegkapen van bergingen" door Logicx, acht ik niet goed
voorstelbaar.
Naast deze incidentmeldingen, zal bij "gewone" pech de melding veelal door
de weggebruiker zelf- aan de alarmcentrale van de verzekeraar van de
weggebruiker gedaan worden. Als de betreffende verzekeraar een
dochteronderneming van de ANWB is of een contract heeft gesloten met de
ANWB, dan schakelt de ANWB een berger in en dat kan Logicx zijn. De
concurrentie wordt dan vormgegeven door de vrije keuze van weggebruikers
voor een verzekeraar.
Pagina 4 van 6
10. Deelt u de mening dat het ongewenst is dat de SIMN klachten behandelt over
Datum
de ANWB, terwijl de ANWB lid is van de SIMN? Is dit niet een geval van "een Ons kenmerk
slager die zijn eigen vlees keurt"? RWS/SDG/NW09/547/77990
Zo ja, bent u van plan hier stappen tegen te ondernemen?
10. Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 1 in deze brief en mijn antwoord op
vraag 9 van uw vragen van 16 februari 2009 (Kamerstuk 2080913470).
11. Begrijpt u dat bergingsbedrijven niet over de ANWB durven te klagen bij de
SIMN, omdat ze anders klandizie van de ANWB dreigen mis te lopen?
Deelt u de mening dat hier sprake is van een te grote machtsconcentratie bij
de ANWB omdat zij zowel concurrent als opdrachtgever is en de beschikking
heeft over meer informatie dan bergers?
Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
11. Ik wijs u op mijn antwoord op uw vraag 9 van 16 februari 2009 (Kamerstuk
2080913470).
12. Worden eisen van kortere aanrijtijden meegenomen in de
aanbestedingsprocedure?
Zo nee, waarom niet?
12. In de contracten van SIMN is een landelijke norm voor de aanrijtijden met de
bergingsbedrijven opgenomen.
13. Is het waar dat de maximale aanrijtijden in het aanbestedingsreglement zijn
verruimd, omdat veel bergers de oorspronkelijke maximale tijden niet konden
halen?
Zo ja, vindt u dit een onwenselijke situatie?
Wat wilt u hieraan doen?
13. Neen; de norm voor de aanrijtijden is niet veranderd en zal ook in de
aanstaande aanbesteding voor de periode van 1 april 2010 tot 1 april 2013
worden gehandhaafd.
14. Wat is de verklaring voor het feit dat het aantal bergers is geslonken van 230
naar 95?
Heeft dit volgens u te maken met de maximale aanrijtijden?
14. De afname van het aantal bergingsbedrijven heeft niet te maken met de
maximale aanrijtijden, want de IM-bergingen waarvoor deze eis geldt
betreffen slechts een zeer gering deel van de markt. De afname is het gevolg
van een consolidatie door fusies en overnames, die gaande is in de
bergingssector. In andere transportsectoren, zoals de luchtvaartsector en het
vrachtvervoer over de weg, is een soortgelijke ontwikkeling waarneembaar.
Ik verwijs u hierbij tevens naar mijn eerdere antwoord op vraag 3 van de
vragen van de leden Aptroot en Luchtenveld van 24 april 2006 (Kamerstuk
2050612260).
Pagina 5 van 6
15. Is het waar dat de ontheffing die de NMA in 2007 heeft verstrekt voor de
Datum
samenwerking van acht alarmeringsdiensten in de SIMN is afgelopen? Ons kenmerk
Zo ja, hoe is het mogelijk dat de situatie van tijdens de ontheffing nu nog RWS/SDG/NW09/547/77990
steeds bestaat?
15. Ja; de ontheffing voor de Incident Managementregeling liep af per 1 april
2007. In de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 5
juni 2008 is bevestigd dat deze ontheffing rechtsgeldig was en niet meer (via
intrekking met terugwerkende kracht) ongedaan gemaakt kon worden. Dit
neemt niet weg dat de situatie waarvan sprake was tijdens de ontheffing, zo
kan blijven voortbestaan. De oorzaak hiervan ligt in het volgende.
De Wet Modernisering EG-mededingingsrecht (Stb. 204, 345; 1 augustus
2004 in werking getreden) heeft er toe geleid dat een wettelijke uitzondering
in de plaats is gekomen van de ontheffingsmogelijkheid. Deze is terug te
vinden in artikel 6, derde lid, van de Mededingingswet.
De criteria voor de uitzondering op het kartelverbod zijn echter inhoudelijk
ongewijzigd gebleven. Dat betekent dat, zolang het IM-stelsel en de
verhoudingen op de markt niet wijzigen, mag worden aangenomen dat ook
onder de huidige wet aan de uitzonderingscriteria is voldaan. Het is aan het
bestuur van de SIMN om voortdurend zich ervan te vergewissen dat nog
steeds aan de wettelijke vereisten wordt voldaan.
Het is aan de NMa er op toe te zien dat artikel 6 van de Mededingingswet in
acht wordt genomen.
16. Deelt u de analyse dat de gang van zaken in de incident management sector
met betrekking tot de ANWB zeer onwenselijk is en een beter incident
management in de weg staat?
16. Gezien de beantwoording van uw vragen in deze brief en de beantwoording
van uw vragen van 16 februari 2009 deel ik deze analyse niet.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 6 van 6
Ministerie van Verkeer en Waterstaat