Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA DEN HAAG www.minocw.nl
Onze referentie
PO/B&S/94429
Bijlagen
---
Datum 29 april 2009
Betreft Ouderbetrokkenheid
1. Inleiding
De kwaliteit van het onderwijs en goede onderwijsopbrengsten zijn hoofdpunten
in het kabinetsbeleid. Betrokkenheid van ouders bij de leerloopbaan van hun
kinderen is hiervoor een belangrijke succesfactor. Goede contacten tussen ouders,
school en leerlingen werken door in de kwaliteit van de school. Dit komt de
leerprestaties en de maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen ten goede.
Ouderbetrokkenheid is daarom ook een belangrijk thema in de Kwaliteitsagenda
'Scholen voor morgen' (TK 31293, nr 1).
Het versterken van de ouderbetrokkenheid is in eerste instantie een zaak tussen
school en ouders. Hoe dit vorm krijgt, verschilt per school, thema en doelgroep.
Uitgangspunt is maatwerk in plaats van blauwdrukken. Daarbij is het van belang
dat zowel de ouders als het onderwijspersoneel en de schoolbesturen hier aan
willen werken. De overheid stimuleert en ondersteunt daarbij.
Met deze brief bied ik u drie onderzoeken over ouderbetrokkenheid aan (`Ouders,
scholen en diversiteit', `Ouders en innovatief onderwijs', `Ouders over hun positie
in het Passend onderwijs'), die in de periode 2007-2009 zijn uitgevoerd.
Daarnaast informeer ik u over de maatregelen, die ik mede naar aanleiding van
deze onderzoeken heb genomen en mijn voornemens op het terrein van
ouderbetrokkenheid. Ten slotte is een samenvatting van de onderzoeken in
bijlage 1 opgenomen.
Uit de onderzoeken blijkt dat de ouderbetrokkenheid door de schoolleiders als
voldoende wordt ervaren. Er zijn wel enkele knelpunten die om actie vragen.
Lager opgeleide (allochtone) ouders zijn voor de school moeilijk bereikbaar. Dit
komt doordat zij minder goed Nederlands spreken en vaak onvoldoende inzicht in
het onderwijs hebben. Daarnaast blijkt dat ouders steeds minder tijd hebben voor
deelname aan activiteiten op de school vanwege werk. Ook heeft onderzoek
aangetoond dat ouders van zorgleerlingen verschillende ondersteuningsvragen
hebben, zoals het vinden van informatie, zoeken van een school of de
indicatiestelling. Een gedifferentieerde aanpak is noodzakelijk bij een goede
begeleiding van deze ouders.
Mede naar aanleiding van de onderzoeksuitkomsten heb ik dan ook diverse
maatregelen genomen, waarbij ik aansluit bij de eerder in gang gezette lijn.
a
Pagina 1 van 6
De brief behandelt: Datum
· Een korte terugblik: Intentieverklaring en manifest ouderbetrokkenheid 2005-
2007 (paragraaf 2) Onze referentie
· Waar staan we nu? Lopende acties (paragraaf 3) PO/B&S/94429
· Vervolgonderzoek en vervolgstappen (paragraaf 4)
2. Een korte terugblik: Intentieverklaring en manifest
ouderbetrokkenheid 2005-2007
In de vorige kabinetsperiode is geïnventariseerd hoe het staat met de
betrokkenheid van ouders en wat er nodig is om deze te versterken. Destijds is
geconstateerd dat de meeste ouders tevreden zijn over hun relatie met de school.
Er waren echter ook signalen dat scholen onvoldoende zouden luisteren naar de
ouders. Ook was een groep ouders moeilijk bereikbaar. Om dit aan te pakken is
een intentieverklaring met gerichte acties opgesteld.
Intentieverklaring 2005
In november 2005 ondertekenden de organisaties van ouders, leerlingen,
personeel, schoolleiders en werkgevers in het primair en voortgezet onderwijs de
intentieverklaring ouderbetrokkenheid (TK 30183, nr 2). In de intentieverklaring
is een aantal afspraken gemaakt over hoe elke organisatie, vanuit zijn eigen rol
en verantwoordelijkheid, een concrete bijdrage kan leveren aan het versterken
van de ouderbetrokkenheid. Het uitgangspunt hierbij is dat de onderwijs- en
ouderorganisaties initiëren en implementeren, en dat OCW faciliteert. Het
zwaartepunt ligt bij het betrekken van moeilijk bereikbare ouders en scholen.
Naar aanleiding van deze afspraken zijn diverse acties in gang gezet en
uitgevoerd. Zo zijn er `good practices' in een openbare databank beschikbaar
gesteld en is één informatie- en servicepunt (5010) voor alle ouders ingesteld.
Het Platform Allochtone Ouders en Onderwijs werd opgericht en de positie van de
ouders is versterkt met de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De WMS
zorgt voor instemmingsbevoegdheid, invoering van het initiatiefrecht en
versterking van het informatierecht van ouders. Daarnaast is de verplichting
ingevoerd dat het jaarverslag en bestuursverslag ook van advies door de
medezeggenschap wordt voorzien. In het aanhangige wetsvoorstel Goed
onderwijs, goed bestuur is ook het element van horizontale verantwoording aan
ouders opgenomen als principe van goed bestuur.
Het manifest Versterking ouderbetrokkenheid 2007
Als vervolg op de intentieverklaring werd in 2007 het manifest 'Versterking
ouderbetrokkenheid' opgesteld. Daarin verklaren alle organisaties in de sector
primair en voortgezet onderwijs de ouderbetrokkenheid actief te zullen
bevorderen (juli 2007). Uitgangspunt van het manifest is dat voor het realiseren
van ouderbetrokkenheid de grondhouding van ouders, personeel en besturen
bepalend is. Een ander belangrijk element is dat scholen moeten werken aan een
visie op ouderbetrokkenheid en de concretisering daarvan. Voorts is het van
belang te investeren in de ontwikkeling van competenties om tot goede
samenwerking tussen ouders en onderwijspersoneel te komen. De organisaties
hebben dit actief opgepakt door het thema op de kaart te zetten in gesprekken,
cursussen en symposia met hun achterban. Met het manifest zijn de organisaties
onderling aanspreekbaar op hun activiteiten.
Pagina 2 van 6
3. Waar staan we nu? Lopende acties Datum
Scholen hebben de opdracht om een goede relatie met ouders en leerlingen te Onze referentie
bevorderen. Samen met de sector wil ik hen zoveel mogelijk in de gelegenheid PO/B&S/94429
stellen om de onderlinge contacten te verbeteren. Het is niet realistisch om te
veronderstellen dat alle ouders in gelijke mate bij de school betrokken kunnen en
moeten worden. Hoewel bijna alle schoolleiders de ouderbetrokkenheid op hun
school voldoende vinden, blijkt uit de onderzoeken dat er nog knelpunten zijn.
Het gaat hierbij om moeilijk bereikbare doelgroepen, beheersing van de
Nederlandse taal en inzicht in het onderwijsstelsel bij (allochtone) ouders. Om die
knelpunten aan te pakken heb ik diverse additionele maatregelen genomen. Een
overzicht van deze maatregelen volgt hieronder. Hierbij maak ik een onderscheid
tussen algemene maatregelen en maatregelen voor specifieke doelgroepen.
Basisvoorwaarde voor een optimale ouderbetrokkenheid zijn goed geïnformeerde
ouders. Daarom wordt er geïnvesteerd in algemene voorlichting over
ouderbetrokkenheid voor alle betrokken partijen:
· Staatssecretaris Van Bijsterveldt en ik ondersteunen de ouderorganisaties met
circa 1,7 miljoen per jaar. De ouderorganisaties verzorgen voorlichting,
dienstverlening, deskundigheidsbevordering en belangenbehartiging voor
ouders, ouderraden, ouderverenigingen en medezeggenschapsraden in
primair en voortgezet onderwijs.
· In 2008 is het ouderinformatiepunt 5010 uitgebreid met de twee organisaties
die betrokken zijn bij Passend onderwijs; de CG-Raad en Balans. Ook dit
informatiepunt wordt door staatssecretaris Van Bijsterveldt en mij
gesubsidieerd. In het ouderinformatiepunt werken vier ouderorganisaties,
Balans en de CG-raad actief samen. Bij het informatiepunt kunnen de ouders
terecht met hun vragen op het terrein van onderwijs. In 2008 heeft 5010
ruim 16.000 e-mails en telefonische vragen afgehandeld.
· OCW publiceert jaarlijks de Onderwijsgids. De Onderwijsgids voor het Primair
Onderwijs informeert ouders over de mogelijkheden in het primair onderwijs
en over hun rechten en plichten. De gids is bedoeld om de keuze van een
(nieuwe) school te vergemakkelijken.
· Er is sinds 1 oktober 2008 een `aanjager' door mij aangesteld. De Vereniging
Openbaar Onderwijs (VOO) voert deze taak uit. De aanjager herinnert alle
partijen aan de afspraken uit het manifest om de gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor dit onderwerp nogmaals te benadrukken. Concreet
gaat het om de vormgeving van horizontale verantwoording, aandacht voor
(na)scholing van leerkrachten en het op de agenda houden van
ouderbetrokkenheid bij relevante organisaties.
Naast deze algemene maatregelen heb ik ook specifieke maatregelen genomen:
VVE Ouders en taal
Goede contacten tussen school, ouders en leerlingen vragen om goede
communicatie. Uit het onderzoek `Ouders scholen en diversiteit' blijkt echter dat
de gebrekkige beheersing van het Nederlands een probleem vormt voor de
betrokkenheid bij de school. Ouders, die de taal gebrekkig beheersen, kunnen
hun kinderen niet helpen bij het leren van Nederlands en voelen zich niet in staat
om mee te doen op de school. Ik vind het belangrijk dat ouders met docenten en
hun kinderen in het Nederlands kunnen communiceren. Zoals ik in mijn brief van
23 mei 2008 (TK 31322, nr 24) aankondigde, worden er met gemeenten
Pagina 3 van 6
afspraken gemaakt dat zij meer taalcursussen aanbieden aan ouders. De Datum
betrokkenheid van de ouders bij de taalontwikkeling van hun kind is immers
essentieel. Daarom ook hebben veel programma's voor voor- en vroegschoolse Onze referentie
educatie (VVE) een `oudercomponent'. Om te bereiken dat op lokaal niveau een PO/B&S/94429
meer samenhangende aanpak tot stand wordt gebracht, gericht op
taalontwikkeling van kinderen en hun ouders, zullen in de komende periode de
mogelijkheden en instrumenten verder worden verkend en zullen over de
uitvoering afspraken worden gemaakt met gemeenten. Zie hiervoor de brief van
de minister voor Wonen, Wijken en integratie (TK 31 143, nr 22). In dat kader
wordt in opdracht van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie een
onderzoek verricht naar de mogelijkheden om ouders van jonge kinderen die de
Nederlandse taal niet goed beheersen, te verplichten om Nederlands te leren.
Platform allochtone ouders
Uit de onderzoeken is gebleken dat met name allochtone ouders en ouders met
een lagere opleiding moeilijk bereikbaar zijn voor de school. Van belang is dat ook
deze ouders zich bij de school betrokken en vertegenwoordigd voelen.
Voortbordurend op de afspraken uit de intentieverklaring en met behulp van
subsidie van OCW, zet het platform allochtone ouders hier op in.
Het platform allochtone ouders is in dertig gemeenten vertegenwoordigd en heeft
als doel allochtone ouders meer bij de school te betrekken. Dit gebeurt door
specifieke maatwerktrajecten. Ieder lokaal platform werkt samen met circa vijf
scholen aan het inzichtelijk maken van de knelpunten voor ouderbetrokkenheid en
doet daarna voorstellen voor verbetering.
Daarnaast start het platform dit jaar met een pilotproject waarin schoolleiders en
hun teams worden getraind in interculturele communicatie. De opbrengsten zullen
verder worden verspreid. Naast de samenwerking geven ook de leden van
verschillende platforms gastlessen aan pabostudenten, zodat de toekomstige
leerkrachten over relevante competenties beschikken die noodzakelijk zijn voor
de communicatie met vooral allochtone ouders. Tot nu toe hebben 200 studenten
gebruik gemaakt van deze gastlessen. Dit was ook een van de actiepunten van
het manifest.
Ik subsidieer het platform voor een periode van 4 jaar. Eind 2009 loopt deze
subsidie af. Daarom laat ik een evaluatie uitvoeren naar het platform. De
resultaten hiervan verwacht ik in mei 2009. Op basis van de uitkomsten beslis ik
hoe ik de betrokkenheid van allochtone ouders na 2009 verder zal stimuleren.
Gedifferentieerde vertegenwoordiging
Ik vind het van belang dat ouders zich kunnen herkennen in het bestuur van
scholen. In de huidige besturen zijn nog weinig allochtonen vertegenwoordigd.
In juli 2008 heb ik een taskforce Diversiteit in schoolbesturen ingesteld, die
allochtone kandidaten voor besturen zoekt en werft. Het doel is om meer
allochtonen in het bestuur van scholen en raden van toezicht op te krijgen.
De taskforce is gekoppeld aan het project Eutonos, een initiatief van het
Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) uit Den Haag. Via Eutonos worden
besturen en raden van toezicht met vacatures gekoppeld aan hoogopgeleide
allochtonen. Voor dit doel heb ik het budget verdubbeld tot 0,4 mln.
Pagina 4 van 6
Project VOOR SCHOOL Datum
Sinds 1 oktober 2008 subsidieer ik het project VOOR SCHOOL. Allochtone ouders
krijgen met behulp van dit project extra `scholing' over het Nederlandse Onze referentie
onderwijsstelsel, het werk in de medezeggenschapsraad, de ouderraad en als PO/B&S/94429
overblijfkracht. Dit werkt drempelverlagend en komt de samenwerking tussen
school en ouders ten goede. Met scholen wordt de afspraak gemaakt, dat de
ouders na afloop van het project op verschillende manieren deel kunnen nemen
aan activiteiten op het gebied van ouderparticipatie. De winst voor scholen is dat
allochtone ouders actief worden en een voorbeeldfunctie vervullen voor andere
allochtone ouders. Dit project richt zich dus niet op het verbeteren van taal, zoals
bij VVE. Aan het project doen 1000 ouders mee.
LOM: Manifest Ouders doen mee
Het Landelijk Overleg Minderheden (LOM) heeft op 12 februari 2009 het manifest
`Ouders doe(n) mee' uitgebracht. Ouders met verschillende etnische
achtergronden worden opgeroepen om in actie te komen voor meer
betrokkenheid bij het onderwijs. Het LOM gaat onder meer leerkrachten en
bestuurders wijzen op het belang van ouderbetrokkenheid. Daarbij werken ze
nauw samen met het Platform allochtone ouders en het project VOOR SCHOOL.
Ouderbetrokkenheid en excellentie
Ouderbetrokkenheid is van belang voor alle kinderen. Betrokkenheid van ouders
bij de schoolprestaties en het stimuleren van hun kinderen is een belangrijke
voorwaarde om toptalenten maximaal te ontwikkelen. In de subsidieregeling
Excellentie in het basisonderwijs, waarvoor schoolbesturen tot eind februari 2009
projectvoorstellen konden indienen, is ouderbetrokkenheid dan ook één van de
punten waarop de schoolprojecten beoordeeld worden. Ook wordt gewerkt aan
vroegsignaleringsinstrumenten voor onderwijsprofessionals. De
vroegsignaleringsinstrumenten kunnen dienen als hulpmiddel om met ouders de
mogelijkheden van hun kinderen te bespreken.
Ouders en Passend onderwijs
Versterking van de positie van ouders is één van de speerpunten van Passend
onderwijs. Passend onderwijs wordt decentraal vormgegeven binnen regionale
netwerken. Voor de regionale netwerken blijkt het lastig te zijn om ouders (en
leerkrachten) intensief te betrekken bij de regionale invulling van Passend
onderwijs. Dit aandachtspunt is ook beschreven in de Tweede
Voortgangsrapportage Passend onderwijs (Kamerstuk 31487, nr 9). Naar
aanleiding hiervan is een aantal acties in gang gezet:
· In het onderzoek `Ouders over hun positie in Passend Onderwijs' zijn de
opvattingen van ouders over de rol, de positie en de verantwoordelijkheid van
ouders binnen deze regionale netwerken in kaart gebracht.
· De gezamenlijke ouderorganisaties ontwikkelen concrete handreikingen voor
ouders en regionale netwerken. Hierbij staan centraal: individuele
ouderbetrokkenheid, collectieve oudervertegenwoordiging en het bewaken
van de kwaliteit van Passend onderwijs in het regionale netwerk.
· Tevens wordt in regionale netwerken via veldinitiatieven en experimenten
Passend onderwijs ervaring opgedaan met verschillende vormen van
collectieve oudervertegenwoordiging.
· Goede initiatieven om ouders binnen de regio te betrekken kunnen een
stimuleringssubsidie Passend onderwijs aanvragen.
Pagina 5 van 6
4. Vervolgonderzoek en vervolgstappen Datum
Het is voor de verdere ontwikkeling van de ouderbetrokkenheid belangrijk om te Onze referentie
weten wat de resultaten van het beleid zijn. Om dit na te gaan wordt er PO/B&S/94429
momenteel zowel in het Primair als in het Voortgezet Onderwijs een onderzoek
naar ouderbetrokkenheid uitgevoerd. In dit onderzoek worden er naast
schoolleiders ook ouders en leerkrachten bevraagd. Dit onderzoek bestaat uit
twee onderdelen: een meting in 2009 en een vervolgmeting in 2011. Hiermee
wordt in kaart gebracht hoe de ouderbetrokkenheid zich ontwikkelt en welk effect
de maatregelen hebben gehad in de afgelopen jaren.
Over de eerste uitkomsten van dit onderzoek zult u voor september 2009 worden
geïnformeerd.
Verder verwacht ik u voor juli te informeren over de uitkomsten van de evaluatie
van de WMS, waarin ook aandacht wordt besteed aan de vertegenwoordiging van
ouders in de MR.
Zoals in het AO Passend onderwijs van 4 december 2008 is toegezegd, wordt de
Tweede Kamer in het voorjaar 2009 nader geïnformeerd over de positie van
ouders binnen Passend onderwijs.
Ouderbetrokkenheid speelt een belangrijke rol bij diverse dossiers. De positie van
ouders is bijvoorbeeld ook belangrijk voor de discussie over de `menselijk maat'
van scholen. Legitimatie en keuzevrijheid zijn cruciaal voor de positie van ouders
van leerlingen, die in de ontwikkeling van het Nederlands onderwijs altijd een
sleutelrol hebben vervuld. De Onderwijsraad brengt in 2009 een advies uit over
de positie van ouders. Dit advies zal worden meegenomen in het debat over de
menselijke maat (TK 31135, nr 16).
5. Slot
Ik vind het van belang dat ouders betrokken worden bij het onderwijs aan
kinderen. Dit draagt bij aan een betere kwaliteit van het onderwijs. Met deze brief
heb ik de kabinetsmaatregelen op het terrein van ouderbetrokkenheid toegelicht.
De uitkomsten van de drie onderzoeken zijn voor mij aanleiding geweest om extra
aandacht te geven aan de betrokkenheid van allochtone ouders. Het succes voor
goede contacten tussen ouders en school is mede afhankelijk van de bereidheid
van alle betrokkenen, om hierin te investeren. Het is duidelijk dat die bereidheid
bestaat, want er is in de afgelopen jaren al veel bereikt.
Sharon A.M. Dijksma
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Pagina 6 van 6