CBS

Industriemonitor, dinsdag 12 mei 2009 15:00

Industriebeeld: omzet en productie nog steeds laag

De ondernemers in de industrie behaalden in maart 20 procent minder omzet dan een jaar eerder. In het buitenland werd 23 procent minder omgezet, op de binnenlandse markt 15 procent. Eerder dit jaar, in januari en februari, was de omzet respectievelijk 25 en 27 procent lager. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in maart bijna 12 procent lager dan een jaar eerder. De afname van de productie bedraagt nu al vier maanden op rij zo'n 12 à 13 procent. Deze afname gaat hand in hand met een sterke teruggang van de bezettingsgraad en van de export.

De ondernemers in de industrie waren in april iets minder pessimistisch dan een maand eerder. Het producentenvertrouwen steeg met 3,4 punten tot -17,4. Dit is de tweede achtereenvolgende maand waarin het vertrouwen van producenten iets opkrabbelde. In februari stond de vertrouwensindicator met -22,9 nog op het laagste niveau sinds 1985.

In het vierde kwartaal van 2008 is het volume van de bruto toegevoegde waarde van de industrie ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder gekrompen met 5,9 procent.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Flinke omzet afname

De afname van de omzet in maart is voor ruim de helft toe te schrijven aan lagere afzetprijzen. Daarnaast telde maart in 2009 twee werkdagen meer dan in 2008. Het positieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ruim 4 procent.

Alle branches behaalden minder omzet dan in maart 2008. De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie kende met 34 procent de grootste teruggang van de omzet. Deze afname is voor het grootste deel toe te schrijven aan lagere afzetprijzen. In de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de transportmiddelenindustrie was de omzetdaling ook groter dan gemiddeld. De voedings- en genotmiddelenindustrie deed het met 5 procent minder omzet relatief het beste.

Lagere productie breed gedragen

In maart werd in alle branches minder geproduceerd dan een jaar eerder. De voedings- en genotmiddelenindustrie deed het relatief het beste met 4 procent minder productie. De transportmiddelenindustrie kende de grootste afname met een 31 procent lagere productie.

Ondernemers minder somber over toekomstige productie

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.

De ondernemers waren in april een stuk minder somber over de verwachte productie dan een maand eerder. Toch was het aantal ondernemers dat een toename van de productie verwachtte nog steeds kleiner dan het aantal dat een afname voorzag. Over de voorraden gereed product bleven de ondernemers even somber. Ook het oordeel over de orderpositie bleef onveranderd slecht.

De bezettingsgraad daalde tot het laagste niveau ooit waargenomen. Deze was in april 74,3 procent, tegen 76,7 procent in januari. Ruim 40 procent van de ondernemers beschouwde onvoldoende vraag als een belangrijke productiebelemmering.

Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers pessimistischer dan in maart. Niet eerder waren ondernemers zo somber over de werkgelegenheid. Daarentegen nam de waarde van de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden iets toe. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) steeg van 101,4 in maart tot 102,0 in april.

Bruto toegevoegde waarde industrie krimpt sterk

In het vierde kwartaal van 2008 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de Nederlandse industrie 5,9 procent kleiner dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2007.

Over heel 2008 kromp het volume van de bruto toegevoegde waarde met 0,1 procent. In 2007 groeide het volume van de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse industrie nog met 3,2 procent.

De Nederlandse economie is in het vierde kwartaal van 2008 gekrompen met 0,6 procent. Voor het eerst in vijf jaar was het volume van het bruto binnenlands product (bbp) kleiner dan een jaar eerder. De teruggang van de Nederlandse economie komt vooral door het inzakken van de export. Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was 3,3 procent kleiner dan een jaar eerder. De uitvoer van in Nederland geproduceerde goederen is sterk teruggelopen. Het niveau van de wederuitvoer veranderde nauwelijks. Alleen de export van diensten was hoger dan in het vierde kwartaal van 2007. De invoer van goederen en diensten nam met 0,3 procent af. In het hele jaar 2008 groeide de Nederlandse economie met 2,1 procent. Deze groei ligt in de buurt van de groeicijfers van 2001, 2004 en 2005, maar is duidelijk minder dan de voorspoedige jaren 2006 en 2007. In 2007 groeide de Nederlandse economie met 3,5 procent.