Beantwoording vragen van de leden Van Bommel en Irrgang over het
associatieakkoord van de EU met Midden-Amerika
12-05-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door de leden Van Bommel en Irrgang over het
associatieakkoord van de EU met Midden-Amerika. Deze vragen werden
ingezonden op 29 april 2009 met kenmerk 2009Z08264.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Drs. F. Heemskerk
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, de
heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de heer
Heemskerk, Staatssecretaris van Economische Zaken op vragen van de
leden Van Bommel en Irrgang (SP) over het associatieakkoord van de EU
met Midden-Amerika.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht "Costa Rica denies blocking
negotiation with EU"? 1)
Vraag 2
Is het waar dat Nicaragua zich (tijdelijk) uit de onderhandelingen
tussen de EU en Midden-Amerika heeft teruggetrokken? Zo nee, wat is
dan de laatste stand van zaken omtrent het associatieakkoord van de EU
met Midden-Amerika? Zo ja, bent u van mening dat de onderhandelingen
van de EU met slechts een deel van de landen de regionale integratie
van Midden-Amerika bevordert?
Antwoord
Op 1 april 2009 had Nicaragua zich (tijdelijk) teruggetrokken uit de
onderhandelingen over een associatieakkoord tussen enerzijds de landen
uit Centraal-Amerika (te weten: Costa Rica, El Salvador, Guatamala,
Honduras, Nicaragua), en anderzijds de Europese Unie, nadat een
voorstel van Nicaragua over de instelling van een gezamenlijk
kredietfonds op onvoldoende steun kon rekenen (zowel van EU-zijde, als
van de zijde van de overige Centraal-Amerikaanse landen). President
Ortega stelde dat er onvoldoende rekening was gehouden met specifieke
wensen en gevoeligheden van Nicaragua.
Inmiddels neemt Nicaragua weer deel aan de onderhandelingen.
Het bevorderen van de regionale integratie is een belangrijke
doelstelling van de onderhandelingen. De regering is van mening dat
alle landen in Centraal-Amerika die aan de onderhandelingen deelnemen
baat zullen hebben van de voorziene regionale integratie.
Vraag 3
Is het waar dat de inzet erop gericht is om de onderhandelingen in
juli af te zullen ronden? Zo nee, wanneer dan wel en wat is uw inzet
hierbij? Zo ja, op welke wijze zullen de impactramingen dan worden
meegenomen, aangezien deze pas in augustus worden verwacht?
Antwoord
De inzet van zowel de EU als Centraal-Amerika is om in de loop van
2009 de onderhandelingen af te ronden. De kwaliteit van het
onderhandelingsproces is belangrijker dan de snelheid.
Vast onderdeel van de onderhandelingen is de sustainable impact
assessment (SIA), die voor het eind van het onderhandelingstraject
wordt uitgevoerd. De Commissie heeft op 8 april 2009 een draft interim
rapport van het SIA voor het handelsdeel uit het associatieakkoord
gepubliceerd op
http://ec.europa.eu/trade/issues/global/sia/studies_geo.htm#can. Het
definitieve rapport zal naar verwachting binnen afzienbare termijn
gereed zijn, waarna zal worden bekeken op welke wijze de resultaten
van de studie in het onderhandelingsproces kunnen worden betrokken.
Vraag 4
Is het waar dat de Europese Commissie heeft besloten om het
ratificeren en implementeren van de conventies van het algemeen
preferentieel stelsel plus (APS+) niet langer als uitgangspunt te
nemen in haar onderhandelingen met Midden-Amerika?
Antwoord
Om in aanmerking te komen voor het APS+ stelsel, hebben de begunstigde
landen (waaronder de vijf landen uit Centraal-Amerika) 27 conventies
aangaande mensenrechten en arbeidsrechten geratificeerd en
geïmplementeerd. Deze 27 conventies zijn in de nationale wetgeving van
alle landen uit Centraal-Amerika vastgelegd. Er is derhalve geen reden
om aan te nemen dat landen zullen terugkomen op de onder het APS+
stelsel aangegane verplichtingen.
Vraag 5
Is het tevens waar dat in het huidige voorstel de bepalingen en
clausules over mensenrechten zijn ondergebracht in de vorm van een
niet bindend hoofdstuk in het vrijhandelsverdrag?
Zo ja, hoe rijmt u bovenstaande met het kabinetsstandpunt zoals
verwoord in de mensenrechtenrapportage 2008 (p.29) dat bij toekomstige
vrijhandelsakkoorden preferentiële handelsafspraken zullen worden
ingezet om mensenrechten te stimuleren?
Antwoord
Inzet van beide partijen in de onderhandelingen is om in het
associatieakkoord een mensenrechtenclausule op te nemen. Deze clausule
zal als `essentieel' moeten worden aangemerkt, waardoor de EU passende
maatregelen kan nemen (en in ultimo het associatieakkoord eenzijdig
kan opschorten) indien de mensenrechten in een van de partnerlanden
worden geschonden.
Deze clausule biedt de mogelijkheid de partnerlanden aan te spreken op
alle mensenrechtenvraagstukken, inclusief de 27 conventies die staan
genoemd in de APS+ verordening.
Naast de mensenrechtenclausule, voorziet het associatieakkoord tevens
in een politieke dialoog in het kader waarvan de mensenrechten aan de
orde zullen worden gesteld. De politieke dialoog zal een integraal
onderdeel vormen van de verdragsrelatie tussen de EU en
Centraal-Amerikaanse landen, conform het gestelde in de
mensenrechtenrapportage 2008.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoeveel groter de markttoegang voor Midden-Amerika tot
Europa zal worden als gevolg van het associatieakkoord ten opzichte
van het huidige APS+?
Antwoord
De onderhandelingen die twee jaar geleden tussen de EU en
Centraal-Amerika zijn gestart zijn nog steeds in volle gang. Het is
niet mogelijk op de uiteindelijke afspraken inzake markttoegang
vooruit te lopen. Wel kunnen wij u mededelen dat een eerste
tussenresultaat vorig jaar werd bereikt in de onderhandelingen met de
volledige opname van de markttoegang van Midden-Amerika onder APS+.
Op basis van wederzijdse aanbiedingen wordt nog onderhandeld over
verdergaande liberalisatie voor goederen en diensten. Ook de diverse
landbouwproducten die niet onder APS+ vallen (zoals bananen, suiker,
rum en rijst) zullen onderwerp van de onderhandelingen zijn.
Vraag 7
Kunt u aangeven welk percentage van de bevolking in Midden-Amerika
onder de armoedegrens leeft?
Antwoord
Uit de gegevens van de Human Poverty Index 2008, die wordt gehanteerd
door de VN, blijkt dat het percentage van de bevolking in
Midden-Amerika dat leeft onder de armoedegrens van minder dan één US
dollar per dag, varieert. Per land luiden de cijfers als volgt:
Guatemala: 22,5%; El Salvador: 15,1%; Honduras: 16,5%; Nicaragua:
17,9% en Costa Rica 4,4%.
Vraag 8
Is het waar dat de Europese Commissie in de onderhandelingen over het
associatieakkoord met Midden-Amerika clausules wil opnemen die verder
gaan dan wat binnen WTO-verband aan deze landen wordt gevraagd, zoals
bijvoorbeeld op het gebied van Most Favored Nation, vrijwaringen,
tariefflexibiliteit en exportbelastingen? Zo nee, welke clausules
worden er dan opgenomen? Zo ja, vindt u dit wenselijk? Kunt u aangeven
op welke wijze de ontwikkeling van Midden-Amerika hierdoor bevorderd
wordt?
Antwoord
Uitgangspunt voor onderhandelingen over handelsakkoorden met
ontwikkelingslanden is steeds het wederzijds (economisch) belang,
waarbij de EU rekening houdt met (verschil in) ontwikkelingsniveau van
de betreffende landen.
Met de Centraal-Amerikaanse landen voert de Europese Commissie
onderhandelingen over een associatieovereenkomst, inclusief een
handelsvolet. De onderhandelingen zijn mede op verzoek van de
Centraal-Amerikaanse landen gestart, waarbij de landen van
Centraal-Amerika ook hebben verzocht om opname van een handelsvolet.
De onderhandelingen over het vrijhandelsdeel in het associatieakkoord
dienen veelomvattend te zijn (conform art XXIV Gatt) en kunnen daarbij
verder gaan dan bestaande WTO-afspraken, waarbij in de EU inzet al
rekening wordt gehouden met de wensen van de partnerlanden in
Centraal-Amerika (ondermeer op het gebied van intellectueel eigendom,
mededinging en overheidsaanbestedingen).
Aangezien de onderhandelingen nog lopen kan niet worden aangegeven hoe
het eindresultaat er gaat uitzien en op welke manier de door u
aangehaalde clausules zullen worden opgenomen.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het Algemeen Overleg van 13 mei
a.s. over de EU-Ministerraad van Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen (RAZEB)?
Antwoord
Ja.
1) http://www.bilaterals.org/article.php3?id_article=14854
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken