UMC Utrecht


Nieuw gen voor spierziekte gevonden

ALS-patiënten met een verandering in het KIFAP3-gen leven gemiddeld veertien maanden langer dan patiënten zonder de verandering. Onderzoekers van het UMC Utrecht beschrijven dit samen met Amerikaanse en Europese collega's in het tijdschrift PNAS van deze week. Patiënten die lijden aan amyotrofische laterale sclerose (ALS) overlijden meestal zo'n 3 tot 5 jaar na het stellen van de diagnose.

De onderzoekers kwamen het gen op het spoor door grootschalige genetische analyses (genoomwijde associatiestudies). Ze vergeleken het genoom van bijna 2000 ALS-patiënten met ruim 2000 gezonde controles. Patiënten die homozygoot zijn voor een verandering in het KIFAP3-gen blijken gemiddeld 14 maanden langer te leven. Neuroloog prof. dr. Leonard van den Berg leidde het onderzoek namens het UMC Utrecht.

KIFAP3 staat voor Kinesin-Associated Protein 3. Het is een motoreiwit dat betrokken is bij intracellulair transport. Lagere expressie van het eiwit draagt bij aan de overleving van ALS-patiënten. Waarom is nog niet bekend.

Amyotrofische laterale sclerose (ALS) is één van de meest ernstige en invaliderende aandoeningen van het zenuwstelsel. ALS leidt tot progressieve zwakte van spieren in armen, benen, gelaat en romp doordat de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, de hersenstam en de hersenen langzaam afsterven. ALS kan bij iedereen op volwassen leeftijd ontstaan. Patiënten overlijden door zwakte van de ademhalingsspieren gemiddeld drie jaar na de eerste verschijnselen.

Elk jaar wordt bij ongeveer vijfhonderd mensen in Nederland de diagnose ALS gesteld. Een goede behandeling ontbreekt, het enige beschikbare middel biedt patiënten een levensverlenging van ongeveer drie maanden. Er is weinig tot niets bekend over het ontstaan van de ziekte, al is het wel duidelijk dat zowel genetische als omgevingsfactoren hierbij een rol spelen.

dinsdag 12 mei 2009