Senternovem

08-05-2009 | Van der Hoeven geeft startschot Nationaal Expertisecentrum Warmte

'Er wordt hier een energierevolutie voorbereid.' Met die woorden opende minister Van der Hoeven op 16 april het Nationaal Expertisecentrum Warmte (NEW). De aftrap vond plaats tijdens het Warmtecongres `Van ambitie naar actie'. Projectontwikkelaars, gemeenten, energiebedrijven, woningcorporaties en adviseurs kunnen voortaan bij één loket terecht met vragen over het verduurzamen van warmte- (én koude)voorziening.

Het expertisecentrum wil kwalitatieve, betrouwbare en objectieve kennis over het verduurzamen van warmte- en koudevoorziening overdragen. Uitgangspunt daarbij is de Trias Energetica (besparing, duurzaamheid en efficiëntie). NEW richt zich op alle drie de stappen. "In Nederland gebruiken we bijna 40% van onze energievoorziening voor warmte. Er valt dus veel winst te behalen uit het slim en efficiënt inzetten van warmte", vertelt programmaleider van NEW, Lex Bosselaar. NEW komt voort uit het beleidsprogramma Warmte op Stoom dat in 2008 werd gelanceerd door het ministerie van Economische Zaken.

Eén loket
Tot nu toe bestond er geen centraal loket voor `warmte', maar kwam het onderwerp versplinterd aan de orde. "Warmte speelt eigenlijk overal een beetje een rol, maar er is geen centraal beleid voor ontwikkeld, zoals bij `elektriciteit'. Met het expertisecentrum willen we daar verandering in brengen. We zijn een vraagbaak voor mensen die nu willen investeren in warmte", aldus Bosselaar. "Heeft u concrete plannen voor een nieuwbouwproject? Dan kunt u bij onze gespecialiseerde adviseurs terecht voor advies over bijvoorbeeld de energetische, economische en organisatorische aspecten van warmtevoorziening." NEW verstrekt informatie over voorbeeldprojecten en metingen die zijn verricht, maar zorgt er ook voor dat klanten in contact komen met deskundigen die ervaringen hebben met bepaalde technieken.

Overzicht warmte-expertise
"Je kunt niet verwachten dat iemand die op een locatie wil gaan bouwen, zelf allemaal informatie op internet verzamelt over warmte. En dat hij deze detaillistische informatie zelf analyseert om te bepalen wat de opbrengsten zijn en of de techniek geslaagd is. NEW verzamelt alle relevante informatie en wij vertalen die naar de behoefte van onze klanten", vertelt Bosselaar. Begin januari is het NEW officieus gestart. "De animo is groot; via Kompas krijgen we al veel informatievragen binnen."

Instrumenten
Een centrale rol bij de kennisuitwisseling zijn de website www.expertisecentrumwarmte.nl en de opengestelde helpdesk. Daarnaast ontwikkelt het expertisecentrum een aantal instrumenten waarmee (potentiële) investeerders keuzes kunnen maken voor duurzame warmte- en koudevoorziening. Een voorbeeld hiervan is de `uniforme maatlat'. "Dit is een hulpmiddel waarmee je de milieuprestaties van verschillende warmtetechnieken met elkaar kunt vergelijken, zoals CO2-emissies, energiegebruik en de bijdrage aan duurzame energie", legt Bosselaar uit. Andere instrumenten die NEW momenteel ontwikkelt zijn `gemeentelijke afwegingskaders', veldtesten en warmtekaarten.

Voorbeeldprojecten
Tijdens het Warmtecongres kregen bezoekers al een voorproefje van NEW in een workshop waar een aantal innovatieve voorbeeldprojecten werd gepresenteerd. Bij de projecten speelt verduurzaming van warmte in de gebouwde omgeving een centrale rol. De toegepaste technieken waren zeer divers: van warmte- en koudewinning uit een zandwinplas, stadswarmte en warmte-koudeopslag tot het verbeteren van de energiehuishouding in bestaande bouw.
De discussie die op de presentaties volgde, betrof voornamelijk het gebruik van restwarmte, met de nadruk op stadsverwarming. Voorstanders van grote, centrale netten debatteerden met aanhangers van kleine, lokale initiatieven. Partijen waren het in ieder geval eens dat de consumentenprijs voor warmte (in relatie tot investeringen bij energiebedrijven) een cruciale rol speelt. Ook andere vraagstukken kwamen aan de orde. Mag duurzame warmte bijvoorbeeld meer kosten? Zijn collectieve systemen überhaupt rendabel als nieuwbouw energieneutraal wordt? En, wat is de rol van de overheid en toezichthouders?

Centraal versus decentraal
Minister Van der Hoeven nam tijdens haar openingsrede een duidelijke positie in over centraal versus decentraal, ofwel de keuze tussen grote, centrale netten of kleine, lokale initiatieven. "We moeten af van het idee dat het centraal geregeld moet worden. We willen terug naar de bron, naar lokale initiatieven. Vraag en aanbod vinden elkaar nog niet. Dat betekent dat maatwerk nodig is. Gemeenten en woningcorporaties zouden daarbij een belangrijke rol moeten spelen", aldus de minister.