Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden De Roon en Wilders over invoering van de sharia in noordwest Pakistan

11-05-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De Roon en Wilders over invoering van de sharia in noordwest Pakistan. Deze vragen werden ingezonden op 17 april 2009 met kenmerk 2009Z07399.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden De Roon en Wilders (PVV) over de invoering van de sharia in noordwest Pakistan.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht "Sharia de norm in deel van Pakistan"?1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Deelt u de vrees dat het ondertekenen van de regeling waarmee de sharia wordt ingevoerd in noordwest Pakistan, tot gevolg zal hebben dat de Swatvallei en het omliggende gebied een toevluchtsoord wordt voor terroristen?

Antwoord
Niet zozeer de invoering van de sharia, alswel de afwezigheid van regeringscontrole, waardoor militanten en extremisten zich kunnen ophouden in de betreffende gebieden, geeft aanleiding tot grote zorg. Nederland heeft zorgen over de mensenrechtensituatie, met name over de positie van vrouwen, in Swat.

Vraag 3
Deelt u de mening dat een regering van een land die een regeling ondertekent, waardoor de sharia wordt ingevoerd in ruil voor een staakt-het-vuren met de plaatselijke Taliban, capituleert voor islamitisch terrorisme? Deelt u de mening dat zo'n land dan ook geen geld van de Nederlandse regering dient te ontvangen? Zo ja, vindt u dan ook dat de beslissing van de Nederlandse regering om de ontwikkelingshulp aan de Pakistaanse overheid te hervatten na de conferentie over Afghanistan moet worden herzien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Pakistan ziet zichzelf gedwongen een coherente strategie te implementeren om de oprukkende militanten te stoppen. Dialoog en het zoeken naar een politieke oplossing maken onderdeel uit van deze strategie. In het district Malakand, waarvan Swat onderdeel uitmaakt werd de sharia ingevoerd, deels omdat dit tegemoet kwam aan de wensen van het merendeel van de plaatselijke bevolking. Deze wens werd onder andere ingegeven door de traag functionerende en corrupte rechtspraak in Swat. Wat echter zorgen baart in de onderhandelingen met de militanten in Swat is dat de regering vanuit een zwakke positie onderhandelde, omdat het Pakistaanse leger niet in staat bleek de militanten militair te kunnen verslaan. Dit is een gevaarlijk precedent voor de stabiliteit van overheidsstructuren in andere gebieden in Pakistan. Het Pakistaanse leger is met een offensief begonnen in Lower Dir, een district dat grenst aan Swat.

Daarnaast is Nederland bezorgd over de zeer rigide interpretatie van de sharia. Voor Nederland is belangrijk dat internationale mensenrechten en de rechten van vrouwen in het bijzonder ook in de Swat worden gerespecteerd. Tijdens de donorconferentie van de Friends of Democratic Pakistan in Tokio op 17 april 2009, heeft Nederland zijn samen met andere landen bezorgdheid verwoord richting Pakistan.

Eind 2007 heeft Nederland de ontwikkelingsrelatie met Pakistan opgeschort naar aanleiding van het uitroepen van de staat van beleg door oud-president Musharraf. De ontwikkelingsrelatie is na het aantreden van de democratisch gekozen regering van premier Gilani deels hervat in april 2008.

Extremisten bedreigen niet slechts de stabiliteit in Pakistan, maar ook de veiligheid in Afghanistan en dus die van de Nederlandse troepen aldaar. Het is daarom essentieel nu de kritische samenwerking met Pakistan verder te heropenen op basis van democratische voorwaarden. Nederland heeft tijdens de conferentie wel gesteld dat consolidering van het democratische proces en versterken van het maatschappelijk middenveld in Pakistan voorwaarden zijn voor het, voorzichtig, hervatten van de ontwikkelingsrelatie met Pakistan. Naast regionale projecten op het gebied van water en vredesjirga's, zal Nederland zich richten op armoedebestrijding, onderwijs en goed bestuur.


1) Het Parool, 14 april 2009

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl