Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
Mevrouw I. Knijnenburg Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070 351 6171 F 070 351 7895 www.verkeerenwaterstaat.nl

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VenW/DGMO-2009/2412

Datum 15 mei 2009 Uw kenmerk
---
Onderwerp Uw email van 27 oktober 2008
Bijlage(n)
---

Geachte mevrouw Knijnenburg,

Uw emailbericht van 27 oktober 2008 aan de voorzitter van de Tweede Kamer is op 12 februari 2009 naar mij doorgestuurd. Naar aanleiding van uw emailbericht, informeer ik u graag als volgt.

Bij onderzoeken naar aanleiding van een vermoeden van misbruik van alcohol in het kader van de Vorderingsprocedure, worden in opdracht van het CBR verschillende bloedwaarden bepaald. Hierbij gaat het vooral om de GGT-waarde, de ASAT- waarde, de ALAT-waarde, de MCV-waarde en de %CDT-waarde. Bij het eerste onderzoek dat u heeft ondergaan heeft alleen de uitslag van de %CDT- waarde het CBR bereikt. Abusievelijk zijn de overige eerdergenoemde bepalingen niet door het laboratorium uitgevoerd.

In uw geval vormde de afwezigheid van die overige bepalingen bij de beoordeling van het verslag van bevindingen voor het CBR geen beletsel om een beslissing omtrent de geschiktheid te nemen. Alle voorhanden zijnde onderzoeksgegevens (o.a. de medische anamnese, het psychiatrisch onderzoek en het lichamelijk onderzoek) tezamen vormden voldoende grond om tot de voorlopige beslissing te komen. Het CBR heeft u daarom gemeld dat er reden bestaat om het rijbewijs ongeldig te verklaren. Indien was gebleken dat door het afwezig zijn van bepaalde onderzoeksgegevens, geen juiste, weloverwogen beslissing genomen had kunnen worden, was er besloten tot aanvullend onderzoek. In uw geval had dat kunnen leiden tot een verzoek aan u om uw bloed opnieuw te laten onderzoeken. Dit was echter niet nodig, omdat op basis van alle voorhanden zijnde onderzoeksgegevens voldoende informatie aanwezig was voor het CBR om een zorgvuldige conclusie te kunnen trekken.

U geeft aan dat u met CDT uitslagen van 1.4 en 1.8 als alcoholist wordt gezien door het CBR. In zijn algemeenheid geldt dat mensen niet worden afgekeurd op basis van alleen de CDT-waarde. De ongeldigverklaring van een rijbewijs gebeurt op basis van een gestelde diagnose alcoholmisbruik. De door het CBR aangewezen deskundige wordt gevraagd of en in hoeverre deze diagnose gesteld kan worden. Deze deskundige maakt bij zijn onderzoek onder andere gebruik van objectieve laboratoriumbepalingen waarvan de CDT er één is. Ook als de laboratoriumuitslag binnen de normaalwaarden valt, kan er op basis van alle a

Pagina 1 van 2





overige bevindingen ten tijde van het onderzoek, tot de diagnose misbruik van alcohol gekomen worden. Ik heb van het CBR begrepen dat dit bij u het geval is

geweest.
Ons kenmerk VenW/DGMO-2009/2412 U geeft verder aan dat er sprake zou zijn van een onjuiste weergave van het gesprek dat tussen u en de psychiater heeft plaatsgevonden. Uit uw informatie kan niet worden opgemaakt welke gegevens in het rapport onjuist zijn weergegeven. Ik kan u wel berichten dat een door het CBR aangewezen deskundige bij het uitvoeren van een onderzoek geen belang heeft bij het opzettelijk onjuist weergeven van gevoerde gesprekken. Het door de psychiater opgestelde verslag van bevindingen voldoet aan de daaraan te stellen zorgvuldigheidseisen. De gegevens waarop de conclusies zijn gebaseerd zijn op heldere wijze weergegeven en de conclusies worden gedragen door de bevindingen.

Ik heb van het CBR begrepen dat u inmiddels een tweede onderzoek hebt gehad. Het CBR verwacht binnenkort op basis van dit onderzoek een definitief besluit te kunnen nemen over de geldigheid van uw rijbewijs.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 2 van 2