Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
---
T -

Ons kenmerk VENW/IVW-2009/6332

Uw kenmerk Datum 15 mei 2009 2009Z06891

Onderwerp Kamervragen Bijlage(n)
---

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik de kamervragen die het lid Roemer heeft gesteld over treinontsporingen.


1 Wat is uw mening over de uitspraak van uw Inspectie Verkeer en Waterstaat dat recente treinongelukken voorkomen hadden kunnen worden als een eerder advies van hen was opgevolgd?1


1 Ik ben van mening dat de Inspectie deze uitspraak terecht doet. Omdat ProRail deze aanbeveling niet zelf heeft opgepakt, heb ik eind 2007 ProRail opdracht gegeven te onderzoeken of het mogelijk is een detectiesysteem te ontwikkelen, zie verder het antwoord op vraag 2.


2 Kunt u aangeven wat er gebeurd is met de eerdere aanbeveling van IVW om gebruik te maken van bestaande detectiemiddelen in het spoor?


2 Mede naar aanleiding van het onderzoek naar de ontsporing bij Boxtel heb ik eind 2007 ProRail opdracht gegeven te onderzoeken of het mogelijk is een detectiesysteem te ontwikkelen dat kan worden gebruikt om materieeldefecten vroegtijdig op te sporen met als doel ontsporingen te voorkomen. Deze opdracht is onderdeel van het uitvoeringsprogramma Vervoer Gevaarlijke Stoffen. ProRail meldt mij dat het onderzoeksrapport deze zomer gereed is. Ik spoor ProRail aan haast te maken met het vervolg van dit onderzoek.


3 Bent u bereid overzichtelijk aan te geven welke aanbevelingen IVW aan de spoorsector heeft gedaan en welke spoorpartij deze uiteindelijk heeft opgepakt?


3 Ja, zie bijlage 1.


4 Bent u bereid een hernieuwd overzicht te verstrekken van de stand van zaken van de aanbevelingen die de Onderzoeksraad voor de Veiligheid op het gebied van het spoor gedaan heeft? Zo nee, waarom niet?


1 de Volkskrant, 8 april 2009: "Inspectie: haast maken met veiligheid op spoor" a

Pagina 1 van 2





4 Ja, zie bijlage 2.
Datum


5 Deelt u de mening dat sinds de herordening van de spoorsector tussen ProRail Ons kenmerk en vervoerders de neiging ontstaan is vooral naar elkaar te kijken in plaats van VENW/IVW-2009/6332 efficiënt samen te werken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u hiertegen nemen?

5 Nee, ik deel die mening niet. ProRail en de vervoerders stemmen hun plannen en werkzaamheden regelmatig met elkaar af. Enkele voorbeelden hiervan zijn de gezamenlijke aanpak van de spoorbranche om het aantal stoptonend sein passages terug te dringen en de oprichting van de stichting railAlert, die de brancheregelgeving voor het veilig werken aan het spoor beheert. Ik stimuleer deze samenwerking onder andere door het faciliteren van het Overleg Veiligheid Spoorwegondernemingen, het gremium waarin veiligheidskundigen van alle spoorwegorganisaties samenwerken en informatie uitwisselen.


6 Deelt u de mening dat ernstig moet worden overwogen dat er veiligheidsapparatuur komt die signaleert dat een wagon ontspoort? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?


6 Ja. Ik heb daarom ProRail in 2007 opdracht gegeven te onderzoeken of het mogelijk is een detectiesysteem te ontwikkelen, zie ook het antwoord op vraag 2. Daarnaast onderzoeken zowel het Europese comité voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en als het Europees Spoorwegbureau (ERA) de kosten en baten van een treingebonden ontsporingsdetectiesysteem. Dit onderzoek is toegespitst op goederenwagens voor het vervoer van bepaalde categorieën van gevaarlijke stoffen (giftige gassen en vloeistoffen zoals chloor, ammoniak en acrylnitril). Ik ben voorstander van invoering van een dergelijk systeem.


7 Welke maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat een ontspoorde wagon veel schade op het spoor aanricht?

7 Zie het antwoord op vraag 2.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 2 van 2