Verordening inzake Schengenuitvoeringsovereenkomst
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst wat het visum voor verblijf van
langere duur en signaleringen in het Schengeninformatiesysteem
betreft, COM (2009) 90 definitief.Voorstel voor een Verordening van
het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de
Schengenuitvoeringsovereenkomst en Verordening (EG) nr. 562/2006 wat
het verkeer van personen met een visum voor verblijf van langere duur
betreft, COM (2009) 91 definitief
* Samenvatting BNC-fiche
* Samenvatting voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit
* Implicaties financieel
* Implicaties juridisch
* Implicaties voor uitvoering en handhaving
* Implicaties voor ontwikkelingslanden
* Nederlandse positie
Datum Commissiedocumenten: 27 februari 2009.
Nrs. Commissiedocumenten: COM (2009) 90 definitief en COM (2009) 91
definitief
Prelex:
COM (2009) 90:
http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=198005
Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
n.v.t.
Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Visa (Raadswerkgroep
Grenzen), SCIFA, JBZ-Raad.
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Justitie
Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie
a) Rechtsbasis
COM (2009) 90: Art. 63, punt 3, onder a, EG-Verdrag.
COM (2009) 91: Art. 62, punt 2, onder a, en punt 3, onder a,
EG-Verdrag.
b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement
COM (2009) 90: Eenparigheid in de Raad; raadpleging Europees
Parlement.
COM (2009) 91: Gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming in de Raad;
medebeslissing Europees Parlement.
c) Comitologie n.v.t.
Samenvatting BNC-fiche
Korte inhoud voorstel
Deze voorstellen hebben tot doel ervoor te zorgen dat onderdanen van
derde landen, die legaal
in één van de lidstaten (die het Schengenacquis volledig toepassen)
verblijven op grond van een door die lidstaat afgegeven "D-visum" voor
verblijf van langere duur, zich gemakkelijker kunnen verplaatsen
binnen het Schengengebied.
Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en
proportionaliteitsoordeel
Het voorstel COM (2009) 90 is gebaseerd op art. 63, punt 3, onder a,
EG-Verdrag.
Het voorstel COM (2009) 91 is gebaseerd op art. 62, punt 2, onder a,
en punt 3, onder a, EG-Verdrag.
Subsidiariteit: positief.
Proportionaliteit: positief.
Risico's / implicaties/ kansen
Indien registratie van D-visa met circulatierecht niet in het Visum
Informatiesysteem (VIS)
wordt bewerkstelligd, voorziet Nederland complicaties met betrekking
tot de handhaving en
de volledige toepassing van biometrie.
Nederlandse positie en eventuele acties
Nederland staat positief tegenover de voorstellen. Het wegnemen van
belemmeringen bij de circulatie van onderdanen van derde landen die
voor langere duur in een lidstaat kunnen verblijven, verdient te
worden ondersteund. De uitwerking van de voorstellen kan leiden tot
een betere harmonisering in de uitvoeringspraktijk.
Samenvatting voorstel
Inhoud voorstel
Deze voorstellen hebben tot doel ervoor te zorgen dat onderdanen van
derde landen, die legaal in één van de lidstaten (die het
Schengenacquis volledig toepassen) verblijven op grond van een door
die lidstaat afgegeven "D-visum" voor verblijf van langere duur, zich
gemakkelijker kunnen verplaatsen binnen het Schengengebied, aangezien
de onderhavige voorstellen het beginsel van gelijkwaardigheid van
verblijfstitels en visa voor kort verblijf ("C-visa") uitbreiden tot
D-visa voor verblijf van langere duur ("D-visa met circulatierecht").
Overeenkomstig de bepalingen op grond van het Schengenacquis mag een
onderdaan van een derde land die houder is van een D-visum voor een
verblijf van langer dan drie maanden, alleen op het grondgebied
verblijven van de lidstaat die het visum heeft afgegeven. Dit visum
verleent de houder alleen het recht op doorreis over het grondgebied
van de overige lidstaten om zich naar het grondgebied te begeven van
de lidstaat die het visum heeft afgegeven. Volgens het huidige
Gemeenschapsrecht mogen houders van een D-visum gedurende hun verblijf
derhalve niet naar de overige lidstaten reizen. Evenmin hebben zij het
recht op doorreis over het grondgebied van de overige lidstaten om
naar hun land van herkomst terug te keren, aangezien het
Gemeenschapsrecht daarin niet voorziet. Ratio hierbij was dat een
D-visum bedoeld is voor inreis en daarna in een verblijfsvergunning
wordt omgezet.
Echter, steeds meer lidstaten vervangen het D-visum niet door een
verblijfstitel nadat de onderdaan van een derde land op hun
grondgebied is binnengekomen. Deze
juridische en praktische situatie werpt een onbedoelde en onnodige
barrière op voor het reizen binnen het Schengenbied van onderdanen van
derde landen die legaal in een lidstaat
verblijven op grond van een D-visum. Aangezien die personen hun
verblijf voortzetten op
grond van een D-visum, kunnen zij tijdens hun legaal verblijf niet
voor andere legitieme
doeleinden (bijvoorbeeld zaken, conferenties, bezoeken) naar de
overige lidstaten reizen, noch
hebben zij recht op doorreis over het grondgebied van de overige
lidstaten om naar hun land
van herkomst terug te keren.
Dit betekent dat thans een houder van een D-visum een afzonderlijk
visum voor kort verblijf dient aan te vragen (een "C-visum") ingeval
hij naar of via een ander Schengenland wil reizen en zich in het bezit
dient te stellen van een terugkeervisum mocht hij zich genoodzaakt
zien vóór afgifte van een verblijfstitel uit te reizen.
Verordening (EG) nr. 1091/2001 voorziet in de mogelijkheid van de
afgifte van een "D+C"-visum dat tegelijkertijd geldig is als eenvormig
visum voor kort verblijf van niet meer dan drie maanden na de
ingangsdatum van de geldigheid. In praktijk levert dit echter
problemen op voor het verkeer van personen in het Schengengebied van
onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat verblijven op
grond van een D-visum. Daarnaast zorgt het voor extra administratieve
handelingen voor de visumautoriteiten in de lidstaten.
Met het oog hierop doet de Commissie voorstellen om aan visa voor
verblijf van langere duur (D-visa), die zijn afgegeven door de
lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen, dezelfde rechten
op het gebied van personenverkeer te verbinden als aan C-visa en aan
een verblijfsvergunning.
In voorstel COM (2009) 90 wordt derhalve voorzien in aanpassing van de
artikelen 18 en 25 van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst (SUO) van
de Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen
tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de
Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek gesloten akkoord
betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de
gemeenschappelijke grenzen. In het voorstel COM (2009) 91 stelt de
Commissie voor om artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr.
562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot
vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding
van de grenzen door personen (Schengengrenscode), wat de
toegangsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen betreft, te
wijzigen.
Impact assessment Commissie n.v.t.
Subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het voorstel COM (2009) 90 is gebaseerd op art. 63, punt 3, onder a,
EG-Verdrag. Volgens Nederland is dat de juiste rechtsbasis.
Het voorstel COM (2009) 91 is gebaseerd op art. 62, punt 2, onder a,
en punt 3, onder a, EG-Verdrag. Volgens Nederland is dat de juiste
rechtsbasis.
b) Functionele toets:
- Subsidiariteit: positief
- Proportionaliteit: positief
- Onderbouwing:
Om het voor houders van een D-visum mogelijk te maken zich
gemakkelijker te kunnen verplaatsen binnen het Schengengebied is
aanpassing van de Schengenuitvoerings- overeenkomst noodzakelijk.
Aangezien het Schengenacquis -waarvan de Schengen
Uitvoeringsovereenkomst deel uitmaakt- is opgenomen in Europese
wetgeving, zijn maatregelen op EU-niveau gerechtvaardigd. De
voorstellen zorgen ervoor dat onderdanen van derde landen, die legaal
in één van de lidstaten (die het Schengenacquis volledig toepassen)
verblijven op grond van een door die lidstaat afgegeven "D-visum" voor
verblijf van langere duur, zich gemakkelijker kunnen verplaatsen
binnen het Schengengebied) en gaan dan ook niet verder dan nodig is.
Dit leidt bij Nederland tot een positief oordeel over de
subsidiariteit en de proportionaliteit van de voorstellen.
c) Nederlands oordeel
Nederland steunt de voorstellen van de Commissie om ervoor te zorgen
dat onderdanen van derde landen zich gemakkelijker kunnen verplaatsen
binnen het Schengengebied wanneer zij legaal in één van de lidstaten
(die het Schengenacquis volledig toepassen) verblijven op grond van
een door die lidstaat afgegeven "D-visum" voor verblijf van langere
duur.
Voor Nederland blijft het uitgangspunt dat een vreemdeling na inreis
met een D-visum per ommegaande een aanvraag voor een
verblijfsvergunning indient.
Een belangrijk uitgangspunt voor Nederland is dat D-visa met
circulatierecht in de toekomst in het VIS geregistreerd dienen te
worden.
Nederland is voor de afgifte van een D-visum met territoriale
beperking.
Implicaties financieel
a) Consequenties EG-begroting
Geen. De Nederlandse inzet zal gericht zijn op registratie van D-visa
met circulatierecht in het VIS (D-visa worden, in tegenstelling tot
C-visa, thans niet in het VIS geregistreerd). De daarmee gepaard
gaande systeemaanpassing zal op den duur gevolgen hebben voor de
EG-begroting. De financiële middelen hiervoor dienen te worden
gevonden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/
of decentrale overheden
De IND voorziet geen noemenswaardige financiële consequenties, omdat
de leges die worden geheven bij de behandeling van een D-visum
ongewijzigd blijven bij instelling van een D-visum met
circulatierecht. De aanpassing van nationale systemen met het oog op
het berichtenverkeer omtrent D-visa met circulatierecht heeft geen
noemenswaardige financiële consequenties voor de betrokken
autoriteiten. Budgettaire gevolgen dienen te worden ingepast op de
begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de
regels budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en
burger
Geen.
d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden
In voorkomende gevallen hoeven visumplichtige vreemdelingen niet meer
een terugkeervisum aan te vragen na afloop van de geldigheid van het
C-gedeelte van een D+C-visum (zoals dat nu wel het geval is). Immers,
op basis van het D-visum kan in de toekomst gebruik worden gemaakt van
circulatierecht. Daardoor zullen de administratieve lasten voor de
rijksoverheid worden verminderd.
e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger
Geen.
Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid
Het D-visum met circulatierecht geeft het recht om drie maanden binnen
een termijn van zes maanden vrij te reizen in het Schengengebied. Als
gevolg hiervan dient de termijn in het Vreemdelingenbesluit 2000
artikel 3.3 lid 1 voor deze visa te worden gewijzigd van 8 dagen naar
3 maanden.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Deze verordeningen treden in werking op de twintigste dag volgende op
die van hun bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij zijn van toepassing vanaf de datum van toepassing van Verordening
(EG) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad van tot
vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode.
Haalbaarheid
De aanpassing van het Vreemdelingenbesluit 2000 artikel 3.3 lid 1 kan
binnen de termijn van 1 jaar worden gerealiseerd.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Er is geen evaluatie- of horizonbepaling in de voorstellen opgenomen.
Implicaties voor uitvoering en handhaving
a) Uitvoerbaarheid
- Het D-visum met circulatierecht geeft het recht om drie maanden
binnen een termijn van zes maanden vrij te reizen in het
Schengengebied. Deze verruiming van het circulatierecht van D-visa
laat onverlet dat voor Nederland het uitgangspunt blijft dat de
vreemdeling na inreis per ommegaande zijn aanvraag voor een
verblijfsvergunning indient.
- In de huidige situatie van de afgifte van een D+C-visum kan na
raadpleging van het Schengen Informatie Systeem (SIS) door Nederland
besloten worden alleen een D-visum af te geven indien een vreemdeling
gesignaleerd staat voor een andere Schengen-lidstaat. Bij de invoering
van een D-visum met circulatierecht kan, als niet wordt uitgegaan van
een mogelijke territoriale beperking van het visum, het D-visum pas
worden afgegeven wanneer de signalering wordt ingetrokken van die
andere Schengen-lidstaat. Dit brengt het risico met zich mee van
vertraging van de aanvraagprocedure van een D-visum met
circulatierecht. Er zouden problemen kunnen ontstaan indien landen de
signalering niet willen opheffen of indien ze de signalering op
nationaal niveau willen handhaven.
- Bij een D+C visum wordt van de vreemdeling verlangd dat hij bij
afgifte een medische reisverzekering met voldoende dekking (EUR
30.000) in Nederland kan overleggen. Bij een D-visum wordt bij de
aanvraag van een verblijfsvergunning bezien of betrokkene voldoende
verzekerd is voor ziektekosten. Het is niet zonder meer duidelijk wat
nu wordt verlangd van een aanvrager van een D-visum met
circulatierecht. Mogelijk dienen hierover nadere regels te worden
gesteld.
b) Handhaafbaarheid
Controle van de maximale termijn van circuleren (3 maanden binnen een
termijn van 6 maanden) is lastig te handhaven. Echter, dat geldt nu
ook al bij de verblijfsvergunning.
Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen.
Nederlandse positie
Nederland staat positief tegenover de voorstellen. Het wegnemen van
belemmeringen bij de circulatie van onderdanen van derde landen die
voor langere duur in een lidstaat kunnen verblijven, verdient te
worden ondersteund. De uitwerking van de voorstellen kan leiden tot
een betere harmonisering in de uitvoeringspraktijk.
De invoering van een D-visum met circulatierecht heeft voor zover kan
worden overzien geen
negatieve consequenties voor het Nederlandse Modern Migratiebeleid met
betrekking tot de
Toegang en Verblijfprocedure (TEV). Bij deze procedure wordt een
vreemdeling in het bezit
gesteld van een D-visum dat 3 maanden geldig is. Binnen de
geldigheidsduur van dat
D-visum dient betrokkene Nederland in te reizen om vervolgens binnen
10 dagen in het bezit
te worden gesteld van een verblijfsvergunning voor het beoogde
verblijfsdoel. Tussentijdse
circulatie in het Schengengebied met een geldig D-visum heeft vanuit
dit oogpunt geen
consequenties.
De Nederlandse inzet zal gericht zijn op de volgende punten:
- Voor Nederland blijft het uitgangspunt dat een vreemdeling na inreis
met een D-visum per ommegaande een aanvraag voor een
verblijfsvergunning indient. Nederland vindt het niet wenselijk dat
men eerst gebruik maakt van het circulatierecht en pas tegen het eind
van de drie maanden zich in Nederland meldt voor een
verblijfsvergunning.
In dit kader zal Nederland verduidelijkende vragen stellen over de
aanmelding en registratie van de vreemdeling (in welke lidstaat moet
de aanmelding plaatsvinden, wordt dit geregistreerd, op welke wijze
wordt de lidstaat die het D-visum heeft afgegeven hiervan op de hoogte
gesteld?).
- Een belangrijk uitgangspunt voor Nederland is dat D-visa met
circulatierecht in de toekomst in het VIS geregistreerd dienen te
worden. D-visa worden, in tegenstelling tot C-visa, thans niet in het
VIS geregistreerd. Als de voorstellen het niet langer mogelijk maken
om D+C-visa af te geven, betekent dit dat niet langer visumgegevens in
het VIS worden geregistreerd, terwijl er wel eenzelfde recht wordt
gegeven, namelijk het recht om binnen de maximale termijn te
circuleren (3 maanden binnen een termijn van 6 maanden). Indien
registratie van een D-visum met circulatierecht niet in het VIS wordt
bewerkstelligd, voorziet Nederland implicaties met betrekking tot de
handhaving en de volledige toepassing van biometrie.
- Aanpassing van de regelgeving dient niet met zich mee te brengen dat
een eventueel bezwaar van een andere lidstaat de afgifte van een
D-visum door Nederland in de weg kan staan. Dit zou inhouden dat de
afgifte van een D-visum met territoriale beperking tot de
mogelijkheden behoort.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken