Achteruit bij pensioen

Amsterdam, 05 mei 2009

Het komt vaak voor dat bij pensionering het inkomen daalt. Ruim een derde (35%) ziet het inkomen met meer dan 30% dalen. Tegenover het lagere inkomen staan meestal ook lagere uitgaven.

Met pensioen gaan, betekent meestal een achteruitgang in inkomen. Dat blijkt uit de ING Vraag van Vandaag. Van de 55.800 respondenten op de vraag van maandag komt één op de elf (9%) uit op een pensioen dat hoger ligt dan 70% van het laatstverdiende loon. Drie op de tien (29%) denkt ongeveer op 70% te zitten en ruim een derde (35%) komt lager uit. Ongeveer een op de tien (10%) weet niet hoe groot de teruggang in inkomen is. Dan is er nog een behoorlijke groep waarop de vraag niet van toepassing is (18%), bijvoorbeeld niet-werkenden die dus ook geen loon ontvangen.

Basispensioen

Voor de basis van de oudedagsvoorziening, de AOW hoeven Nederlanders niet te werken: in Nederland wonen is genoeg. Voor elk jaar dat mensen tussen hun 15e en 65e hier werken òf wonen bouwen zij 2% recht op een AOW-uitkering op. Iemand die bijvoorbeeld vijf jaar in Amerika heeft gewoond, loopt dus 10% (=5 x 2%) mis. Voor de AOW doet het laatstverdiende loon er niet toe, wel de gezinssituatie. Een alleenstaande AOW-er krijgt 70% van het minimumloon, wat neerkomt op 1038 euro bruto per maand. Een stel krijgt samen 100%, oftewel 1308 euro bruto. Het plan van het kabinet is om de AOW-leeftijd langzaam te verhogen naar 67 jaar. Zie het artikel Sparen voor de AOW om te zien wat dat betekent voor werknemers die toch met 65 jaar willen stoppen.

Aanvullend pensioen

Werknemers sparen in Nederland verplicht via een pensioenregeling van hun werkgever voor hun aanvullend pensioen. Dat is een aanvulling op het basispensioen van de overheid (AOW). Werknemers betalen een percentage van hun inkomen als pensioenpremie. Anders dan bij de AOW hangt het aanvullend pensioen daarom ook af van het verdiende loon. Tot en met 2003 ging dat meestal om een percentage van het laatstverdiende loon. Inmiddels spaart 90% van de deelnemers een pensioen bij elkaar gebaseerd op het gemiddelde loon gedurende de loopbaan. Omdat het loon meestal stijgt tijdens de carrière valt een pensioen gebaseerd op middelloon meestal lager uit dan op basis van eindloon. Een werknemer die met pensioen gaat ziet zijn inkomen dan meer dan 30% dalen. Dat wordt soms een pensioengat genoemd. Eerder bleek al dat de pensioenzorgen toenemen (zie Meer zorgen om pensioen van 26 januari). Toch is een pensioengat niet per se erg, omdat vaak ook de uitgaven lager liggen. Meestal zijn de (dure) kinderen het huis uit en vaak is de hypotheek inmiddels afbetaald.

© 2009 ING Economisch Bureau