Duurzaam, flexibel en prijsbewust bouwen met baksteen. Bakstenen scoren beter dan hout.

07/05/2009 09:00

WIENERBERGER

Ecologisch bouwen en passief bouwen worden veelal automatisch met houtskeletwoningen geassocieerd. Onze traditionele bouwmethode, met keramische gevel- en binnenmuurstenen, is nochtans zeker even goed. Ze is zelfs beter: in ons vochtige klimaat verzekeren keramische producten een veel betere stabiliteit en een veel langere levensduur dan hout. En zo zijn er nog veel andere redenen waarom voor een passiefwoning, maar ook voor een lage-energie woning en een epb-woning, beter voor baksteen wordt gekozen.

Belgenland is baksteenland:

In België zijn we bakstenen huizen beginnen bouwen vanaf de 12de eeuw. Vóór die tijd waren huizen van hout gemaakt. De mensen gebruikten vuur om hun huizen te verwarmen en te verlichten, wat wel eens voor problemen zorgde als er ergens in de stad brand uitbrak. De naburige huizen vatten vlam, en in een mum van tijd stond een hele wijk in vuur en vlam. Hele stadsdelen zijn zo in vlammen opgegaan. Aangezien er in België zoveel soorten klei aanwezig waren, werd de baksteen al snel het favoriete bouwmateriaal. Sindsdien zitten keramische producten in onze aard ingebakken, en hebben ze hun kwaliteiten overduidelijk bewezen. Waarom zouden we de klok terugdraaien?

Prima vochthuishouding:

In de Scandinavische landen wordt een groot gedeelte van de woningen in hout opgetrokken. Bij ons is het klimaat zeer vochtig, wat hout hier als ruwbouwmateriaal minder geschikt maakt. Door zijn vochtresistente karakter is baksteen het bouwmateriaal bij uitstek. Geen enkel materiaal is beter tegen vocht bestand. Bakstenen kunnen vocht opnemen en weer afgeven, zonder dat hun stabiliteit daardoor wordt aangetast. Het hoge buffergehalte zorgt er ook voor dat er veel minder vocht in de spouw doordringt, terwijl het water dat de bakstenen opnemen zeer snel verdampt. Door de dampopenheid en de buffercapaciteit voor vocht kan de baksteen dienst doen als een vochtregulator, hij kan tijdelijk een teveel aan vocht opslaan (bv. door diffusie/condensatie) en deze op een later tijdstip terug laten verdampen, en dit zonder enig risico op de aantasting van het draagvermogen of de duurzaamheid.

Bij houtskeletbouw ligt dat totaal anders. Wanneer een wand in een houtskeletwoning niet perfect luchtdicht is, kan damp in de wand infiltreren en daar condenseren. Dat kan leiden tot watervorming in de isolatie. Het vocht kan eveneens in het hout binnendringen en schimmels en stabiliteitsproblemen veroorzaken.

Lange levensduur:

Baksteen is bijzonder goed bestand tegen klimaat- en weersinvloeden. Ettelijke bouwwerken die dateren uit de Oudheid of de Romeinse periode zijn anno 2009 nagenoeg intact gebleven.

Dat keramisch materiaal vele generaties overleeft, blijkt ook uit een studie over de levensduur van materialen die in opdracht van Wienerberger werd uitgevoerd door het marktonderzoeksbureau Xtra Muros. Daarvoor werd, over heel België, de staat van gevels en het dak van het woningbestand van vóór 1900 onderzocht.

Bij gevels die dateren van vóór 1900 blijkt dat 88,77% is opgetrokken in baksteen en dat bijna 49% zich nog in originele toestand bevindt. De studie toont ook aan dat bakstenen een levensduur hebben van meer dan 150 jaar. Over de hele levensduur blijft ook de stabiliteit nagenoeg constant en hebben bakstenen huizen weinig onderhoud, herstelling of vervanging nodig. Dat maakt baksteen tot één van de meest onderhoudsvriendelijke materialen. Houten constructies daarentegen hebben ongeveer om de 20 jaar herstellings- of verfraaiingswerken nodig. De langere levensduur van baksteen impliceert ook dat de milieu-impact qua productie en transport over een langere periode gespreid wordt. Bij een kortere levensduur moet rekening gehouden worden met vervangingsscenario's die voor een extra belasting zorgen.

Grondstof van eigen bodem :

Keramische producten worden in België gefabriceerd, op basis van grondstoffen die in onze Belgische bodem overvloedig aanwezig zijn. De klei kan dus lokaal ontgonnen worden, waardoor de ecologische voetafdruk van keramische producten kleiner is dan die van hout. We weten immers allemaal dat transport en de daarmee gepaarde CO2-uitstoot de grootste boosdoener is voor een slechte ecologische voetafdruk. Het meeste hout dat in ons land voor de bouw gebruikt wordt, wordt immers geïmporteerd. Vlaanderen heeft een zelfvoorzieningsgraad van slechts om en bij de 10% en is hierdoor genoodzaakt om hout in te voeren uit Scandinavië, tropische landen, de Verenigde Staten en Canada.

10% minder energiebehoefte voor verwarming:

Bakstenen hebben prima thermische eigenschappen en een goede thermische inertie dankzij hun massa. We bewijzen dit zelfs in het meest extreme voorbeeld, een passiefhuis.

In een massief passiefhuis (een passiefhuis gebouwd met keramische gevel- en binnenmuurstenen) is - bij dezelfde isolatiewaarden- de netto-energiebehoefte voor verwarming 10% kleiner dan in een passiefhuis dat in houtskeletbouw werd gerealiseerd. Dat blijkt uit een studie die werd uitgevoerd door de energiestudiecel Technum-Tractebel Engineering (samenvatting van 'Eindrapport dynamische energiesimulatie Wienerberger Massief Passiefhuis' consulteerbaar via www.massiefpassief.be). Het duidelijk voordeel van een bakstenen constructie inzake energiebehoefte is te verklaren door het bufferende karakter van een baksteenmuur.

Beter thermisch comfort :

Nog steeds volgens de studie van Technum-Tractebel Engineering is in een massieve woning eveneens het thermisch comfort veel beter dan in een woning in houtskeletbouw. Door de bufferwerking zijn er minder temperatuurschommelingen. De massa van een wand in baksteen zorgt ervoor dat overdag warmte in de wand wordt opgeslagen, en dat die warmte 's nachts langzaam weer wordt vrijgegeven. Hierdoor doen zich nooit extreme temperatuurschommelingen voor, niet in de winter en ook niet in de zomer, en loopt een massief passiefhuis veel minder risico op oververhitting. Een woning in houtskeletbouw daarentegen voelt onder invloed van zonnewarmte direct warm aan, maar geeft even snel deze warmte weer af. Hierdoor kan een 'caravan-effect' optreden, met in de zomer oververhitting als gevolg.

Prima akoestische eigenschappen:

Het massieve karakter van keramische producten draagt ook bij tot een beter akoestisch comfort. Muren van bakstenen en snelbouwblokken hebben uitstekende geluidsisolerende eigenschappen. Op basis van proeven uitgevoerd in samenwerking met het WTCB ontwikkelde Wienerberger vorig jaar een relatief lichte ('licht' betekent meteen ook ecologisch) en zeer performante akoestische systeemoplossing voor tussen twee woningen. Het bestaat uit de Silentbrick , SonicStrip (akoestisch isolerende strips uit gerecycleerde rubbergranulaten die de muren loskoppelen van vloeren en gewelven) en SonicPin (akoestische spouwhaken voor woningscheidende wanden). Tussen de twee wanddelen bevindt zich een soepel isolatiemateriaal dat als veer functioneert, en dat de lucht absorbeert en geluiden dempt. Voor deze oplossing kreeg Wienerberger dit jaar de 'Innovatieprijs Technologie', onderdeel van de 'Belgian Building Awards'. Daarmee beloonde de jury het bedrijf dat het afgelopen jaar het technisch meest innoverende product op de markt heeft gebracht. Houtskeletwanden hebben niet de massa van een bakstenen muur en isoleren daardoor akoestisch minder goed. Daarom wordt soms tegen de wanden een dubbele laag gipskartonplaten aangebracht, maar dan schiet de ecologische voetafdruk van de woning sterk de hoogte in.

Baksteen heeft de beste brandweerstand:

Bij een gemiddelde woning wordt van een bovengrondse wand een brandweerstand geëist van minstens 1/2 uur bij één bouwlaag en van minstens één uur bij twee bouwlagen. Keramische binnenmuurstenen voldoen ruimschoots aan deze vereiste: snelbouwmetselwerk van 9 cm breed heeft een brandweerstand van 1 uur, terwijl bij muren van 14 cm en van 19 cm de brandweerstand oploopt tot 2 uur en 6 uur. Een bepleistering aan beide zijden verhoogt de brandweerstand tot respectievelijk 2 uur, 4 uur en meer dan 6 uur. Bovendien stoot metselwerk bij verhitting geen schadelijke rookgassen uit. Bakstenen halen de strengste brandweerstand, namelijk A0 (Europese norm A1), wat staat voor volkomen onbrandbaar. Hout daarentegen zal bij hoge temperaturen krimpen (tengevolge van dehydratatie) en vanaf 300°C beginnen te verkolen. Ook de sterkte-eigenschappen veranderen. Daarom moet hout altijd gecombineerd worden met niet-brandbare materialen zoals pleister of gipskartonplaten of behandeld worden met chemische producten.

Materiaal met certificaat :

Keramische producten worden tijdens alle fases van de productie getest en gecontroleerd. De kwaliteit wordt gewaarborgd door het Benor-keurmerk. Dit keurmerk geeft spijkerharde garanties over de afmetingen, de drukweerstand en het gewicht.

Keramische bouwelementen zijn vormvast :

Bouwmaterialen zoals hout zetten uit of krimpen onder invloed van de temperatuur, de luchtvochtigheid of het uitdrogen van de ruwbouw. Hierdoor kunnen scheuren of barsten ontstaan die nefast kunnen zijn voor de algemene stabiliteit van het gebouw. De hygrothermische uitzetting van Wienerberger keramische binnenmuurstenen bedraagt slechts 0,01 mm/m en de thermische uitzetting slechts 0,005 mm/mK.

Hogere ontwerpen zijn mogelijk:

Ook voor bouwwerken tot 5 à 6 bouwlagen scoren keramische binnenmuurstenen bijzonder goed op het vlak van stabiliteit, druksterkte en draagkracht. Specifieke maatregelen zijn niet nodig. Het volstaat de steen met de gepaste druksterkte te kiezen. Bij houtbouw wordt omwille van de kostprijs meestal gekozen voor een houtskeletstructuur in plaats van voor massieve houtbouw, en een houten skelet gaat zelden hoger dan 3 verdiepingen. Hout is immers een anisotroop materiaal. Dat betekent dat de drukweerstand in verschillende richtingen ten opzichte van de vezelstructuur niet gelijk is. In de langse richting heeft bijvoorbeeld Douglashout een vrij goede drukweerstand, maar in de dwarse richting op de vezels is de drukweerstand tot 80 keer kleiner. Wanneer de langse en dwarse vezels van de liggers en kolommen samenkomen in knooppunten, bestaat het risico dat de dwars belaste onderdelen gaan splijten. Bovendien heeft hout de eigenschap dat het zeer onvoorspelbaar is en vrij veel vervormt, en dit zowel onder belasting als bij hygrothermische wijzigingen. Wanneer de temperatuur en de relatieve vochtigheid veranderen, zal hout 'leven'. Bij kleinere constructies kan dit nog enigszins worden opgevangen, bij hoogbouw wordt dit flink wat complexer. Nog een reden wanneer houtbouw zelden hoger gaat dan drie verdiepingen, is dat het bij houten hoogbouw zeer omslachtig is om te voldoen aan de akoestische eisen.

Gemakkelijk luchtdicht te maken :

Bij een massieve woning wordt standaard op de binnenmuurwanden een binnenbepleistering aangebracht. Deze zorgt - zonder meerkost - voor een perfecte en blijvende luchtdichtheid. Bij houtskeletbouw moeten allerhande ingewikkelde kunstgrepen worden uitgevoerd om de constructie luchtdicht te krijgen. De folies die hiervoor gebruikt worden zijn kwetsbaar en staan meer bloot aan ongewilde doorboringen.

Geen risico op foutieve of onvolledige plaatsing van een dampscherm:

Bij een traditionele spouwmuur heeft elk van de onderdelen een specifieke plaats en een specifieke taak. Aangezien de dragende binnenmuur zich aan de warme zijde van de isolatie bevindt, zal hij zeer weinig invloed ondervinden van het buitenklimaat. Bovendien zal hier nooit inwendige condensatie optreden, aangezien de temperatuur van de wand steeds boven het dauwpunt blijft. Bij een houtskelet wand daarentegen wordt de isolatie tussen de dragende structuur verwerkt. Dit betekent dat deze structuur aan de ene kant even warm is als de binnenomgeving, en aan de andere zijde even koud is als de buitenomgeving. Het dauwpunt zit ergens tussen de warme en de koude zijde. Warme lucht kan meer waterdampgas bevatten dan koude, en heeft bijgevolg een hogere dampdruk. Wanneer het buiten kouder is dan binnen, is de dampdruk binnen hoger dan buiten, dan wil het vocht dat door overdruk in de lucht wordt opgelost, naar buiten ontsnappen. Maar waterdampgas aan het dauwpunt condenseert als water. Voor houten constructies kan dat rampzalige gevolgen hebben. Daarom moet in de buitenwanden van een houtskeletbouw, aan de warme zijde van de woning, een dampscherm worden geplaatst, om te beletten dat de damp die binnen wordt geproduceerd, terecht kan komen in het isolatiemateriaal of in de houten structuur. In de praktijk is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan, want tegen het perfect aansluiten van dampschermen wordt in de praktijk nogal eens gezondigd, en dat kan schimmelvorming en bouwschade tot gevolg hebben. Uit een studie uitgevoerd door dampschermfabrikant Pro Clima blijkt dat bij een kier van 1 millimeter breed en 1 meter lang in een oppervlakte van 1 m² en een temperatuurverschil van 30°C en een drukverschil van 20 Pa per dag 800 g water/m² in de isolatie zal condenseren. Zeker wanneer het buiten koud is kan deze hoeveelheid vocht moeilijk op tijd verdampen, wat bij rottingsgevoelige materialen kan leiden tot bouwschade. Bij een traditionele spouwmuur is inwendige condensatie zogoed als onmogelijk. Daar wordt de luchtdichtheid gegarandeerd door de pleister. En mocht er toch ooit condensatie optreden, dan komt de stabiliteit van het gebouw nooit in gevaar aangezien de dragende en vormeigenschappen van keramische binnenmuurstenen in natte toestand onveranderd blijven.

Baksteen ís een ecologisch bouwmateriaal :

Onlangs kreeg Wienerberger - als eerste industriële Belgische fabrikant - van het Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch bouwen en wonen (VIBE) het natureplus-label voor gezonde en ecologische bouwmaterialen. Het bedrijf behaalde dit label voor het productgamma Porotherm en Desimpel keramische binnenmuurstenen. De criteria van natureplus zijn de strengste die er in Europa bestaan. Ze evalueren zowel de emissies en de gebruikte grond- en toeslagstoffen als het energie- en waterverbruik, het verpakkingsmateriaal, het transport, de afvalproductie en -verwerking. Sinds 1996 is natureplus voor bouwmaterialen en -producten wat het Biogarantie-label is voor voeding en FSC voor verantwoord hout. De organisatie achter dit label heeft afdelingen in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Hongarije, Nederland en België. Tot voor kort noteerden we dat hout, in vergelijking met veel andere bouwmaterialen, milieuvriendelijker is. Nu de keramische binnenmuurstenen van Wienerberger het natureplus ecolabel verkregen hebben, geldt dit niet meer. Ja, bouwen met baksteen ís bio-ecologisch bouwen. De energie-inhoud van hout is misschien wel laag, maar de eco score volgens de Eco-Indicator 99 methode gebaseerd op de Eco-Invent databank is wel meer dan 3 keer zo hoog per ton dan bij keramische binnenmuurstenen; dit voornamelijk door het effect van het landgebruik. Het gaat bovendien niet op om enkel materialen met elkaar te vergelijken. Men moet ook bouwsystemen vergelijken die tot een zelfde kwalitatieve wand leiden. Zo komt bij een wand opgebouwd uit keramische binnenmuurstenen slechts een kleine fractie van de milieubelasting van de mortel en van de pleister; bij hout dient men voor een kwalitatieve wand bijkomend een dubbele laag gipskarton alsook isolatie te voorzien, die ertoe bijdragen dat de totale eco impact van de wand bijna dubbel zo hoog is als deze van de wand opgetrokken in bakstenen.

Op termijn geen afval meer :

Wienerberger werd eveneens laureaat van de wedstrijd 'Ontdek het eeuwige leven- Grenzeloos Gebruik'. Met deze wedstrijd wil Vlaams minister van Sociale Economie Kathleen Van Brempt Vlaamse bedrijven, organisaties en studenten productontwikkeling aanzetten om de principes van 'Cradle to Cradle' toe te passen. Anders dan recyclage, dat de afvalberg zo klein mogelijk maakt, is Cradle to Cradle (C2C) een productiemethode waarbij er geen afval ontstaat.

Wienerberger werd genomineerd doordat het bouwafval wil verwerken tot nieuwe bouwgrondstoffen. Op lange termijn wil het bedrijf een systeem opzetten dat de keramische massa (vooral producten of onderdelen van producten van gebakken klei) uit werfafval filtert. Na vermaling kan die keramische massa opnieuw gebruikt worden als grondstof voor bouwmateriaal zoals bakstenen of dakpannen.

Aannemers zijn vertrouwd met traditioneel metselwerk:

Ook de aannemer heeft voordeel bij een bouwconcept met massieve muren. Met de traditionele bouwtechniek is hij ten volle vertrouwd, wat borg staat voor een vakkundige uitvoering. Het passiefconcept in lichte materialen kent hij minder goed.

Architecturale vrijheid:

Voor architecten is het ontwerpen van een woning met bakstenen een zegen. Alles kan dankzij de flexibele formaten. Het ontwerpen van een houten woning is heel anders en betekent een beperking van ontwerpvrijheid zowel qua vormgeving als qua indeling van de ruimten.

Budgetvriendelijker:

Massieve huizen zijn budgetvriendelijker dan huizen in houtskeletbouw. Dat blijkt onder andere uit een case van een passiefhuis in Deurne, een project van het Ekerse Architectenbureau Jan Stranger. Voor een klant vroeg hij offertes aan bij een traditionele aannemer en bij twee houtskeletbouwers. De offerte van de traditionele aannemer lag 26% en 43% lager. Debet aan de hogere prijs voor een houtskeletwoning zijn het beperkte aantal spelers en de bijkomende kosten voor afwerking. Doordat maar een beperkt aantal houtbouwers zich toelegt op passiefhoutbouw, en maar een handvol fabrikanten houten T-liggers aanbiedt, is er nauwelijks concurrentie. In de afwerking wordt de prijs opgedreven door de grotere hoeveelheid isolatie en de vereiste maatregelen op het vlak van luchtdichtheid. Wanneer er FSC-hout wordt gebruikt, is dit in aankoop tot 30 procent duurder dan normaal hout. Bovendien kunnen fundering en bovenbouw niet altijd door één en dezelfde aannemer worden uitgevoerd, wat resulteert in een dubbele werfinrichting. Ofwel moet de werfinrichting in onderaanneming worden uitgevoerd, wat eveneens een meerprijs betekent.

Ook korte bouwtijd mogelijk:

Houtskeletbouw is niet de enige snelle bouwmethode. Sinds kort is Wienerberger op de markt met een uniek bouwsysteem, Porotherm Wall Systems (PWS) genaamd, dat de voordelen van keramische binnenmuurstenen combineert met de voordelen van systeembouw. Basis van het PWS-systeem vormen grote, op maat gemaakte, keramische binnenmuurelementen die zeer snel en gemakkelijk in elkaar te zetten zijn. Een complete binnenmuurconstructie van een woning staat er op slechts enkele dagen (b.v. 1 week t.o.v. 4 weken). Dat bespaart geld voor zowel aannemer als bouwheer. De stenen worden al in de fabriek, dus in optimale omstandigheden, tot wanden verlijmd. Dat maakt meer productcontrole mogelijk, waardoor de foutenlast op de bouwplaats vermindert.

Woningen gebouwd met keramische binnenmuurstenen hebben kwaliteiten die woningen in houtskeletbouw (ver) overtreffen.

Hun levensduur en duurzaamheid zijn uniek, en ook qua vochthuishouding, brandweerstand, vormvastheid en stabiliteit kennen keramische stenen hun gelijke niet. Keramische muren verzekeren een prima thermische isolatie en een optimale geluidsisolatie.

Bovendien zijn massief passiefhuizen opmerkelijk budgetvriendelijker dan passiefhuizen in houtskeletbouw.

Tot slot bewijst het natureplus eco-label dat de keramische binnenmuur een ecologisch bouwmateriaal is.

Meer info omtrent dit persbericht en/of foto's kan u bekomen bij :

Wienerberger nv

Katrien Nottebaert

Kapel ter Bede 86, 8500 Kortrijk

tel. 056/249 536 - fax 056/257 863

gsm: 0473/400 007

e-mail katrien.nottebaert@wienerberger.com

Voor eventuele hyperlinks en bijlagen: Zie het origineel