Beantwoording vragen van het lid Boekestijn over het rapport "Rwanda Today:
When Foreign Aid Hurts More Than It Helps" van de Hotel Rwanda Rusesabagina
Foundation.
12-05-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Boekestijn over het rapport "Rwanda Today: When
Foreign Aid Hurts More Than It Helps" van de Hotel Rwanda Rusesabagina
Foundation. Deze vragen werden ingezonden op 23 april 2009 met kenmerk
2009Z07883.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over
het rapport "Rwanda Today: When Foreign Aid Hurts More Than It Helps"
van de Hotel Rwanda Rusesabagina Foundation.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport "Rwanda Today: When Foreign Aid
Hurts More Than It Helps" van de Hotel Rwanda Rusesabagina Foundation?
1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Deelt u de analyse op pagina 1 van dit rapport dat "The government in
Rwanda rules by and for the elite Tutsis who came out of Uganda in
1994 and their small group of allies. However, aid that flows to that
government has the perverse effect of enabling this group to keep
control - even when that control actually stems from purposefully
limiting the development of the vast majority of the people in the
country''? Welke implicaties heeft deze analyse voor uw beleid ten
aanzien van Rwanda?
Antwoord
Nee, ik deel die analyse niet. Het rapport benoemt terecht een aantal
algemeen gedeelde zorgen, waaronder de grote achterstand in welvaart
op het platteland, de beperkte politieke ruimte en de initiële
problemen rondom de recente officiële taalkeuze. Maar de toonzetting
van het rapport over de huidige economische situatie in Rwanda is zeer
suggestief en geeft een onvolledig of zelfs een onjuist beeld van het
Rwandese beleid. Het rapport heeft dan ook geen implicaties voor mijn
beleid voor Rwanda.
De Rwandese regering heeft de afgelopen jaren wel degelijk een
commitment laten zien met betrekking tot economische wederopbouw en
armoedebestrijding. En dat blijkt uit de resultaten van de
beleidsevaluatie over 2008. In de sociale sectoren, is toegang tot
veilig drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg toegenomen. In de
productieve sectoren is het ondernemingsklimaat verbeterd (Rwanda is
een van de snelste stijgers op de Doing Business Index) en is een
groei van 16% in de landbouwsector, waarvan de grote meerderheid van
Rwandezen afhankelijk is gerealiseerd. De evaluatie is ook positief
over transparant en effectiever begrotingbeleid.
Dergelijke resultaten betekenen een concrete verbetering voor de
realiteit van alledag voor de grote meerderheid van de Rwandese
bevolking.
Vraag 3
Kunt u uitleggen hoe uw sectorale begrotingssteun de regering van
Rwanda dwingt haar politiek van uitsluiting te beëindigen? 2)
Antwoord
Ik betwist dat er sprake is van een politiek van uitsluiting in
Rwanda. Het is wel zo dat de bevolking op het platteland over het
algemeen armer is dan de (elite-) bevolking in de steden. Dit is
echter een probleem in vrijwel alle ontwikkelingslanden, en ook in
meer ontwikkelde landen. De resultaten over 2008 laten echter zien dat
in Rwanda de vooruitgang zich niet beperkt tot de steden.
Nederland is onlangs met de Rwandese regering overeengekomen om
behalve aan de onderwijssector ook aan de justitiesector sectorale
begrotingssteun te verlenen. Voor de justitiesector is recentelijk een
sectorbreed beleidsplan opgesteld waarin alle instituties en spelers
gezamenlijk zullen bijdragen aan universele toegang tot kwalitatief
goede rechtspraak, uitbanning van de genocide-ideologie en versterking
van verzoeningsmechanismen en bevordering van de rechtsstaat,
accountability en mensenrechten. Dat biedt mij de mogelijkheid om de
politieke dialoog te focussen op de onderwerpen die voor Nederland het
belangrijkst zijn, zoals de bescherming van mensenrechten en politieke
vrijheden.
Ik acht het verlenen van sectorale begrotingssteun opportuun omdat
door samenwerking met alle spelers binnen die sector meer samenhang en
betere resultaten behaald kunnen worden. Sectorale begrotingssteun
draagt bij aan verbeterde planning, prioriteitstelling, uitvoering en
monitoring van resultaten binnen de sector. Sectorale begrotingssteun
ondersteunt specifieke hervormingen binnen de sector, leidt tot een
betere samenwerking en dialoog tussen partners en maakt een krachtiger
politieke dialoog mogelijk juist op de onderwerpen die voor Nederland
prioritair zijn.
Vraag 4
Is het waar dat u in het algemeen overleg Grote Merengebied (1 april
2009) stelde dat u de begrotingssteun aan Rwanda niet hebt uitgekeerd
om geopolitieke redenen namelijk de schending van het wapenembargo?
Bent u op grond van de analyse in het rapport tot het inzicht gekomen
dat begrotingssteun aan de Rwandese regering ook niet dient plaats te
vinden omdat de Tutsi elite in Kigali stelselmatig de Hutu's en de
rurale Tutsi's uitsluit?
Antwoord
Zoals gezegd in mijn antwoord op vraag 2, deel ik deze analyse niet en
heeft die dus ook geen invloed gehad op mijn beslissing inzake
algemene begrotingssteun aan Rwanda. Tijdens mijn bezoek aan Rwanda op
11 april heb ik mijn gesprekspartners meegedeeld voorlopig te zullen
afzien van het geven van algemene begrotingssteun. Deze beslissing is
gebaseerd op mijn eigen waarnemingen en gesprekken. Rwanda speelt nu
weliswaar de gevraagde positieve rol in de regio, maar er is meer tijd
nodig om vertrouwen te herstellen en bovendien zijn er zaken in de
binnenlandse politieke agenda van Rwanda die aandacht vragen, zoals
eerlijke verkiezingen, een grotere vrijheid van meningsuiting en een
meer inclusief beleid.
Vraag 5
Vreest u niet dat sectorale begrotingssteun uiteindelijk ook de
regering in Rwanda versterkt met alle nefaste gevolgen voor de
uitsluiting van Hutu's en rurale Tutsi's die dat met zich meebrengt?
Antwoord
Ik deel uw mening niet over de stelselmatige uitsluiting van Hutu's en
rurale Tutsi's, want het beleid van de Rwandese regering is nu, meer
dan in het verleden, juist gericht op het verminderen van de armoede
met name op het platteland. De uitgaven van Rwanda aan landbouw
groeien niet alleen hard in absolute getallen, maar ook als percentage
van de begroting. Voor het komende financiële jaar 2009/2010 staat dit
percentage op 6,6%, beduidend hoger dan van enig ander land in de
regio. Groei in de landbouw heeft een relatief sterk verband met
vermindering van armoede. Gezien de hoge groei in die sector valt dus
afname in de armoede te verwachten, juist in de rurale gebieden. Ook
de verbreding van dienstverlening, bijvoorbeeld in de sectoren water,
gezondheidszorg en onderwijs, zal een positief effect hebben op de
vermindering van armoede. Het eerstvolgende grootschalige onderzoek
naar armoede in Rwanda staat gepland voor 2010/2011. Tot dan zal het
moeilijk blijven de bovengenoemde tendenzen met harde
armoedestatistieken te onderbouwen.
Sectorale begrotingssteun betreft een financieringsmodaliteit die
inderdaad bijdraagt aan versterking van de zeggenschap en de eigen
capaciteit van het partnerland, met een specifieke focus op sectoren.
Dat is ook belangrijk vind ik, want `ownership' is een belangrijk
uitgangspunt in mijn ontwikkelingsbeleid. Het uiteindelijke streven
van ontwikkelingssamenwerking moet zijn om hulp overbodig te maken.
Zonder `ownership' en capaciteit gaat dat niet lukken.
Vraag 6
Bent u bereid zo spoedig mogelijk uw verslag van uw meest recente reis
naar het Grote Merengebied naar de Kamer te sturen zodat wij daar zo
snel mogelijk over kunnen debatteren?
Antwoord
Ja.
Vraag 7
Heeft u kennisgenomen van het verslag van uw reis in de New Times van
15 april 2009 3) waarin u wordt aangehaald met de woorden: "It is
important to note that budgetsupport takes a small proportion of the
bilateral relation between the two countries but I must also tell you
that we are also discussing the issue of budget support" Betekent dit
dat u werkelijk erover nadenkt om in de toekomst toch algemene
begrotingssteun te geven?
Antwoord
Ja, ik heb kennisgenomen van het artikel. Het slot van de door u
aangehaalde zin sloeg op de discussie die in Nederland gevoerd wordt
over de functie en het nut van begrotingssteun in het algemeen.
Voorlopig wil ik zoals ik al eerder aangaf geen algemene
begrotingssteun verlenen aan Rwanda.
Vraag 8
Welke stappen gaat u nemen om uw collega's in de EU ervan te
overtuigen dat algemene begrotingssteun aan Rwanda geen goed idee is?
Kunt u de Kamer binnenkort een brief zenden hoe u denkt de EU op
andere gedachten te brengen?
Antwoord
Zoals gesteld in mijn brief aan de Kamer van 31 maart jl. naar
aanleiding van uw vragen over EU begrotingssteun aan Rwanda
(2009Z04667), ligt het niet voor de hand te pleiten voor intrekking
van de voorgenomen algemene begrotingssteun van de EU. Ik vind het van
groot belang dat EU-lidstaten en Commissie goed de mogelijkheden
benutten om een intensieve politieke beleidsdialoog met ontvangende
landen zoals Rwanda te voeren en daar zo nodig ook consequenties aan
verbinden. Daarom heb ik (met steun overigens van slechts één andere
lidstaat) in december jl. vanwege de situatie in Oost-Congo de
besluitvorming in Brussel over toekenning van het MDG-contract aan
Rwanda vertraagd en hierover uitgebreid met commissaris Michel
gesproken. Ook heb ik het initiatief genomen om de koppeling tussen
EU-begrotingssteun en de politieke dialoog te versterken. Tijdens de
RAZEB op 18 -19 mei a.s. zal dit op mijn verzoek uitgebreider worden
geagendeerd. De kamer zal daarover na afloop schriftelijk verslag
ontvangen.
1) Rwanda Today: When Foreign Aid hurts more than it helps van de
Hotel Rwanda Rusesabagina Foundation in samenwerking met Dr. E.
Hakizimana van de Université Québec en Dr. Brian van Loyola
Universitity
(http://nl.sitestat.com/minbuza/minbuza/s?www.hrrfoundation.org.files.
file.rwandatodayforeignaid.pdf&ns_type=clickout&ns_url=http://
www.hrrfoundation.org/files/file/RwandaTodayForeignAid.pdf)
2) Het rapport stelt op pagina 13: `'In the present case, Rwandan
president considers his power threatened by Hutu's, and reacting just
like president Mobutu, he maintains them in a state of poverty''
3) New Times van 15 april 2009: `Rwanda, Holland discuss bilateral
relations"
(http://nl.sitestat.com/minbuza/minbuza/s?www.newtimes.co.rw.index.php
&ns_type=clickout&ns_url=http://www.newtimes.co.rw/index.php?i
ssue=13864&article=14880)
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken