Probleemkind geeft gedrag door aan volgende generatie
Overdracht gaat deels via ouderlijke problematiek en opvoeding
De meeste vormen van probleemgedrag bij kinderen, zoals angstig,
teruggetrokken of agressief gedrag, hebben een meer dan toevallige
kans om te worden overgedragen op de volgende generatie. Dat
concludeert Inge van Meurs in een onderzoek van het Erasmus MC in
Rotterdam, waarop zij vandaag promoveert.
Voor haar onderzoek heeft Van Meurs gebruik gemaakt van de gegevens
uit een bevolkingsstudie waarbij kinderen gedurende 24 jaar zijn
gevolgd. In het eerste jaar hebben de onderzoekers kinderen van
tussen de 4 en 16 jaar oud onder andere onderzocht op
gedragsproblemen. In het laatste jaar is gekeken in hoeverre zij deze
problemen hebben overgedragen op hun eigen kinderen. Het blijkt dat
het probleemgedrag waarmee ouders in hun kindertijd kampten, het
probleemgedrag van hun eigen kinderen voorspelt.
Ouders geven probleemgedrag deels door via hun eigen emotionele
problemen en gedragsproblemen. Van Meurs: `Probleemgedrag gaat vaak
niet zomaar over als mensen volwassen worden. Een extreem
teruggetrokken kind kan bijvoorbeeld depressies ontwikkelen als
volwassene. De depressie of andere problemen kunnen ertoe leiden dat
de ouder minder goed in staat is zijn of haar kinderen een optimale
opvoeding te bieden. De nieuwe generatie loopt dan weer een groter
risico om ook probleemgedrag te ontwikkelen.'
Het voorkómen van de overdracht van probleemgedrag is lastig omdat
veel factoren, waaronder genen, van invloed zijn. Door de behandeling
van een kind met probleemgedrag zo breed mogelijk op te zetten (dus
ook problemen van de ouders te behandelen én opvoedingsondersteuning
te bieden) kan het risico voor de volgende generatie wellicht worden
teruggebracht.
Erasmus Universiteit Rotterdam