Veilige verwerking van optische- en ionisatierookmelders binnenkort een feit in de drie gewesten.

06/05/2009 15:16

AGENCE FEDERALE DE CONTROLE NUCLEAIRE

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle biedt mogelijkheid tot interviews in de containerparken van de drie gewesten. Dit naar aanleiding van haar pas gepubliceerde criteria die een veilige opslag, transport en verwijdering van rookmelders garanderen, en meer in het bijzonder van deze die een radioactief bronnetje bevatten en van huishoudens afkomstig. Hierdoor zullen binnenkort alle Vlaamse, Waalse en Brusselse gezinnen met hun afgedankte rookdetector terecht kunnen in hun containerpark.

Meer en meer gezinnen plaatsen rookmelders in hun woningen om snel te worden verwittigd wanneer er een brand uitbreekt ; in Wallonië is dit zelfs verplicht.

Deze detectoren hebben evenwel een beperkte levensduur van ongeveer 10 jaar en komen dus vroeg of laat in het afvalcircuit terecht. Een goed georganiseerde selectieve inzameling dringt zich dan ook op. Daarom kan elk gezin vanaf nu - of in de komende weken - bij de containerparken terecht die hiervoor een speciale container met het opschrift « rookmelders » ter beschikking zullen stellen. In het Brussels Gewest zal de inzameling starten vanaf 1 juli in de twee regionale containerparken.

Er bestaan twee soorten rookmelders: de optische rookmelders en de ionisatierookmelders. De optische werd zodanig verbeterd dat hij op termijn de ionisatierookmelder zal vervangen. De ionisatierookmelders bevatten een kleine radioactieve bron die geen enkel gevaar voor de gezondheid oplevert wanneer het toestel in een huis wordt geïnstalleerd, weggehaald, opgeslagen of wanneer het vervoerd wordt. Eenmaal deze rookmelders in het afvalcircuit terechtkomen, is het echter belangrijk dat ze apart worden behandeld om elke verspreiding van radioactieve deeltjes te voorkomen. Een specifieke aanpak is dan ook aangewezen.

Algemene informatie over rookmelders

In een optische rookmelder wordt een lichtbundeltje uitgezonden en door een lichtgevoelige cel opgevangen. Als zich rook in het lichtbundeltje bevindt, zal het licht deels verstrooid of geabsorbeerd worden. De rookmelder detecteert dit en geeft een alarm af. De optische rookmelders zijn intussen zo verbeterd op niveau van snelle detectie, dat een afbouwscenario kan worden voorzien voor de ionisatiemelders die nog in huis worden gebruikt. Bij normaal gebruik levert een ionisatierookmelder in principe geen gevaar op en kan hij zonder voorzorgsmaatregelen verplaatst en verwijderd worden.

Ionisatiemelders hebben een kleine radioactieve bron die geladen deeltjes (alfadeeltjes) uitzendt. Deze deeltjes zorgen voor het ontstaan van een constante ionenstroom (elektrisch geladen deeltjes) in de lucht van de rookmelder. Als de lucht vervuild raakt (door rookontwikkeling) wordt de ionenstroom verstoord en slaat de rookmelder alarm. Ionisatierookmelders bevatten meestal een bron 241Am met een zeer kleine activiteit (niet hoger dan 40 kBq). Bovendien verhindert de structuur van het toestel dat er, bij normaal gebruik, enige verspreiding van radioactieve stoffen in de omgeving kan zijn. Het toestel veroorzaakt bij normale werking op geen enkel punt, gesitueerd op 0,1 m afstand van zijn bereikbare buitenzijde, een dosistempo dat hoger is dan 1 microsievert per uur, hetgeen miniem is.