European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|8713/09 (Presse 89)                                                        |
|(OR. en)                                                                   |
|                                                                           |
|Betreft:                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|2937e zitting van de Raad                                                  |
|Landbouw en Visserij                                                       |
|Luxemburg, 23-24 april 2009                                                |
|Voorzitter Petr GANDALOVI?                                                 |
|Minister van Landbouw van Tsjechië                                         |
|                                                                           |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|De Raad heeft conclusies over een actieplan voor de instandhouding en het  |
|beheer van het haaienbestand aangenomen.                                   |
|De Raad heeft nota genomen van de eerste reacties van de ministers op een  |
|Groenboek over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op|
|een mededeling over duurzame aquacultuur.                                  |
|De Raad heeft een oriënterend debat over de vereenvoudiging van het GLB    |
|gehouden.                                                                  |
INHOUD1

DEELNEMERS 5

BESPROKEN PUNTEN

Haaien 7

Groenboek over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid 10

Duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur 11

Vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 12

Regeling voor probleemgebieden 13

DIVERSEN 14

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

UITBREIDING

Verzoek van Montenegro om lid te worden van de EU 18

EXTERNE BETREKKINGEN

Vijfde zitting van de Associatieraad EU-Egypte 18

ECONOMISCHE ZAKEN

Wijziging van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte 19

INTERNE MARKT

Dichloormethaan - Bescherming van de gezondheid tegen gevaarlijke stoffen 19

Overdracht van defensiegerelateerde producten 20

VERVOER

Zeevervoer van goederen en personen - Statistiek 21

Veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen 21

SOCIALE ZAKEN

Europese ondernemingsraad 22

TRANSPARANTIE - Toegang van het publiek tot documenten

BENOEMINGEN

VIA DE SCHRIFTELIJKE PROCEDURE AANGENOMEN BESLUITEN

Technische voorschriften voor binnenschepen 23

Invoer van gekweekte zalm uit Noorwegen - werkingssfeer van antidumpingrechten 23

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
de heer Didier SEEUWS plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Bulgarije:
de heer Byurhan ABAZOV viceminister van Landbouw en Voedsel

Tsjechië:
de heer Petr GANDALOVI? minister van Landbouw de heer Ivo HLAVÁ? staatssecretaris voor Landbouw

Denemarken:
mevrouw Eva Kjer HANSEN minister van Voedselvoorziening

Duitsland:
de heer Gert LINDEMANN staatssecretaris, ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en Consumentenbescherming

Estland:
de heer Helir-Valdor SEEDER minister van Landbouw

Ierland:
de heer Brendan SMITH minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening

Griekenland:
de heer Sotiris KHATZIGAKIS minister van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening

Spanje:
mevrouw Elena ESPINOSA MANGANA minister van Milieu, Platteland en Marien Milieu de heer José Luis MARTÍNEZ GUIJARRO minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling van de autonome gemeenschap van Castilië- La Mancha

Frankrijk: de heer Michel BARNIER minister van Landbouw en Visserij

Italië:
de heer Vincenzo GRASSI plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Cyprus:
de heer Panicos POUROS secretaris-generaal, ministerie van Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Milieubeheer

Letland:
mevrouw Dace LUCAUA staatssecretaris, ministerie van Landbouw

Litouwen:
de heer Kazimieras STARKEVI?IUS minister van Landbouw

Luxemburg:
de heer Fernand BODEN minister van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling, minister van Middenstand, van Toerisme en van Volkshuisvesting

Hongarije:
de heer Barnabás FORGÁCS vakstaatssecretaris, ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling

Malta:
de heer George PULLICINO minister van Hulpbronnen en Plattelandszaken

Nederland:
mevrouw Gerda VERBURG minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Oostenrijk:
de heer Walter GRAHAMMER plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger

Polen:
de heer Marek SAWICKI minister van Landbouw en Plattelandsontwikkeling

Portugal:
de heer Luís VIEIRA toegevoegd staatssecretaris van Landbouw en Visserij

Roemenië:
de heer Ilie SÂRBU minister van Land- en Bosbouw en Plattelandsontwikkeling

Slovenië:
mevrouw Sonja BUKOVEC staatssecretaris, ministerie van Land- en Bosbouw en Voedselvoorziening

Slowakije:
de heer Viliam TURSKÝ staatssecretaris, ministerie van Landbouw

Finland:
mevrouw Sirkka-Liisa ANTTILA minister van Land- en Bosbouw

Zweden:
de heer Eskil ERLANDSSON minister van Landbouw

Verenigd Koninkrijk:
mevrouw Jane KENNEDY onderminister van Landbouw en Milieubeheer de heer Huw IRRANCA-DAVIES staatssecretaris van het Natuurlijke en Mariene milieu, Wilde dieren en planten en Plattelandszaken de heer Richard LOCHHEAD minister (Cabinet Secretary) van Plattelandszaken en Milieu (Schotse regering)

Commissie:
de heer Joe BORG lid mevrouw Mariann Fischer Boel lid

BESPROKEN PUNTEN

Haaien

Na een gedachtewisseling heeft de Raad op basis van een in februari 2009 gepresenteerde Commissiemededeling conclusies aangenomen over een actieplan van de Europese Gemeenschap voor de instandhouding en het beheer van het haaienbestand (conclusies 7723/09).

De Raad heeft reeds vangstbeperkingen voor haaien en diverse soorten roggen vastgesteld , alsook besloten tot stillegging van de vangst van diepzeehaaien uiterlijk in 2010 (zie de persmededelingen van respectievelijk december 2008 en oktober 2008).

Het actieplan van de Gemeenschap dient bij te dragen aan het herstel van talrijke sterk uitgedunde bestanden in de communautaire wateren en daarbuiten. De uitvoering van het plan vereist:


1. een betere kennis van de haaienvisserij, de haaiensoorten en de rol die zij spelen in het ecosysteem;


2. effectieve, gecoördineerde maatregelen die moeten zorgen voor een duurzame haaienvisserij, alsook voor een behoorlijke regeling van de bijvangst van haaien bij andere visserijactiviteiten;


3. een coherente aanpak tussen het interne en het externe communautaire beleid betreffende haaien, in eerste instantie in regionale visserijorganisaties en in het kader van multilaterale milieuovereenkomsten.

De Gemeenschap heeft het internationaal haaienactieplan van de FAO (IPOA SHARKS) van 1999 ondertekend en beschikt inmiddels over belangrijke regelgeving inzake het duurzame beheer van het haaienbestand . Een gecoördineerd optreden is tot dusver evenwel uitgebleven. De EU is vastbesloten om op mondiaal vlak een leidende rol te spelen bij de instandhouding en het beheer van het haaienbestand.

De Commissie dient tijdig vóór de vergadering van de Visserijcommissie van de FAO (COFI) in 2011 bij de Raad een eerste verslag over de uitvoering van het actieplan in te dienen.

Voor nadere informatie zie:

Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten:

http://www.cites.org/

Verdrag inzake de bescherming van trekkende diersoorten:

http://www.cms.int/species/sharks/

Verdrag ter bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan:

http://www.ospar.org/

Achtergrond

De mens is tegenwoordig een groter gevaar voor haaien dan deze diersoort ooit voor de mens is geweest: de haaienpopulaties dunnen snel uit en sommige soorten zijn zelfs wereldwijd met uitsterven bedreigd.

Door hun trage voortplantingstempo en bijzonder lange voortplantingscyclus zijn haaien een kwetsbare diersoort, waarvan de bestanden zich slechts in beperkte mate kunnen herstellen van overbevissing of bijvangsten.

Bovendien staan haaien bovenaan de mariene voedselketen en zou hun verdwijnen voor het ecosysteem gevolgen kunnen hebben die veel verder reiken dan we thans kunnen denken.

Onderzoekers hebben aan de hand van aantekeningen en archieven van vissers aangetoond dat het aantal haaien in de laatste twee eeuwen met 99% is gedaald. Thans zouden er in de Middellandse Zee nog 47 haaiensoorten moeten leven, maar een groot aantal daarvan is reeds tientallen jaren niet meer gezien. Andere roofdieren zoals walvissen, alsook schildpadden en grote vissen zoals tonijn, zijn even sterk in aantal afgenomen, waardoor het gehele ecosysteem van de Middellandse Zee in gevaar komt.

Volgens een onderzoek voor de Internationale Unie voor het behoud van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen (IUCN), is in het noordoostelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan meer dan 25% van de haaien met uitsterven bedreigd en behoort 20% tot de categorie van de bijna bedreigde diersoorten.

De vraag naar van haaien afkomstige producten (vooral vinnen, die tot 430 euro per kilo kunnen opbrengen, maar ook vlees, huid en kraakbeen) is aanzienlijk toegenomen en wordt op peil gehouden door, onder andere, verbeteringen in de visserijtechnologie, marketingtechnieken en de afname van andere visbestanden. De mondiale haaienvangst is tussen 1984 en 2004 toegenomen van 600 000 ton tot meer dan 810 000 ton, hoewel deze nog altijd slechts een klein deel van de mondiale visserijproductie uitmaakt.

Haaien zijn levende aquatische hulpbronnen en vallen derhalve onder het gemeenschappelijk visserijbeleid, waarvan de algemene doelstelling erin bestaat deze hulpbronnen te beschermen en in stand te houden, te zorgen voor hun duurzame exploitatie en de gevolgen van de visserijactiviteiten voor de mariene ecosystemen tot een minimum te beperken.

Groenboek over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

De Raad heeft nota genomen van een op 22 april door de Commissie aangenomen Groenboek over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) (8977/09), alsook van de eerste reacties van de ministers in afwachting van een uitvoerige bespreking, die naar verwachting in mei zal plaatsvinden.

De lidstaten wezen eens te meer op de problematiek van het overboord zetten van vis en de noodzaak de selectieve visserij te verbeteren, het in aanmerking nemen van sociale, economische en milieufactoren, de versterking van bestaande instrumenten als vangstbeperkingen en vermindering van de visserij-inspanning, de handhaving van relatieve stabiliteit en de bestrijding van illegale visserij. Zij beklemtoonden tevens het belang van nauw overleg met belanghebbenden om ervoor te zorgen dat zij de hervorming steunen.

Het GVB is in 1983 vastgesteld en is sedertdien om de tien jaar geëvalueerd. Tot de laatste hervorming is in 2002 besloten; de volgende is gepland voor uiterlijk 2012.

Het resultaat van de door de Commissie gestarte raadpleging van alle belanghebbende partijen zal in 2010 worden bekendgemaakt, waarna bij de Raad en het Europees Parlement een wetgevingsvoorstel zal worden ingediend.

Meer informatie:

http://ec.europa.eu/fisheries/reform

Opmerkingen vóór 31 december 2009 sturen naar:

mare-cfp-consultation@ec.europa.eu

of naar:

"Hervorming van het GVB", B-1049 Brussel, België

Duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur

De Raad heeft nota genomen van de mededeling van de Commissie "Bouwen aan een duurzame toekomst voor de aquacultuur - Een nieuw elan voor de strategie voor een duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur" (8677/09), alsook van de eerste reacties van de ministers.

Het voorzitterschap is voornemens om tijdens de Raadszitting in juni ontwerp-conclusies voor te leggen.

Zowel wat kustwateren als wat binnenwateren betreft, deelden alle lidstaten het standpunt van de Commissie dat het concurrentievermogen, de duurzaamheid en een goed bestuur van de sector moeten worden bevorderd en dat de administratieve lasten moeten worden verminderd, door de sector milieuvriendelijker te maken en de communicatie met en de voorlichting van de consumenten te verbeteren.

De Commissievertegenwoordiger heeft nota genomen van een aantal specifieke behoeften die door de lidstaten werden voorgelegd; deze behelzen dierenwelzijn, dierenvoeding, kwaliteit, ambitieuze normen op het gebied van volksgezondheid, het gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, roofdieren, biodiversiteit en financiële steun, zowel voor onderzoek en technologieën als teneinde rekening te houden met het trage rendement op investeringen in de aquacultuursector.

In september 2002 heeft de Commissie een mededeling over een strategie voor de duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur gepresenteerd. De Raad heeft in januari 2003 conclusies over die strategie aangenomen . In juni 2008 hebben 18 lidstaten een memorandum ter bevordering van de duurzame ontwikkeling van de aquacultuur in Europa ondertekend.

Dankzij de maatregelen die in het kader van de eerste strategie zijn genomen, is goede vooruitgang geboekt met het garanderen van de duurzaamheid, de veiligheid en de kwaliteit van de aquacultuurproductie in de EU.

De sector is de laatste jaren echter tot stilstand gekomen. Op grond van een in 2007 gestarte brede raadpleging van het publiek over de vooruitzichten voor de Europese aquacultuur zal de Commissie nu een synthese maken van haar ideeën over mogelijkheden om de ontwikkeling van de Europese aquacultuur verder te bevorderen en aan te moedigen, zoals uiteengezet in de mededeling die zij op 8 april 2009 heeft aangenomen.

Deze nieuwe strategie voor een duurzame ontwikkeling van de Europese aquacultuur zal voortbouwen op de verwezenlijkingen van de aquacultuurstrategie van 2002, alsook op het nieuwe kader van het geïntegreerde maritieme beleid van de EU. De strategie is erop gericht de diverse problemen van de aquacultuursector in de EU aan te pakken, maatregelen ter versterking van het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de sector voor te stellen, en ideeën aan te reiken voor mogelijkheden om het beeld en het bestuur van de sector te verbeteren.

De wereldwijde consumptie van vis voor menselijke en dierlijke voeding neemt gestaag toe. Gezien de schaarste van bepaalde visbestanden kan de aquacultuur helpen te voldoen aan de groeiende vraag naar aquatische producten.

Momenteel is reeds bijna de helft van de wereldwijd geconsumeerde vis afkomstig van de aquacultuur.

Vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

De Raad heeft een oriënterend debat gehouden over de mededeling van de Commissie "Een vereenvoudigd GLB voor Europa - in het voordeel van iedereen" (7771/09) en over de nota van het voorzitterschap "Een vereenvoudigd Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: hoe nu verder?" (7932/09), zulks op basis van een vragenlijst van het voorzitterschap (8709/09).

Het voorzitterschap heeft zorgvuldig nota genomen van de door de delegaties verwoorde standpunten en van het antwoord van Commissielid Fischer Boel. Het zal ontwerp-conclusies opstellen met het oog op aanneming door de Raad op 25 mei.

Regeling voor probleemgebieden

De Raad heeft nota genomen van de presentatie door de Commissie van haar mededeling "Naar doelgerichtere steun voor landbouwers in gebieden met natuurlijke handicaps" (8858/09) en van de eerste reacties van de delegaties daarop.

De Raad droeg zijn voorbereidende instanties op de mededeling te bestuderen en conclusies op te stellen die de Raad tijdens zijn zitting op 22-23 juni zou moeten aannemen.

De vertegenwoordiger van de Commissie ging akkoord met het verschuiven van de termijn voor het insturen van gegevens door de lidstaten naar 1 januari 2010. Mariann Fischer Boel onderstreepte dat een eventueel wetgevingsvoorstel in ieder geval niet voor de aanvang van de looptijd van de volgende financiële vooruitzichten (2014-2020) kan worden uitgevoerd.

De mededeling van de Commissie heeft een tweeledig doel:

het aangeven van een reeks biofysische criteria en indicatoren aan de hand waarvan gebieden in de toekomst kunnen worden aangemerkt als intermediaire probleemgebieden;

de lidstaten verzoeken de voorgestelde criteria en indicatoren uit te testen door op basis van - alleen op het niveau van de lidstaten beschikbare - gedetailleerde bodem- en klimaatgegevenssimulaties te verrichten en kaarten te maken van de gebieden die onder de nieuwe regeling als probleemgebieden kunnen worden aangemerkt.

Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) is gericht op activiteiten ter verbetering van het concurrentievermogen van de land- en de bosbouwsector (As I), ter verbetering van het milieu (As II), ter ondersteuning van de leefkwaliteit op het platteland en ter diversificatie van de plattelandseconomie (As III), alsmede op het LEADER-programma, dat plattelandsinitiatieven moet bevorderen (As IV).

Een van de belangrijkste maatregelen onder As II is een maatregel die probleemgebieden moet steunen. Op het hele grondgebied van de EU gelden voor deze gebieden zozeer uiteenlopende definities dat er verschillen tussen de steunontvangers in verschillende landen kunnen ontstaan.

Voor de hele EU moet daarom op basis van vergelijkbare en welomschreven criteria een consistente aanpak worden gewaarborgd.

Voor meer informatie zie:

http://ec.europa.eu/agriculture/eval/reports/lfa/shortsum_nl.pdf

DIVERSEN


1. Piraterij voor de kust van Somalië


2. Informatie van de Spaanse delegatie

De Raad heeft nota genomen van de opmerkingen van de Spaanse delegatie, gesteund door de Griekse, de Franse, de Bulgaarse en de Italiaanse delegatie.

Commissielid Joe Borg zal Commissielid Ferrero-Waldner informeren over de kwestie van gevallen van piraterij die het geografische bestek van de militaire EU-operatie "Atalanta" te buiten gaan.

Het aantal aanvallen in de Golf van Aden is sedert de ontplooiing van de militaire EU-operatie "Atalanta" afgenomen. De piraten hebben evenwel hun actieradius zuidwaarts uitgebreid tot de EEZ van de Seychellen en het noordoosten van Madagaskar, gebieden waar de tonijnvloot van de Gemeenschap gewoonlijk vist.

Zie voor meer informatie over het optreden van de Gemeenschap tegen de piraterij in Somalië:

http://www.consilium.europa.eu/showPage.aspx?id=1518&lang=nl


1. Aal en CITES


2. Verzoek van de Nederlandse delegatie

De Raad heeft nota genomen van het verzoek van de Nederlandse delegatie, gesteund door de Deense, de Griekse en de Poolse delegatie, met betrekking tot de aalbestanden , alsook van haar verzoek om een verbod op de uitvoer en invoer van de in bijlage II bij de CITES -verordening opgenomen aalsoorten en -producten naar en vanuit landen buiten de Gemeenschap.

De vertegenwoordiger van de Commissie heeft de lidstaten verzocht erop toe te zien dat glasaal te allen tijde in overeenstemming met de EU- voorschriften wordt uitgevoerd, en heeft tegelijk benadrukt dat zulks niet belet dat lidstaten, indien nodig, strengere nationale uitvoervoorschriften handhaven.


1. Gezamenlijke aanpak van kieuwnetten in het kustgebied/bruinvis


2. Verzoek van de Nederlandse delegatie

De Raad heeft nota genomen van de bezwaren van de Nederlandse delegatie, gesteund door de Belgische delegatie, en van de Commissievertegenwoordiger.

De heer Borg verklaarde dat het huidige wetgevingskader van de EG toereikend is om goede resultaten te bereiken en verzocht de betrokken lidstaten om de afgifte van nationale vergunningen voor schepen die gebruik maken van kieuwnetten, te beperken.

De Poolse delegatie wenste dat een deugdelijke analyse en een betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek worden verricht alvorens een beslissing wordt genomen.

De Nederlandse delegatie heeft de Raad geïnformeerd over de toename van kieuwnetvisserij in het kustgebied en de gevolgen daarvan, met name de bijvangst van bruinvis (Phocoena phocoena), hetgeen nieuwe beheermaatregelen vereist.

Het toegenomen gebruik van kieuwnetten (of warnetten) in het Nederlandse kustgebied, onder meer door de huidige uitbreiding van de vloot kleine vaartuigen, leidt tot hogere visserijsterfte bij bestanden als kabeljauw en tong. Bruinvissen, waarvan de populatie thans naar het zuidelijke deel van de Noordzee is verhuisd, geraken vaak in deze lange netten verstrikt. De voorbije winter is in Nederland een ongewoon hoog aantal bruinvissen (circa 200) aangespoeld.


1. Vertraging in de EVF-uitgaven van de lidstaten


2. Informatie van de Commissie

De Raad heeft nota genomen van informatie van de Commissie over vertragingen in de EVF-uitgaven van de lidstaten en van de voorstellen van de Britse en de Spaanse delegatie.

De Commissievertegenwoordiger deelde mee dat hij bereid was die voorstellen te bestuderen mits deze in overeenstemming zijn met de regels voor andere structuurfondsen, maar onder de strikte voorwaarde dat tijdig beheersstructuren worden opgericht.

De programmeringsperiode van het EVF is in 2007 begonnen. Alle operationele programma's zijn thans aangenomen. De vereiste beheers- en controlesystemen hadden binnen de 12 daaropvolgende maanden ingesteld moeten zijn, maar dit proces duurt veel langer dan verwacht waardoor het gehele implementatieproces veel vertraging heeft opgelopen. Als gevolg daarvan is een groot deel van de EVF-middelen nog niet besteed.


1. Goedkeuring van de rekeningen


2. Verzoek van de Deense delegatie

De Raad heeft nota genomen van het door de Deense delegatie verwoorde en door een aantal delegaties gesteunde standpunt betreffende de procedure voor de goedkeuring van de rekeningen (8830/09).

De Commissievertegenwoordiger antwoordde dat het forfaitaire percentage altijd gebruikt is als laatste redmiddel waaruit het gevaar van onjuist gebruik van overheidsgeld blijkt. Zij voegde eraan toe dat de procedure voor de goedkeuring van de rekeningen gemiddeld niet langer dan twee jaar duurt.

Denemarken had eerder vaste sancties in plaats van forfaitaire correcties voorgesteld.


1. Verzoek van de Roemeens delegatie om de "top-up" voor 2009 te verhogen (teruggetrokken)


2. Voorschot in het kader van de betalingsregeling als liquiditeitssteun voor de landbouw


3. Verzoek van de Duitse delegatie

De Raad heeft nota genomen van het door de Belgische, de Nederlandse en de Litouwse delegatie gesteunde verzoek van de Duitse delegatie inzake een voorschot in het kader van de betalingsregeling als liquiditeitssteun voor de landbouw (8839/09).

Commissielid Fischer Boel erkende dat sommige boeren als gevolg van de financiële crisis moeilijkheden ondervinden, maar herinnerde eraan dat de vroegste datum voor de betaling van een voorschot volgens de begrotingsregels 16 oktober is, dat het maximum 75% van het totale bedrag bedraagt en dat alle voorwaarden vervuld moeten zijn. De Commissie zal de situatie in alle lidstaten voortdurend evalueren en is van plan hier later in het jaar op terug te komen.


1. Situatie op de melkmarkt


2. verzoek van de Ierse delegatie

De Raad heeft nota genomen van het door de Ierse delegatie ingediende en door de Belgische, de Duitse, de Griekse, de Spaanse, de Franse, de Hongaarse, de Oostenrijkse, de Sloveense, de Slowaakse en de Portugese delegatie gesteunde verzoek betreffende de situatie op de melkmarkt, en van de noodzaak marktbeheersmaatregelen te blijven toepassen teneinde het evenwicht op de markt zo spoedig mogelijk te herstellen (8854/09). De Raad nam tevens nota van de andere suggesties die door de delegaties in dit verband werden gedaan .

In haar antwoord bevestigde de Commissie met steun van de Nederlandse delegatie dat een efficiënt gebruik van marktbeheersinstrumenten in het recente verleden heeft bijgedragen tot het stabiliseren van de grondstofprijs voor melk en dat de Commissie voornemens is op deze weg voort te gaan. Zij wees er voorts op dat de zuivelmarktcrisis van mondiale aard is en tegen die achtergrond moet worden uitgelegd.

(i) Situatie op de varkensvleesmarkt


1. verzoek van de Belgische delegatie

De Raad heeft nota genomen van het door de Ierse, de Griekse, de Franse, de Hongaarse, de Poolse en de Oostenrijkse delegatie gesteunde verzoek van de Belgische delegatie inzake de invoering van tijdelijke exportrestituties voor vers en bevroren varkensvlees, alsmede van de opmerkingen van andere delegaties (8930/09).

De vertegenwoordiger van de Commissie wees op de recente marktontwikkelingen en handhaafde het Commissiestandpunt dat marktsteun niet nodig is.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

UITBREIDING

Verzoek van Montenegro om lid te worden van de EU

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"De president, de heer Filip Vujanovi?, de voorzitter van het Parlement, de heer Ranko Krivokapi?, en de eerste minister, de heer Milo Dukanovi?, hebben op 15 december 2008 het verzoek van Montenegro tot lidmaatschap van de Europese Unie ingediend. De Raad heeft besloten de procedure van artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in te leiden. De Commissie wordt derhalve verzocht advies uit te brengen.

Onder verwijzing naar de hernieuwde consensus inzake de uitbreiding, zoals die tot uitdrukking is gebracht in de conclusies van de Europese Raad van
14 en 15 december 2006, herhaalt de Raad dat de toekomst van de Westelijke Balkan in de Europese Unie ligt. Hij herhaalt dat de vorderingen van elk land op de weg naar de Europese Unie afhankelijk zijn van zijn eigen inspanningen om te voldoen aan de criteria van Kopenhagen en de voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces. Onder verwijzing naar de conclusies van de Raad van 8 en 9 december 2008 zij opgemerkt dat de vraag of een land de verplichtingen krachtens een stabilisatie- en associatieovereenkomst - inclusief de handelsbepalingen - in voldoende mate heeft uitgevoerd, voor de EU een essentieel element is bij de beoordeling van elk toetredingsverzoek."

EXTERNE BETREKKINGEN

Vijfde zitting van de Associatieraad EU-Egypte

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een ontwerp-agenda voor de vijfde zitting van de Associatieraad EU-Egypte, die zal plaatsvinden in Luxemburg op 27 april 2009.

ECONOMISCHE ZAKEN

Wijziging van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte tot wijziging van bijlage II van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en tot wijziging van Protocol 37 daarbij, teneinde rekening te houden met een aantal nieuwe wetgevingsbesluiten van de EU (6759/09).

INTERNE MARKT

Dichloormethaan - Bescherming van de gezondheid tegen gevaarlijke stoffen

De Raad heeft een besluit aangenomen tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van dichloormethaan in de interne markt, teneinde de gevaren van deze stof voor de gezondheid van de mens te verminderen (3610/09).

Het besluit voorziet in een verbod op de levering aan consumenten van dichloormethaan houdende verfafbijtmiddelen, die in het huishouden gewoonlijk worden gebruikt om verf, vernis of lak te verwijderen. Het besluit legt tevens beperkingen op teneinde de gevaren die verbonden zijn aan industrieel en professioneel gebruik beter te controleren en te verminderen.

De lidstaten zullen het gebruik van dichloormethaan door erkende beroepsbeoefenaars kunnen blijven toestaan ingeval het bijzonder moeilijk of ongeschikt is gebleken om dichloormethaan door andere toegestane chemische agentia te vervangen. In dat geval zijn de nationale autoriteiten verantwoordelijk voor de toekenning en de controle van een dergelijke afwijking, die vergezeld zal moeten gaan van specifieke preventiemaatregelen.

De risico's van dichloormethaan in verfafbijtmiddelen voor de volksgezondheid zijn onderzocht in wetenschappelijke studies, waarin is geconcludeerd dat er in de hele Gemeenschap risicobeperkingsmaatregelen noodzakelijk zijn.

Het besluit wijzigt Richtlijn 76/769/EEG van de Raad inzake de beperking van het op de markt brengen van gevaarlijke stoffen.

Overdracht van defensiegerelateerde producten

De Raad heeft een richtlijn aangenomen betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (3732/08).

Doel van de nieuwe voorschriften is, bij te dragen tot de ontwikkeling van een interne markt voor defensiegerelateerde producten en apparatuur, en aldus het concurrentievermogen van de Europese defensie-industrie te vergroten.

De geleidelijke totstandbrenging van een Europese markt voor defensiematerieel wordt onontbeerlijk geacht voor de versterking van de industriële en technologische defensiebasis in Europa en de ontwikkeling van het militaire vermogen dat vereist is om het Europese veiligheids- en defensiebeleid uit te voeren.

De richtlijn heeft ten doel, de belemmeringen voor het verkeer van defensiegerelateerde goederen en diensten binnen de interne markt weg te werken en concurrentievervalsing te verminderen door de voorwaarden en de procedures voor het verlenen van vergunningen te vereenvoudigen en te harmoniseren. Gezien de specifieke kenmerken van de defensiemarkt en de noodzaak om de nationale veiligheid te beschermen, zullen de vergunningsvereisten worden vervangen door een gestroomlijnd stelsel van algemene vergunningen, waarop individuele vergunningen de uitzondering blijven.

EU-regeringen die bestellingen plaatsen bij leveranciers in andere landen, zullen meer zekerheid hebben over de levering van producten aangezien de kosten voor het aanvragen van vergunningen worden gedrukt en voor meer voorspelbare voorwaarden wordt gezorgd.

De richtlijn, die van toepassing is op alle defensiegerelateerde producten op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen , zal meer mogelijkheden creëren voor kleine en middelgrote ondernemingen om componenten te leveren, waardoor de Europese markt dynamischer zal worden.

De lidstaten beschikken over een termijn van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van de richtlijn (twintig dagen na bekendmaking in het Publicatieblad) om deze in hun nationale wetgeving om te zetten.

De nieuwe regelgeving gaat samen met een richtlijn inzake overheidsopdrachten op defensie- en veiligheidsbeleid (5191/09), die door de Raad zal worden aangenomen zodra de tekst is voltooid.

VERVOER

Zeevervoer van goederen en personen - Statistiek

De Raad heeft, na een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement, een herschikkingsrichtlijn betreffende de statistiek van het zeevervoer van goederen en personen aangenomen (3715/08).

De nieuwe tekst bevat de verschillende wijzigingen die mettertijd in de richtlijn zijn aangebracht en past de uitvoeringsbepalingen ervan aan aan de regelgevingsprocedure met toetsing die in 2006 in de EU-wetgeving is ingevoerd.

De richtlijn bepaalt dat de lidstaten een communautaire statistiek opstellen van het vervoer van goederen en personen door zeeschepen die havens op hun grondgebied aandoen.

Veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen

De Raad heeft, na een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement, een herschikkingsrichtlijn inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen aangenomen (3710/08).

De nieuwe tekst bevat de verschillende wijzigingen die mettertijd in Richtlijn 98/18/EG van de Raad zijn aangebracht en past de uitvoeringsbepalingen aan aan de regelgevingsprocedure met toetsing die in
2006 in de EU-wetgeving is ingevoerd.

Doel van deze richtlijn is, een uniform niveau van veiligheid van mensenlevens en eigendommen in te voeren op nieuwe en bestaande passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen, wanneer beide categorieën schepen en vaartuigen worden gebruikt voor binnenlandse reizen, en procedures vast te leggen voor onderhandelingen op internationaal niveau met het oog op de harmonisatie van de regels voor passagiersschepen die voor internationale reizen worden gebruikt.

SOCIALE ZAKEN

Europese ondernemingsraad

De Raad heeft, na een akkoord in eerste lezing met het Europees Parlement, een herziene richtlijn betreffende de Europese ondernemingsraden aangenomen (3731/08).