Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal 2500 BJ Den Haag
Postbus 20018 www.minocw.nl
2500 EA DEN HAAG
Onze referentie
PO/KU/2009/116770
Bijlagen
---
Datum 12 mei 2009
Betreft beleidsreactie opbrengstgericht werken in het primair, speciaal en
voortgezet onderwijs.
Het ministerie van OCW heeft de Onderwijsraad gevraagd om advies uit te
brengen over `opbrengstgericht' werken in het primair en voortgezet onderwijs.
Dit advies van de Onderwijsraad met de titel `Partners in onderwijsopbrengst'
vindt u als bijlage. In deze brief geven wij onze beleidsreactie en dat combineren
we met het rapport van de Inspectie van het Onderwijs over `sterke scholen' in
het basisonderwijs. Ook dit rapport vindt u als bijlage.
In het advies geeft de Onderwijsraad concrete aanbevelingen. De belangrijkste
daarvan bestaat uit het beeld van de "stimuleringsladder", waarbij partners in de
school met elkaar doelen vaststellen en bekijken of en hoe het onderwijs beter
kan. Omdat "opbrengstgericht werken" dus een kwestie is van samenwerking
tussen partners, hebben we over onze beleidsreactie overleg gevoerd met de PO-
raad, de VO-raad, de WEC-raad, de ouderorganisaties (het LOBO, VOO,
Ouders&COO en de NKO), de vakbonden (CNV onderwijsbond, CHMF, Aob), de
vertegenwoordigers van de leerlingen in het VO (het LAKS) en de
vertegenwoordigers van de schoolleiders in het PO (AVS, CNVS). Zij willen samen
met ons een bijdrage leveren aan het stimuleren van `opbrengstgericht' werken.
Leeswijzer
In paragraaf 1 bespreken we onze adviesaanvraag in het kader de
kwaliteitsagenda's voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. In
paragraaf 2 bespreken we het begrip `opbrengstgericht werken'. In paragraaf 3
bespreken we de uitkomsten van een recente rapport over `sterke basisscholen'
van de Inspectie van het Onderwijs. In paragraaf 4 gaan we inhoudelijk in op de
aanbevelingen van de Onderwijsraad. Paragraaf 5 bevat een korte slotpassage.
a
na 1 van 7
Pagi
1. `Opbrengstgericht werken': rode draad in de kwaliteitsagenda's Onze referentie
PO/KU/2009/116770
Bij `opbrengstgericht werken' is er een sterke nadruk op het verbeteren van
basisvaardigheden, met name de taal- en rekenprestaties. Deze
basisvaardigheden zijn onmisbaar voor het succes van kinderen in andere vakken
op school, in hun verdere schoolloopbaan en in de maatschappij. Het stimuleren
van `opbrengstgericht werken' is daarom een rode draad in kwaliteitsagenda's
voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Voor het basisonderwijs
hebben we er ook een expliciete doelstelling aan verbonden: we streven naar een
verbetering in drie jaar tijd van het percentage scholen met voldoende
kwaliteitszorg van 40% in schooljaar 2006/07 tot 70% in schooljaar 2009/10.
Voor het voortgezet onderwijs wijzen we op beleidsprioriteit 6 van de
Kwaliteitsagenda VO: de verbetercultuur.
Omdat het stimuleren van `opbrengstgericht' werken de rode draad is in onze
kwaliteitsagenda's hebben we in december 2008 de Onderwijsraad de volgende
kernvraag gesteld: "Hoe kunnen scholen in het primair en voortgezet onderwijs
en de overheid ervoor zorgen dat onderwijs meer `opbrengstgericht' wordt?".
2. Wat is eigenlijk `opbrengstgericht werken'?
In deze beleidsreactie gaat het ons om de praktijk op ruim 7500 scholen voor
basisonderwijs, 320 scholen voor speciaal basisonderwijs, 323 scholen voor
(voortgezet) speciaal onderwijs en meer dan 650 scholen voor voortgezet
onderwijs en dus over in totaal 2,6 miljoen leerlingen met een zeer diverse
achtergrond en zeer uiteenlopende talenten. In deze onderwijssectoren werken
ruim 275.000 mensen met hart en ziel aan een betere `opbrengst' van onderwijs.
De Onderwijsraad definieert `opbrengsten' als: "realisering van datgene wat in
kerndoelen, standaarden en examenprogramma's is omschreven, zowel in
cognitieve zin als wat betreft de ontwikkeling van sociale vaardigheden." De
Onderwijsraad concentreert zich op de cognitieve vaardigheden en `opbrengsten'
in termen van taal en rekenen. Opbrengstgericht werken is: "een kenmerk van
een school waarin concrete doelstellingen voor leerlingen op basis van de
leerlingenpopulatie worden geformuleerd en waarin alle betrokken partijen er
gericht aan werken de gestelde doelen te bereiken."
We kunnen ons goed vinden in deze werkdefinities. Met hulp van twee
geanonimiseerde case-studies uit het advies van de Onderwijsraad illustreren we
wat dit in de schoolpraktijk betekent.
Pagina 2 van 7
Leerlingvolgsysteem op basisschool De Tulp Onze referentie
PO/KU/2009/116770
Basisschool De Tulp heeft bewust gekozen voor een leerlingvolgsysteem. Voor de cognitieve
prestaties wordt het leerlingvolgsysteem gebruikt in de groepen 3 t/m 8. Verder neemt de
school in groep 7 een entreetoets af en in groep 8 een eindtoets. De sociaal-emotionele
ontwikkeling wordt gevolgd met behulp van Viseon (groep 3 t/m 8) en het
ontwikkelingsvolgmodel van Memelink voor de kleutergroepen. Van elke leerling wordt een
dossier bijgehouden met onder meer de toetsresultaten. De individuele resultaten worden
vergeleken met eerdere scores en met landelijke referentiecijfers. Oorzaken van lage scores
worden meteen nagegaan.
Good practice uit: advies Onderwijsraad, bron: Oberon, 2008
Volgen van prestaties op VO-school De Kers
Om de prestaties en ontwikkelingen van leerlingen te volgen, werkt De Kers met toetsen uit
het volg- en adviessysteem. De mate waarin de toetsen op een vaststaand tijdstip worden
afgenomen, verschilt in de onderbouw per vak. In de bovenbouw liggen alle toetsen naar het
examen toe vast. Daarnaast werkt de school met een portfolio, waardoor docenten goed
zicht hebben op de ontwikkeling van individuele leerlingen. De beste en belangrijkste toets
van de huidige kennis en vaardigheden van leerlingen en de voortgang daarin is de
observatie door docenten, aldus de schoolleiding en docenten. een betekenisvolle aanvulling,
die concrete verbeterpunten zichtbaar kan maken.
Good practice uit: advies Onderwijsraad, bron: Oberon, 2008
3. `Opbrengstgericht werken' werkt!
De `opbrengstgerichtheid' in het funderend onderwijs is volgens de Onderwijsraad
zwak ontwikkeld. De raad adviseert een cultuuromslag binnen scholen te
stimuleren. De reden hiervoor is dat er in wetenschappelijke kringen consensus
bestaat over de positieve effecten die `opbrengstgericht werken' kan hebben op
het verbeteren van de basisvaardigheden. In de voortgangsrapportage
halverwege 2008 over de kwaliteitsagenda PO hebben we bijvoorbeeld al
genoemd dat deskundigen1 aangeven dat scholen die `opbrengstgericht' werken
succesvoller zijn dan scholen die gegevens over leerlingen alleen benutten voor
verticale en horizontale verantwoording.
Interessant is nu om kort stil te staan bij een nieuw rapport van de Inspectie van
het Onderwijs: "De sterke basisschool". Dit rapport vindt u als bijlage bij deze
1 Fullan, M. (2007), Leiderschap in een cultuur van verandering, E&S. Vernooy, K., De
schoolleiding en het verbeteren van het lesgeven en leren bij de basisvaardigheden. In:
Basisschool Management, 07/2008. Kooijman, H., Gelderblom, G. en Vernooy, K. (2007),
Onderwijskundig leiderschap in het primair onderwijs - Naar betere prestaties op de
basisvaardigheden., CPS. Marzano, R.J. (2007), Wat werkt op school - Research in actie,
Bazalt
Pagina 3 van 7
beleidsreactie en op de website van de inspectie, www.onderwijsinspectie.nl. De Onze referentie
PO/KU/2009/116770
inspectie stelt in dit rapport vast dat op 7% van de basisscholen de leerlingen in
groep 8 in drie opeenvolgende jaren bovengemiddelde scores hebben op de
eindtoets voor taal en rekenen. Daarbij wordt rekening gehouden met
achtergrondkenmerken van de leerlingenpopulatie. Er is hierdoor sprake van een
faire vergelijking tussen scholen.
Wat hebben deze 7% `sterke scholen' gemeen en waarin verschillen ze van de
andere basisscholen? Wat is kortom de sleutel tot succes? Deze scholen hebben
hun kwaliteitszorg beter op orde. Er is sprake van een betere signalering op basis
van gegevens over de ontwikkeling van leerlingen in combinatie met een heldere
analyse van de problemen en de benodigde zorg. Kort gezegd: sterke scholen
werken opbrengstgericht!
4. Hoe `opbrengstgericht werken' stimuleren?
4.1. Lerende netwerken
De Onderwijsraad adviseert de Minister om scholen te leren hoe ze vastgelegde
toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem kunnen gebruiken.
In de kwaliteitsagenda's voor het funderend onderwijs is "leren van elkaar" een
belangrijk thema. Samen met de PO-raad en de WEC-raad stimuleren we
bijvoorbeeld het ontstaan van `lerende netwerken' op bijna 2000 basisscholen,
waaronder ruim 150 scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs.
Deze netwerken bestaan vooral uit taal- en rekenverbeterprojecten. In deze
projecten worden scholen ondersteund door experts en bekijken ze samen aan de
hand van harde data over taal- en rekenprestaties de voortgang van leerlingen.
De Onderwijsraad komt in haar advies op deze taalpilots terug en noemt ze als
goed voorbeeld. Dat beschouwen we als een steun in de rug voor ons beleid.
Op verzoek van de PO-raad stimuleert OCW ook samenwerking van pabo's,
instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs en basisscholen. Het
`projectbureau kwaliteit' van de PO-raad nodigt de lerarenopleidingen uit en op dit
moment is er ruimte voor vijf pabo's. We zullen het ontstaan van `lerende
netwerken' verder stimuleren, ook gezien dit advies van de Onderwijsraad.
4.2. De stimuleringsladder: betrokkenheid van partners
De Onderwijsraad introduceert in haar advies een `stimuleringsladder', die
beschrijft hoe leerlingen, ouders, docenten, management en bestuur samen de
taal- en rekenvaardigheden van kinderen kunnen verbeteren. Volgens de
Onderwijsraad kan dit op de volgende manieren:
Pagina 4 van 7
- Leerlingen en ouders denken, ook buiten schooltijd, mee over Onze referentie
PO/KU/2009/116770
`opbrengstgericht' werken;
- Docenten werken actief aan collegiale intervisie en aan professionalisering;
- Het schoolbestuur en het management evalueren gegevens cyclisch en maken
de uitkomsten bespreekbaar. Met scholen die zorgen voor de `instroom' van
leerlingen bespreekt het schoolbestuur het `opbrengstgericht' werken. Op
deze manier wordt een `opbrengstgerichte' cultuurverandering ondersteund.
Het ministerie ondersteunt dit idee van de `stimuleringsladder'. Wij vinden het
belangrijk dat alle belanghebbenden de mogelijkheid krijgen om hun bijdrage te
leveren aan goed onderwijs.
Meer betrokkenheid van ouders staat al langere tijd op onze agenda. In 2005
hebben we daarom het Manifest ouderbetrokkenheid in het primair en voortgezet
onderwijs ondertekend. Nog deze maand ontvangt u van ons een separate en
uitvoerige brief over de stand van zaken rond het stimuleren van
ouderbetrokkenheid.
In het convenant LeerKracht van Nederland is afgesproken de professionele
ruimte van de leraar wettelijk vast te leggen. Op basis hiervan moeten binnen de
school concretere afspraken over `de ruimte' van de leraar worden gemaakt. Dit
vergroot de betrokkenheid en inbreng van leraren.
Voorts hebben wij in de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren de
opleidingen gevraagd de vereiste aandacht te geven aan `opbrengstgericht'
werken en de beheersing van de basisvaardigheden bij toekomstige leraren.
4.3. Stimuleren van opbrengstgericht leiderschap in PO
Voor het primair onderwijs is er de `Aanpak Opbrengstgericht leiderschap PO',
waarbij schoolleiders worden ondersteund en gestimuleerd bij het vormgeven van
`opbrengstgericht' werken. Zo start dit jaar de Regeling opbrengstgericht
leiderschap (360 basisscholen). Daarnaast richten we ons op het oplossen van het
tekort aan schoolleiders en de administratieve lasten, zodat schoolleiders meer
tijd kunnen vrijmaken voor onderwijskundig leiderschap.
4.4. Referentieniveaus en goede toetsen
De Onderwijsraad adviseert de Minister te zorgen voor goede toetsen die
aansluiten bij de nieuwe referentieniveaus voor taal en rekenen. Dit advies nemen
we graag over. Heldere tussen- en einddoelen bieden houvast aan leerkrachten
en zijn behulpzaam bij het voeren van bijvoorbeeld gesprekken met ouders,
Pagina 5 van 7
collega's en het management over de resultaten, conform het idee van de Onze referentie
PO/KU/2009/116770
stimuleringsladder van de Onderwijsraad.
De referentieniveaus voor taal en rekenen worden 1 augustus 2010 in de
regelgeving opgenomen. Scholen bereiden zich daar nu op voor. Het ministerie
van OCW inventariseert in hoeverre bestaande toetsen de inhoud van de
referentieniveaus meten en hoe deze toetsen geijkt kunnen worden op deze
niveaus. Zodat op het moment dat de referentieniveaus ingevoerd zijn, scholen
de beschikking hebben over adequate toetsen (zie onze recente brief van 20
februari 2009 DL/2009/102935).
De Onderwijsraad wijst overigens ook op het gevaar van een te eenzijdige nadruk
op toetsen en cijfers: het kind en de professional in de klas moeten centraal
blijven staan. Nu de trend ombuigt naar `opbrengstgerichtheid' in het onderwijs
beveelt ze de overheid aan erop toe te zien dat de balans niet doorslaat. Zo
waarschuwt de Onderwijsraad de overheid om scholen nu niet (financieel) te gaan
afrekenen op de `opbrengsten' maar vooral te zorgen dat de resultaten van
scholen transparant worden. Met deze waarschuwing zijn we het van harte eens
en dit is ook uitgangspunt bij onze invoeringsstrategie van de referentieniveaus in
goed overleg met de PO-raad, de VO-raad en de WEC-raad, zoals uitvoering
weergegeven in de eerder genoemde brief van 20 februari.
4.5. Goede informatieoverdracht PO-VO en benchmarks
De Onderwijsraad adviseert de Minister verder om te zorgen dat scholen in het
funderend onderwijs en het vervolgonderwijs de overdracht van leerlingen
verbeteren en dat schoolbesturen geanonimiseerde gegevens over taal- en
rekenprestaties van leerlingen onderling kunnen vergelijken (benchmarking).
We geven subsidie voor de invoering van het Elektronisch Leerdossier in het
primair en voortgezet onderwijs. Dit leerdossier is bedoeld voor het digitaal
overdragen van relevante informatie over leerlingen. De VO-raad is projectleider
van het Elektronisch Leerdossier.
En het ministerie van OCW ondersteunt benchmarking op bestuurs- en
schoolniveau. Voor het primair onderwijs doen we dit nu samen met de PO-raad
via de website `onderwijs in cijfers'(http://oic.cfi.nl) en in het voortgezet
onderwijs werkt de VO-raad met onze steun aan `vensters voor verantwoording'.
4.6. Informatie over "wat werkt"
De Onderwijsraad adviseert verder om te zorgen voor goede informatie over
welke activiteiten aantoonbaar bijdragen aan de verhoging van de taal- en
rekenprestaties (best practices). In dit licht wijzen we op het project
Pagina 6 van 7
OnderwijsBewijs: we geven extra geld aan wetenschappelijk onderzoek naar `wat Onze referentie
PO/KU/2009/116770
werkt' op het terrein van taal en rekenen. Met hulp van de landelijke
pedagogische centra werken we aan de verspreiding van `best practices'.
4.7. Aandacht voor toptalent
De Onderwijsraad dringt in het algemeen aan op meer ambitie in het onderwijs.
Op sommige scholen hebben leerlingen het gevoel dat cognitief uitblinken niet
belangrijk is, aldus de Onderwijsraad.
Het stimuleren van excellentie en `uitblinken' is een belangrijke prioriteit in onze
kwaliteitsagenda's. Alle leerlingen moeten uitgedaagd worden, ook de
toptalenten. Om die reden is er voor basisscholen een apart
excellentieprogramma. En in het voortgezet onderwijs ondersteunen we
bijvoorbeeld een landelijk netwerk van begaafdheidsprofielscholen.
5. Tot slot
We zien de recente rapporten van de Onderwijsraad `partners in
onderwijsopbrengst' en van de Inspectie van het Onderwijs `de sterke basisschool'
als steun in de rug voor staand beleid in het kader van onze kwaliteitsagenda's
voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs.
Op deze scholen werken ruim 275.000 mensen met hart en ziel aan een betere
`opbrengst' van onderwijs: aan betere basisvaardigheden van kinderen. Samen
stellen we daarbij het kind dus centraal. Opbrengstgericht werken moet niet
verzanden in "afrekenen". Het gaat er juist om met elkaar een goed geïnformeerd
en open gesprek te voeren over de ontwikkeling van onze kinderen. Daarbij
kunnen ouders, leerkrachten, managers en bestuurders leren van elkaar.
Het stimuleren van `opbrengstgericht werken' heeft daarom de volle aandacht van
ons en ook van onze bestuurlijke partners in het onderwijs. Over de voortgang
van de kwaliteitsagenda's houden we u uiteraard verder goed op de hoogte.
Sharon A.M. Dijksma Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
De staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Pagina 7 van 7