Gemeente Utrecht

2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
47 Vragen van mevrouw G.A. Oskam en de heer mr. E. van der Marel (ingekomen 8 april 2009
en antwoorden door het college verzonden op 12 mei 2009)

Het Concept Stedenbouwkundig Plan Parkwijk is onlangs vrij gegeven voor inspraak. Uit de eerste reacties van omwonenden van het winkelcentrum Parkwijk komen een aantal vragen naar voren, waarvan het D66 en VVD goed lijkt dat die beantwoord of onderzocht zijn vóór bespreking in de raadscommissie Stad en Ruimte van het Stedenbouwkundig Plan, inclusief het vaststellingsrapport.

Die vragen zijn:

1. Volgens het Stedenbouwkundig Plan is er een verkeer- en parkeeronderzoek uitgevoerd in juli 2008. Dit lijkt een scheef beeld op te leveren, omdat in die periode veel mensen met vakantie zijn. Daarnaast is na de zomer van 2008 de inrichting van de wegen enigszins gewijzigd en zijn er parkeervakken opgeheven t.b.v. de parkeerlus voor bevoorradingsverkeer. Overigens waren dit maatregelen waarvan D66 en VVD geen voorstander waren. Is het mogelijk om een nieuw verkeer- en parkeeronderzoek te doen op een representatieve dag?

De telling (van 10-16 juli 2008) was vóór de schoolvakanties van de basisscholen, deze kregen nà 19 juli vakantie. Het voortgezet onderwijs had al wel aan het eind van de tellingen vakantie, nl. vanaf 12 juli. Het is inderdaad zo dat juli en augustus vakantiemaanden zijn. Om de resultaten van juli 2008 te checken is in januari en februari 2009 op de maatgevende vrijdagmiddag aanvullend een parkeeronderzoek uitgevoerd. De resulaten komen overeen. Dit representatieve onderzoek is reeds opgenomen in het SP.

De tellingen zijn uitgevoerd na de uitvoering van de werkzaamheden om de bevoorradingsroute veiliger te maken. Deze werkzaamheden zijn in juni 2008 uitgevoerd. Voor alle duidelijkheid: aan de Houtrakgracht zijn in juni 2008 parkeerplaatsen weggehaald, de keerlus aan de Scharleistraat is (nog) niet aangepast, de artikel 19 procedure loopt hier nog.


2. De eerste plannen voor het Islamitisch Centrum gingen uit van een totale parkeerbehoefte van - in ieder geval op vrijdag - 108 parkeerplaatsen, waarvan 53 in een halfondergrondse parkeergarage en 25 op het eigen terrein. De overige 30 parkeerplaatsen, voor bezoekers, moesten in de openbare ruimte worden opgelost. Het voorliggende Stedenbouwkundig Plan voorziet in een kleinere parkeergarage en bovendien gaat het uit van 40 mannelijke bezoekers die per auto komen. Kunt u deze verschillen verklaren? Op basis van welk onderzoek schat u het aantal bezoekers per auto? Waarom wordt er slechts gesproken over mannelijke bezoekers die per auto komen?

Het huidige SP gaat uit van 200 bezoekers (op de vrijdagmiddag). In het SP is opgenomen dat uitgaande van een (vastgestelde) parkeernorm van 0,1 - 0,2 pp/zitplaats er dan 40 pp nodig zijn. In de parkeerbalans voor het islamitisch centrum is per onderdeel van het islamtische centrum de parkeernorm gegeven en berekend, om een totaal beeld te geven. De huidige maatgevende parkeerdruk (de totale parkeerbehoefte tijdens het vrijdagmiddaggebed), is in het SP berekend op 101. Dit is dus van dezelfde orde van grootte als de genoemde 108. Die 200 bezoekers zullen met name mannen zijn, een klein deel daarvan is vrouwen. In de tabel is dit onderscheid niet meegenomen.


3. In het Stedenbouwkundig Plan is er sprake van de realisatie van 16 woningen, waarvan er 3 in de parkeerbalans zijn opgenomen. Voor zover wij weten geldt in dit deel van Parkwijk een parkeerbalans van 1,7 per woning. Kunt u het verschil tussen hetgeen vermeld staat in het Stedenbouwkundig Plan en de parkeerbalans uit de vastgestelde Parkeernota voor Leidsche Rijn, verklaren?

Het bestemmingsplan wordt gemaakt aan de hand van het SP, toegespitst op het bouwplan van het islamitisch centrum. In de voorbeelduitwerking, het islamitisch centrum, is 3640 m2 opgenomen aan maatschappelijke voorzieningen, inclusief 3 - 6 appartementen. Dit is opgenomen in de parkeerbalans. De norm waar het SP van uitgaat voor woningen is 1,2 - 1,4 pp per woning; dit is conform de Nota herijking Parkeernormen gemeente Utrecht 2008. Deze parkeernorm valt tevens in de bandbreedte van 1,25 tot 1,55 parkeerplaats, voor dure huur/goedkope koop zoals opgenomen in de Actualisatie Ontwikkelingsvisie 2003.


4. Bij de realisatie van de woontoren aan de kop van het Prinses Amaliapark, is er door verschillende partijen, waaronder D66 en VVD, gesteld dat de toegenomen parkeerbehoefte niet ten koste zou mogen gaan van de totale parkeerbalans in het gebied - inclusief de Kersentuin. Er is destijds gevraagd om een integraal verkeers- en parkeeronderzoek van het gebied tussen het oostelijke deel van het Prinses Amaliapark en de Langerakbaan. De parkeerdruk in dit gebied is nog altijd hoog. Met de realisatie van de geplande bebouwing rondom het winkelcentrum Parkwijk lijkt dit alleen maar nog toe nemen. Is het mogelijk om een integraal verkeerscirculatieplan, inclusief totale parkeerbalans te maken voor dit gebied op te stellen?

In het SP is een parkeerbalans opgenomen voor de voorbeeldinvullingen, islamitisch centrum, bedrijfsverzamelgebouw, kinderdagverblijf en woningen. Hierbij is rekening gehouden met de huidige parkeersituatie en met mogelijkheden van dubbelgebruik. Het maatgevende moment in de week is de vrijdagmiddag. In deze voorbeeldinvulling is er dan sprake van de hoogste parkeerdruk. Er zijn dan minimaal 55 parkeerplaatsen extra nodig volgens de geldende parkeernormen, ten opzichte van de huidige situatie. Er worden 79 parkeerplaatsen gerealiseerd. Uitgaande van de minimale parkeernormen worden er in de ontwikkeling voldoende parkeerplaatsen aangelegd. Het kinderdagverblijf zal tot gevolg hebben dat er op een piekmoment 9 tot 15 auto's geparkeerd zullen worden door halend en brengend autoverkeer. Hiervoor kunnen parkeerplaatsen aan de Tweede Westerparklaan en de Tijgerpagelaan worden gebruikt. Een deel van de bewoners heeft de parkeerplaatsen aan deze straten op die momenten al verlaten. Daarnaast blijkt uit een telling uit 2007 dat hier nog restcapaciteit aanwezig is. Een circulatieplan is ons inziens niet nodig omdat er geen aanleiding is, rekening houdend met de nieuwe ontwikkelingen, om een wijziging op de verkeerscirculatie door te voeren.

---- --