Wageningen Universiteit en Researchcentrum


---
Persbericht 2009-5

7 mei 2009

Unieke DNA-barcode voor herkenning schadelijke organismen op elk moment en elke plaats

Een douanier op Schiphol bepaalt de DNA-barcode van een onbekend insect in een door hem te controleren partij rozen. Hij zoekt de DNA-barcode op in een database om te checken of het om een schadelijk insect gaat, waardoor hij de partij zal moeten afkeuren. Als uit de database blijkt dat het om een onschuldig beestje gaat, kan hij de partij rozen gewoon doorlaten. Een vandaag gestart en door de EU gefinancierd onderzoekproject onder de naam QBOL , maakt dat deze situatie over enkele jaren werkelijkheid wordt.QBOL staat voor Quarantaine-organismen Barcode Of Life

Vijftien landen over de hele wereld brengen de komende drie jaar in het QBOL-project DNA-barcodes in kaart van bestaande collecties quarantaine-organismen van bacteriën, schimmels, virussen, phytoplasma's, nematoden en insecten. DNA-monsters uit deze collecties worden met elkaar uitgewisseld en gesequenced. Daarna wordt onderzocht welke en hoeveel genen nodig zijn om de verschillende soorten bacteriën, schimmels, insecten enz. goed van elkaar te kunnen onderscheiden. De DNA-volgorde van aan elkaar verwante soorten lijkt in het algemeen erg op elkaar. Toch zijn er tussen de soorten wel verschillen te vinden. Het stukje in de DNA-sequentie dat afwijkend is, is specifiek voor dat betreffende organisme en vormt een unieke en kenmerkende streepjescode: een moleculaire DNA-barcode. Voor elk quarantaine-organisme (Q-organisme) worden één of meer kenmerkende DNA-barcodes gemaakt.

Alle DNA-barcodes worden gekoppeld aan een beschrijving van de morfologische kenmerken (structuur en vorm) van het betreffende aaltje, insect, virus enz. De uiterlijke en moleculaire kenmerken worden opgeslagen in een database. Deze QBOL-database wordt gekoppeld aan andere, bestaande databases waardoor opslag en onderlinge uitwisseling van barcodes van de Q-organismen mogelijk wordt. De QBOL-database zal voor iedereen via internet te raadplegen zijn. Een voorwaarde voor gebruik in de praktijk is dat na afloop van het QBOL-project de opgezette en uitgebreide databases verder in stand worden gehouden door (inter)nationale overheden en eindgebruikers: plantenziektenkundige en keuringsdiensten en referentielaboratoria.

De mogelijkheid om schadelijke Q-organismen met moleculaire technieken te kunnen herkennen, wordt steeds belangrijker. Enerzijds omdat er wereldwijd steeds grotere hoeveelheden planten worden verhandeld, waardoor de kans op verspreiding van schadelijke organismen toeneemt. Anderzijds omdat de taxonomische kennis om schadelijke Q-organismen op basis van visuele kenmerken te herkennen, steeds verder afneemt. De economische schade is altijd groot: zowel bij het niet-herkennen van een Q-organisme als bij een onterechte diagnose van een Q-organisme, bijvoorbeeld doordat een organisme erg veel lijkt op een Q-organisme (zogenaamde 'look-alikes').

Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR is coördinator van dit QBOL-project (EU-financiering ca. EUR 3 miljoen in drie jaar). Partners uit diverse landen in Europa, China, Nieuw Zeeland, Zuid-Afrika, Peru en Brazilië participeren in dit unieke samenwerkingsverband. QBOL sluit aan bij een ander initiatief op dit gebied in Nederland, het door het Ministerie van Economische Zaken gefinancierde FES-programma 'Versterking infrastructuur plantgezondheid' dat in 2010 afloopt. De gegevens die dit programma inmiddels heeft opgeleverd, worden in het QBOL-project gebruikt en verder aangevuld.


-------------------------------------------



Wageningen Universiteit en Researchcentrum