Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


1

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 der Staten-Generaal 2500 BJ Den Haag Postbus 20018 www.minocw.nl 2500 EA Den Haag

Onze referentie AD/118658

Datum 29 april 2009
Betreft Lijst van vragen / Vraag

Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretarissen, het antwoord op de vragen van de Kamerleden Jan Jacob van Dijk en Jan de Vries (beiden CDA) van uw Kamer inzake krantenartikelen met als onderwerp `Creatief boekhouden van scholen' .

De vragen werden mij toegezonden bij uw brief met kenmerk 2009ZO6941.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

a
na 1 van 3 Pagi





Antwoorden op de schriftelijke vragen van de Kamerleden Jan Jacob van Dijk en Datum Jan de Vries van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onze referentie (ingezonden d.d. 14 april 2009 kenmerk 2009ZO6941 ) AD/118658

2009Z06941

Vragen van de leden Jan Jacob van Dijk en Jan de Vries (beiden CDA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over creatief boekhouden van scholen (ingezonden 14 april 2009)


1
VRAAG
Bent u bekend met de artikelen "Plasterk: `knoeien' met balans mag" en "School laat liever wat rijkdom zien; Deloitte-partner hekelt creatief boekhouden van ministerie van OCW"? 1)

ANTWOORD
Ja, die artikelen zijn mij bekend.


2
VRAAG
Kunt u bevestigen dat er begin 2009 door uw ministerie een brief naar de scholen is gezonden dat zij in hun jaarrekening geen geld hoeven te reserveren voor de zogeheten bapo-regeling? Zo ja, bent u bereid deze brief aan de Kamer te overleggen?

ANTWOORD
Op 26 februari 2009 heb ik een brief gezonden aan alle besturen uit de sectoren primair onderwijs en voortgezet onderwijs (kenmerk AD/104458) over de inrichting van een voorziening voor toekomstige bapo-verplichtingen. Een afschrift van deze brief zend ik u als bijlage bij dit schrijven.


3
VRAAG
Deelt u de mening dat het in het kader van de lumpsumbekostiging van groot belang is dat scholen helder, transparant en eenduidig al hun uitgaven verantwoorden? Zo ja, waarom is er voor gekozen op het punt van de bapo- regeling af te wijken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving?

ANTWOORD
In het kader van de lumpsumbekostiging is het van groot belang dat scholen alle uitgaven helder en transparant verantwoorden. Deze verantwoording geschiedt sinds het verslagjaar 2008 op grond van onder meer de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). Op een enkel punt kan daarbij echter een probleem ontstaan, zoals bij het inrichten van een voorziening voor toekomstige bapo-lasten. Bij het vormen van een - conform de interpretatie van de RJ van hoofdstuk RJ 271 - volwaardige bapo-voorziening in de sectoren PO en VO heeft dit een ongewenst effect op het eigen vermogen, als daarbij geen rekening kan worden gehouden met toekomstige baten binnen de lumpsumbekostiging. Van vele kanten is aangedragen en bevestigd dat het gaat om aanzienlijke bedragen

Pagina 2 van 3





die de financiële ratio's van de desbetreffende scholen aantasten. Omdat binnen Datum de opbouw van de lumpsumbekostiging wel degelijk sprake is van een component

BAPO acht ik het vanuit een oogpunt van zorgvuldig beheer niet alleen toegestaan Onze referentie maar ook wenselijk dat daarmee rekening kan worden gehouden bij de calculaties AD/118658 van een voorziening bapo. De RJ staat de hiervoor genoemde match tussen de

toekomstige bapo-lasten en de baten echter alleen toe indien ik het betreffende gedeelte binnen de lumpsum-bekostiging strak oormerk. Voorts moet ik de garantie afgeven dat dit onderdeel van de bekostiging onverkort blijft gehandhaafd zolang de bapo-regeling van kracht blijft. Aan deze twee voorwaarden kan ik niet voldoen. Immers, het oormerken van een gedeelte van de bekostiging druist in tegen de principes van lumpsum en met het afgeven van een garantie op bekostiging zou ik in de bevoegdheid treden van het parlement, dat jaarlijks de begroting goedkeurt. Daarom heb ik met akkoord van de raad voor de Jaarverslaggeving besloten om een tijdelijke maatregel te treffen waarbij ik voor de sectoren po en vo de toepassing van RJ 271 voor de verslagjaren 2008 en 2009 buiten werking stel.


4
VRAAG
Wat is uw reactie op de uitspraak van de heer Frank van Kuijck van Deloitte: "Dat de bapo-verplichtingen niet op de balans staan, betekent niet dat ze niet bestaan"? Hoe garandeert u een reële jaarverslaggeving, waarin op een transparante en eenduidige wijze toekomstige bapo-verplichtingen zijn opgenomen?

ANTWOORD
Van het buiten de boeken houden van de bapo-verplichtingen is geen sprake. Niet voor niets zijn alle scholen verplicht om de toekomstige bapo-verplichtingen in een afzonderlijke toelichting bij de jaarrekening 2008 en 2009 op te nemen. Voor de calculatie daarvan zijn nadere aanwijzingen verstrekt. Daarmee blijft het inzicht in de gevolgen van de bapo-verplichtingen voor een ieder toegankelijk en inzichtelijk. Mede aan de hand van een evaluatie van de jaarcijfers over 2008 en 2009 zal in afstemming met de Raad voor de Jaarverslaggeving definitieve oplossing voor het verslagjaar 2010 worden bepaald. Uiteraard is transparantie en volledigheid van de verantwoording daarbij het onomstreden uitgangspunt.


1) NRC Handelsblad, 18 maart 2009

Pagina 3 van 3