Leefbaar Rotterdam



dinsdag, mei 12, 2009

Rioolbelasting en afvalstoffenheffing

Aan: Het college van Burgemeester en Wethouders Stadhuis Rotterdam
Coolsingel 40
3011 AD Rotterdam

Rotterdam, 11 mei 2009

Betreft: schriftelijke vragen ter schriftelijke beantwoording Onderwerp: Rioolbelasting en afvalstoffenheffing

Geacht College,

De rioolbelasting in Rotterdam stijgt de afgelopen en in de planning de komende jaren fors. Van 160,41 in 2008 naar 173,08 in 2009 en er wordt een verdere stijging naar 186,24 voorzien voor 2010. Bovendien worden bedrijven (bedrijfspanden met een waarde hoger dan 200.000,=) sinds dit jaar hier bovenop belast met een tarief van 0,0689% van de WOZ-waarde. Wij hebben al bericht gehad van een ontevreden ondernemer die vorig jaar 160 betaalde aan rioolbelasting en die dit jaar bijna
1.200 kwijt was. Een exorbitante stijging.

Als één van de redenen voor de enorme stijging wordt door het College genoemd, dat er veel investeringen in het riool moeten worden gedaan. Uitgangspunt van de rioolbelasting is dat de totale uitgaven gelijk zijn aan de totale inkomsten (kostendekkendheid).

Leefbaar Rotterdam vindt het uitgangspunt van kostendekkendheid goed. Maar dit moet dan wel over alle jaren gebeuren. Ik vraag mij af hoe lang dit uitgangspunt al geldt.

Mocht het zo zijn dat de opbrengsten gedurende vele jaren hoger waren dan de kosten, dan maakt dit een stijging van het tarief onredelijk. Voor de investeringen is dan tenslotte al betaald. Je kunt niet eerst een belasting als melkkoe gebruiken, om vervolgens investeringen te plegen en daarbij onder het mom van kostendekkendheid een tariefsstijging doorvoeren. Het is voor mij onduidelijk of dit in Rotterdam is gebeurd.

Ambtelijke navraag leerde mij dat gedurende vele jaren niet is bijgehouden waar de opbrengsten van rioolbelasting aan werden uitgegeven. Blijkbaar was kostendekkendheid toen niet het uitgangspunt. Het is echter slechts een kwestie van narekenen om te weten te komen hoeveel de kosten van riolering waren en hoe hoog de opbrengsten uit rioolbelasting zijn geweest.

Ik heb aan u de volgende vragen:


1. Sinds wanneer is kostendekkendheid het uitgangspunt bij het vaststellen van het tarief voor de rioolbelasting?
2. Wat zijn de opbrengsten en kosten van riolering geweest gedurende de periode 1990 - 2006? Graag een overzicht per kalenderjaar, waarbij als kosten de lasten op de gemeentelijke begroting genomen worden (i.t.t. de daadwerkelijke uitgaven in enig jaar).
3. Indien de opbrengsten in deze periode hoger waren dan de kosten: wat vindt u hier van?

De afvalstoffenheffing bedraagt in 2009 259,04 per perceel. Ik vraag mij af waarom er per perceel belast wordt. Een huishouden van zes personen zal tenslotte meer afval produceren dan een eenpersoonshuishouden. Het lijkt mij redelijk om per persoon te heffen i.p.v. per perceel. Dan zou, uitgaande van kostendekkendheid, de totale heffing voor kleine huishoudens dalen en voor grote huishoudens stijgen.


4. Waarom wordt de afvalstoffenheffing per perceel en niet per persoon in rekening gebracht?

5. Wat zou, uitgaande van een gelijkblijvende totale opbrengst uit afvalstoffenheffing, het tarief per persoon worden wanneer de heffing per persoon in rekening gebracht wordt?

6. Bent u bereid om vóór de behandeling van de begroting 2010 te bezien hoe dit systeem ingevoerd zou kunnen worden, zodat wij er voor of tijdens de begrotingsbehandeling een beslissing over kunnen nemen?

Met vriendelijke groet,

Victor Reijkersz
Leefbaar Rotterdam