4. Verslag van bevindingen zelfbinding
Verslag van bevindingen zelfbinding
Kamerstuk, 12 mei 2009
De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
12 mei 2009
CZ/CGGZ-2926499
Geachte voorzitter,
Door mijn ambtsvoorganger is bij de plenaire behandeling van het
wetsvoorstel tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen in de Eerste Kamer in september 2006
toegezegd na ongeveer 8 maanden na inwerkingtreding van het instrument
zelfbinding een eerste provisoire evaluatie aan de Kamer te sturen.
Tijdens de behandeling ging men er van uit dat de inwerkingtreding van
zelfbinding spoedig zou geschieden. Uiteindelijk is de
zelfbindingsregeling op 1 januari 2008 in werking getreden.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is verzocht te rapporteren
over de toepassing van het instrument van de zelfbindingsverklaring.
De IGZ heeft de situatie vanaf januari 2008 tot eind 2008 gemonitord
en vervolgens de gegevens geanalyseerd. Op basis van haar onderzoek
concludeert de IGZ dat de zelfbindingsregeling in het eerste jaar van
haar inwerkingtreding spaarzaam is toegepast en dat de regeling
complex is en relatief onbekend. Desalniettemin lijkt de zelfbinding
een welkome aanvulling te zijn op het bestaande instrumentarium van de
Wet bopz.
Kortheidshalve verwijs ik u naar bijgaand verslag van bevindingen met
het instrument zelfbinding.
Ik vertrouw erop met deze brief aan de toezegging te hebben voldaan.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport