4. Toezeggingen notaoverleg voeding 230309
Toezeggingen notaoverleg voeding 230309
Kamerstuk, 11 mei 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
11 mei 2009
VGP/VV-2928220
Geachte voorzitter,
Tijdens het notaoverleg over de nota voeding en gezondheid van 23
maart jongstleden heb ik met betrekking tot een aantal vragen van de
Kamer toegezegd nog met een schriftelijke reactie te komen of
suggesties van de Kamer mee te nemen in mijn beleid. Ook zijn een
aantal moties die u tijdens dit overleg had ingediend aangenomen.
In deze brief informeer ik u per onderwerp over de voortgang van mijn
toezeggingen en reageer ik op twee moties.
Informatieverstrekking nieuwe HACCP-hygiënenorm (motie Wiegman c.s. 31
532-12)
Ter invulling van de regelgeving op het gebied van HACCP heeft de
zorgsector een eigen Hygiënecode opgesteld. De brancheverenigingen in
de Gezondheidszorg (ActiZ, GGZ Nederland, NVZ en VGN) hebben in 2006
het Voedingscentrum opdracht gegeven de Hygiënecodes te evalueren en
te herzien, zodat deze voldoen aan de actuele wetgeving en praktisch
hanteerbaar zijn. Het Voedingscentrum is codehouder van de Hygiënecode
voor de voedingsverzorging in zorginstellingen en Defensie (2008) en
de Hygiënecode voor de voedingsverzorging in woonvormen (2007). Deze
evaluatie en actualisatie zijn ondertussen uitgevoerd. In de nieuwe
versie is helder dat voorverpakte maaltijden niet de norm zijn,
waardoor meer ruimte is in de wijze van aanbieden van de voeding in
verzorgings- en verpleeghuizen.
Deze code is verspreid onder de aangesloten zorginstellingen. Het
Voedingscentrum heeft recent via een nieuwsbrief (oplage 6500) het
veld geïnformeerd over de inhoud en beschikbaarheid van deze nieuwe
hygiënecode voor zorginstellingen.
Ontwerpverordening voedingswaardeinformatie en harmonisatie logo's
(motie Schermers/Wiegman 31532-5)
Op dit moment wordt in Brussel onderhandeld over een nieuwe
Verordening voor consumenteninformatie. Deze onderhandelingen zijn
voorlopig nog niet afgerond. Naast de voedingswaardedeclaratie op het
etiket, kan de consument ook geïnformeerd worden via logo's. De
Europese regelgeving moet hierin niet belemmerend zijn en de industrie
hiertoe de mogelijkheid bieden. Ik ben het met de Kamer eens dat
gestreefd moet worden naar zo mogelijk één gezondheidslogo of ten
minste gemeenschappelijke criteria. Die ambitie heb ik al voor de
Nederlandse markt uitgesproken. Ik zal me hiervoor ook inzetten in de
betreffende overleggen met de industrie en in Brussel.
Het vaststellen van de voedingsprofielen in het kader van de
Verordening voedings- en gezondheidsclaims (1924/2006 EG) levert op
zich ook harmonisatie van criteria voor logo's op.
Overzicht van maatregelen en samenhang tussen onderwerpen uit de nota
voeding en gezondheid, de nota overgewicht en de nota sociaal
economische gezondheidsverschillen (SEGV).
U ontvangt hierover voor de bespreking van de nota's SEGV en
overgewicht een brief.
Onderzoek prijsbeleid
Bij de begrotingsbehandeling 2008 (TK 2007/2008, bijlage bij 22894,
nr.122) heb ik toegezegd onderzoek te laten doen naar de invloed van
prijs van levensmiddelen op gezond gedrag. De rapportage hierover is
enigszins vertraagd. U ontvangt voor de zomer het onderzoek en mijn
reactie hierop.
Kabinetsvisie nanotechnologie
U vroeg naar de visie van het Kabinet op nanotechnologie. De
Kabinetsvisie Nanotechnologieën "Van Klein Naar Groots" (TK2006-2007,
29338, nr.54) is al in uw bezit. Het afgelopen jaar heeft u daarnaast
het Actieplan nanotechnologie ontvangen (TK 2007-2008, 29338, nr.75).
Gezondheidsraadrapporten
Mijn reactie op het in december verschenen rapport "Gezonde voeding:
logo's onder de loep" ontvangt u uiterlijk juni dit jaar.
Over voedingsnormen voor micronutriënten zijn in 2008 vier adviezen
gepubliceerd (foliumzuur, jodium, vitamine D en vitamine A). Eind
april verwacht ik nog een integraal rapport over micronutriënten.
Zoals ik recent in een brief aan de Tweede Kamer (TK 2008-2009, 31532,
nr.3) heb aangegeven, kom ik in een integrale reactie terug op deze
adviezen. In mijn reactie zal ik ook ingaan op uw vragen over
foliumzuur en over de voorlichting aan specifieke doelgroepen.
Reclamecode levensmiddelen voor kinderen
Ik heb toegezegd u te informeren over de terugrapportage van de
gesprekken over de reclamecode. Hier kom ik in de beantwoording van de
schriftelijke vragen over de nota overgewicht op terug.
Resultaten onderzoek naar de redenen om te stoppen met het geven van
borstvoeding (nav motie-Wiegman 31200XVI-58)
Het onderzoek dat wordt uitgevoerd via ZonMw heeft enige vertraging
opgelopen. De resultaten van het onderzoek ontvang ik naar verwachting
eind mei. Binnen drie maanden na ontvangst van de rapportage stuur ik
mijn reactie hierop aan de kamer.
Vitamine D
Mevrouw Arib heeft tijdens het notaoverleg op 23 maart jongstleden een
vraag gesteld met betrekking tot voldoende inname van vitamine D door
groepen met een risico op een tekort.
Mijn beleid op het gebied van vitamine D is gebaseerd op de
Richtlijnen Goede Voeding en de voedingsnormen van de Gezondheidsraad
(voor onder andere vitamine D), en bestaat uit drie sporen:
- het gestructureerd zorgdragen voor levensmiddelen die een voldoende
vitamine D inname waarborgen.
- het mogelijk maken om levensmiddelen vrijwillig te verrijken dan wel
supplementen met de juiste dosis vitamine D op de markt te brengen via
de Warenwet.
- Informatieverspreiding via het Voedingscentrum over nut en noodzaak
van een goede inname van vitamine D.
Daarnaast is er voor de groepen met een risico op een tekort een
specifieke aanpak. De risicogroepen zijn kinderen tot 4 jaar, zwangere
en lacterende vrouwen, vrouwen die ouder zijn dan 50 jaar en mannen
die ouder zijn dan 70 jaar, mensen die onvoldoende buiten komen en
mensen die een donkere (negroïde) huid hebben.
Het suppletieadvies voor 0-4 jarigen, waar vitamine D onderdeel van
is, maakt nadrukkelijk deel uit van de voedingsadvisering in de
Jeugdgezondheidszorg, zoals via consultatiebureaus.
Voor de doelgroep zwangeren heeft het Voedingscentrum in samenwerking
met o.a. het Erfocentrum voorlichtingsmateriaal ontwikkeld en
uitgebracht over het gebruik van vitamine D in de zwangerschap. Dit
materiaal is speciaal gericht op allochtone en laagopgeleide vrouwen
en kan o.a. gebruikt worden door verloskundigen.
Ouderen (zowel mannen als vrouwen) worden in de voorlichting van het
Voedingscentrum expliciet genoemd. Buiten het Convenant Smeerbare
vetten om is het door de "Warenwetregeling Vrijstelling toevoeging
foliumzuur en vitamine D" mogelijk om margarines en halvarines op de
markt te brengen die specifiek gericht zijn op senioren. Bovendien is
de "Warenwetregeling Vrijstelling vitaminepreparaten" aangepast na het
vorige Gezondheidsraadrapport Voedingsnormen uit 2000, zodat het
mogelijk is vitaminepreparaten met een verhoogd gehalte aan vitamine D
op de markt te brengen die geschikt zijn voor personen van 60 jaar en
ouder. Voor kinderen tot en met 6 jaar, zwangeren en lacterenden was
dit al mogelijk. Op de verpakking van de preparaten mag ook worden
aangeduid dat het product geschikt is voor personen van 60 jaar en
ouder.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport